74
Handleiding_Europa_M99V08_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
1-4.Antidiefstalsysteem
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop
Het controlelampje gaat knipperen als
de sleutel uit het contactslot is verwij-
derd, om aan te geven dat het systeem
is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt met knipperen
als de geregistreerde sleutel in het con-
tactslot is gestoken om aan te geven
dat het systeem is uitgeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knip-
peren als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
QOnderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije
startblokkering.
QOmstandigheden waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt
OAls de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
OAls de sleutel dicht bij of tegen een sleutel
met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
QVerklaring voor de startblokkering
→ Blz. 386
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitge-
rust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat de motor
gestart kan worden met een sleu-
tel die niet in een eerder stadium
geregistreerd is in de boordcom-
puter van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto
achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om
autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke
vorm van diefstal kan niet worden
gegarandeerd.
Bedienen van het systeem
OPMERKING
QErvoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 74 Friday, October 29, 2021 2:39 PM
76
Handleiding_Europa_M99V08_nl
2-1. Instrumentenpaneel
2-1.Instrumentenpaneel
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle
waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
De meeteenheden kunnen verschillen, afhankelijk van de bestemming van de auto.
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel,
het middenpaneel en de buitenspiegels informeren de bestuurder over de
status van de diverse systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes die op het instrumen-
tenpaneel worden weergegeven
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje remsys-
teem*1 (→ Blz. 304)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( → Blz. 304)
Laadstroomcontrolelampje
*2
( → Blz. 304)
Waarschuwingslampje lage olie-
druk
*2 ( → Blz. 305)
Motorcontrolelampje*1
( → Blz. 305)
Waarschuwingslampje SRS
*1
( → Blz. 305)
Waarschuwingslampje ABS
*1
( → Blz. 305)
Waarschuwingslampje onjuiste
bediening pedaal
*2 ( → Blz. 306)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 306)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 306)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 76 Friday, October 29, 2021 2:39 PM
77
2
Handleiding_Europa_M99V08_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (→Blz. 306)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( → Blz. 307)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
*2
( → Blz. 307)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
*1 ( → Blz. 308)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2
( → Blz. 308)
(Knippert) Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1
( → Blz. 308)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 309)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
( → Blz. 309)
Controlelampje Traction Con-
trol
*1 ( → Blz. 309)
WAARSCHUWING
QAls een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u
de motor start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen bij een ongeval, wat tot
dodelijk of ernstig letsel kan leiden. Laat,
als dit gebeurt, de auto onmiddellijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
QVoorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
Als het waarschuwingslampje voor een
hoge koelvloeistoftemperatuur knippert of
gaat branden, is de motor mogelijk over-
verhit. Breng in dat geval de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stilstand
en controleer de motor nadat deze volledig
is afgekoeld. ( →Blz. 340)
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers ( →Blz. 140)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 142)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 143)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem ( →Blz. 145)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) ( →Blz. 148)
Controlelampje mistachterlicht
( → Blz. 148)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 77 Friday, October 29, 2021 2:39 PM
179
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
QVoorwaarden voor werking van de func-
ties
OLane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend,
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 181)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
OStuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 180)
OWaarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 358)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 181)
OLane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Center” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is ON (aan) ( →Blz. 358).
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• Het Dynamic Radar Cruise Control-sys- teem werkt in de afstandsregelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 181)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 179 Friday, October 29, 2021 2:39 PM
180
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 180)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
QTijdelijk uitschakelen van functies
OAls niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( →Blz. 179)
OAls niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( →Blz. 179) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, klinkt
er mogelijk een zoemer om aan te geven
dat de functie tijdel ijk is uitgeschakeld.
QStuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
OAfhankelijk van de rijs nelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
ODe bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
OProbeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
QLane Departure Alert-functie
ODe waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz.
OAls de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
OProbeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
QWaarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te spo-
ren het stuurwiel vast te houden. Tevens
wordt het in de afbeelding weergegeven sym-
bool op het multi-informatiedisplay weerge-
geven. De waarschuwing stopt wanneer het
systeem signaleert dat de bestuurder het
stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen altijd
aan het stuurwiel wanneer u dit systeem
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
OWanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de bestuur-
der het stuurwiel licht blijft vasthouden.
OWanneer bij het nemen van een bocht het
systeem vaststelt dat de auto de rijstrook
dreigt te verlaten terwijl de Lane Centering-
functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt,
als het systeem signaleert dat de auto in een
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
OWanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in
werking is, klinkt de zoemer en wordt de
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de
zoemer klinkt, houdt he t geluid hiervan langer
aan.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 180 Friday, October 29, 2021 2:39 PM