36
Toegang tot de auto
de elektrisch bedienbare achterklep automatisch
uitgeschakeld.
Bij gebruik van een niet door PEUGEOT goedgekeurde trekhaak of fietsendrager
moet de werking van de elektrisch bedienbare
achterklep worden uitgeschakeld.
Elektrische bediening
De elektrische bediening van de achterklep kan worden ingesteld in de app
Instellingen
> Voertuig van het touchscreen.
U kunt de achterklep op verschillende manieren
openen of sluiten:
A.Met de elektronische sleutel van het Keyless
Entry and Start-systeem
B. Met de knop aan de buitenzijde van de
achterklep
C. Met de knop aan de binnenzijde van de
achterklep
D.Met de knop op het dashboard
Openen
► Druk lang op de middelste toets ( A) van de
elektronische sleutel.
of
►
Druk kort op de knop (
B) aan de buitenzijde van
de achterklep terwijl u de elektronische sleutel bij u
hebt.
of
►
Druk twee keer achter elkaar op de knop (
D) op
het dashboard.
De achterklep gaat volledig open (standaardinstelling) of tot de vooraf
opgeslagen positie.
Als de elektrische werking van de achterklep is
uitgeschakeld, wordt de achterklep door deze
acties op een kier gezet.
Wanneer de auto is vergrendeld, wordt de
auto ontgrendeld bij het openen van de
bagageruimte met schakelaar A of B. Als de
selectieve ontgrendeling is geactiveerd voordat
de bagageruimte wordt geopend, gaat alleen de
bagageruimte open.
Sluiten
► Druk kort op de knop ( C) aan de binnenzijde van
de achterklep.
U kunt het openen of sluiten van de achterklep op elk moment onderbreken.
Als u nogmaals een van deze methoden gebruikt,
wordt de beweging onderbroken.
Handsfree-functie (Handsfree
toegang achterklep)
Wanneer u de elektronische sleutel bij u hebt, kan
met deze functie de elektrisch bedienbare achterklep
worden geopend, gesloten of gestopt met een
"schoppende" beweging onder de achterbumper.
De functie "handsfree achterklep / openen" kan worden ingesteld in de app
Instellingen
> Voertuig van het touchscreen.
Zorg ervoor dat u stabiel staat wanneer u de "schoppende" beweging onder de
achterbumper maakt.
Raak het uitlaatsysteem niet aan; het kan nog
warm zijn – kans op brandwonden!
Plug-in hybrideauto's Deze functie is niet beschikbaar als de auto
is aangesloten.
51
Ergonomie en comfort
3Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren wordt het spiegelglas automatisch helderder
als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de lading in
de bagageruimte hoger dan de bagageafdekking
is of als er voorwerpen op de bagageafdekking
zijn geplaatst.
Plug-in hybrideauto's Een ledlampje onder de achteruitkijkspiegel,
ook zichtbaar buiten de auto, gaat blauw branden
om aan te geven dat de auto in de stand Electric
rijdt (afhankelijk van het land waarin de auto
wordt verkocht).
Achterbank
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen hebben twee standen:
– Een hoge stand, voor als er iemand op de stoel
zit:
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
–
Een lage stand (opgeborgen stand), voor als er
niemand op de stoel zit: ►
Druk het ontgrendelknopje (
A) in om de
hoofdsteun los te halen en duw deze omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden verwijderd.
Een hoofdsteun verwijderen
► Ontgrendel de rugleuning met de hendel ( 1).
► Kantel de rugleuning iets naar voren.
►
Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
►
Druk vervolgens het ontgrendelknopje (
A) in om
de hoofdsteun te ontgrendelen en zet hem helemaal
omhoog.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot aan de aanslag.
►
Druk het ontgrendelknopje (
A) in om de
hoofdsteun los te halen en duw deze omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
De hoofdsteun van de middelste zitplaats en de
hoofdsteunen van de buitenste zitplaatsen zijn
niet uitwisselbaar.
De rugleuningen neerklappen
Beide delen van de rugleuning kunnen op een of
twee manieren worden ontgrendeld:
–
Met een handgreep
1 aan de buitenzijde van de
rugleuning.
–
Met een hendel
2 op het zijpaneel van de
bagageruimte (SW).
Verplaats de rugleuningen uitsluitend wanneer de auto stilstaat.
Eerste handelingen:
►
Zet de hoofdsteunen omlaag of verwijder ze
wanneer u zware ladingen vervoert.
►
Zet de armsteun achter omhoog.
►
Schuif waar nodig de voorstoelen naar voren.
►
Controleer of er geen persoon of voorwerp
(zoals kleding of bagage) in de buurt is en u de
rugleuningen ongehinderd kunt neerklappen.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels vlak
op de rugleuning liggen.
54
Ergonomie en comfort
hoog is opgelopen, is het raadzaam om het
interieur even te ventileren.
Zorg ervoor dat de luchttoevoer hoog genoeg
is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed
wordt ververst.
Bij condensvorming door gebruik van de airconditioning kan er water onder uit de
auto lekken. Dit is volkomen normaal.
Onderhoud van het ventilatie- en airconditioningssysteem
►
Controleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
We raden aan om een samengesteld
interieurfilter te gebruiken. Het speciale actieve
additief biedt bescherming tegen vervuilende
gassen en onaangename geuren.
►
V
oor een juiste werking van het
airconditioningssysteem moet u het laten
controleren volgens de aanbevelingen in het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Stop & Start De verwarmings- en
airconditioningssystemen werken alleen als de
motor draait.
Schakel het Stop & Start-systeem tijdelijk uit om
een comfortabele temperatuur in het interieur te
behouden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Plug-in hybrideauto'sIntensief gebruik van de airconditioning
beperkt de actieradius van de auto in de
elektrische modus.
Ventilatie bij aangezet contact
Bij aangezet contact kunt u het ventilatiesysteem
gebruiken om de luchtstroom (2 ) en de
luchtverdeling (3 ) gedurende een bepaalde tijd in het
interieur te regelen. Deze tijd is afhankelijk van de
laadtoestand van de accu.
Deze functie geldt niet voor de airconditioning.
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
Bij dit systeem wordt het airconditioningssysteem
automatisch ingeschakeld en worden de
temperatuur, luchtstroom en luchtverdeling in het
interieur automatisch geregeld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor, maar de
aanjager en bedieningsfuncties ervan blijven werken
bij ingeschakeld contact.
Druk op de toets van de Klimaat-app om de
pagina met de bedieningstoetsen van het
systeem weer te geven.
Zonder i-Toggles
Met i-Toggles
1. Temperatuurregeling
2. Regeling luchtstroom
3. Regeling luchtverdeling
4. Airconditioning aan / uit
5. Automatische airconditioning aan / uit en
instelling (AUTO ZACHT/AUTO NORMAAL/
AUTO HARD)
58
Ergonomie en comfort
Het kan zowel bij wegrijden als onder het rijden
worden gebruikt.
Inschakelen / uitschakelen
► Druk met draaiende motor op deze toets om de
functie in of uit te schakelen (bevestigd door een
controlelampje).
De werkingsduur is afhankelijk van de
buitentemperatuur.
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld om
een te hoog energieverbruik te voorkomen.
Voorverwarming / -koeling
(plug-in hybride)
Met deze functie kunt u de temperatuur in het
interieur zo programmeren dat een vooraf bepaalde
temperatuur die niet kan worden gewijzigd
(ongeveer 21 °C) is bereikt voordat u in de auto
stapt. U kunt de dagen en tijden hiervoor instellen.
Deze functie is ook beschikbaar als de auto niet
wordt opgeladen.
Programmeren
Selecteer in de app Klimaat van het
touchscreen het tabblad Voorcondition..
►
Druk op
+ om een programma toe te voegen.
►
Selecteer het tijdstip waarop u in de auto stapt en
de gewenste dagen. Druk op OK.
►
Druk op
ON om dit programma te activeren.
De voorverwarming/-koeling begint ongeveer 45
minuten vóór de geprogrammeerde tijd terwijl de
auto is aangesloten (20 minuten wanneer deze
niet is aangesloten) en wordt 10 minuten daarna
gehandhaafd.
Dit controlelampje gaat permanent branden
als er een cyclus voor voorverwarming/-
koeling is geprogrammeerd. Het knippert als de
voorverwarming/-koeling bezig is.
U kunt meerdere programma's instellen. Elk programma wordt in het systeem
opgeslagen.
Om de elektrische actieradius te optimaliseren
raden wij aan om een programma te starten
wanneer de auto op een laadpunt is aangesloten.
Met de MYPEUGEOT APP-app kan het programmeren ook met een smartphone
worden uitgevoerd.
Raadpleeg het betreffende gedeelte voor meer
informatie over de op afstand bedienbare functies.
Het is normaal dat de ventilator tijdens het voorverwarmen/-koelen geluid maakt.
Werkingsvoorwaarden
– De functie wordt alleen geactiveerd als het
contact is afgezet en de auto is vergrendeld.
–
Als de auto niet op een laadpunt is aangesloten,
dan wordt de functie alleen geactiveerd als de
laadtoestand van de tractiebatterij meer dan 20% is.
–
Als de auto niet op een laadpunt is aangesloten,
er een herhaald programma is geactiveerd
(bijvoorbeeld van maandag tot en met vrijdag)
en er twee cycli voor voorverwarmen/-koelen zijn
uitgevoerd zonder dat de auto is gebruikt, dan wordt
het programma gestopt.
64
Ergonomie en comfort
Armsteun achter
De armsteun bevat twee bekerhouders.
De bekerhouders hebben een verwijderbare
verkleiner die kan worden gebruikt op basis van de
diameter van de gebruikte blikjes en bekers.
In de penhouder kan ook een smartphone worden
geplaatst.
Skiluik (berline)
Het skiluik kan worden gebruikt voor het vervoeren
van lange voorwerpen.
Openen
► Zet de armsteun achter omlaag en open het luik
door de hendel omlaag te trekken.
Bij de SW-uitvoering is het skiluik vervangen door
het neerklappen van de middelste rugleuning.
Zie het betreffende deel voor meer informatie over
de achterbank, met name de middelste rugleuning.
► Steek de voorwerpen vanuit de bagageruimte
door het skiluik.
Haaienvinantenne
Achter in het dak bevindt zich een ventilatierooster
voor het koelen van de haaienvinantenne.
Eventueel ventilatiegeluid dat u hoort, met het
contact aan of bij draaiende motor, is normaal.
Voorzieningen
bagageruimte
Berline
1. Bagageafdekking
2. Verlichting bagageruimte
3. Opbergruimte net
4. Sjorogen
5. Harde mat voor de bagageruimte of gedeelde
mat voor de bagageruimte (plug-in hybride)
6. Opbergruimte onder de mat
65
Ergonomie en comfort
3SW
1. Bagageafdekking
2. Hendels voor neerklappen zitplaatsen achter
3. Tassenhaak
4. 12V-aansluiting
Verlichting bagageruimte
5. Opbergruimtenet
6.Sjorogen
7. Harde mat met 2 standen voor de bagageruimte
of gedeelde mat voor de bagageruimte (plug-in
hybride)
8. Opbergruimte onder de mat
Aan de sjorogen kunt u verschillende
soorten bagagenetten of geschikte banden
bevestigen om bagage op zijn plaats te houden.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bagageafdekscherm (SW)
Bij een noodstop of een aanrijding kunnen voorwerpen op de afdekking van de
laadruimte in gevaarlijke projectielen veranderen.
Oprollen
► Trek de hendel naar u toe; de bagageafdekking
wordt automatisch opgerold.
Flap A kan tegen de rugleuningen van de
achterbank worden gepositioneerd.
Verwijderen
► Duw knop B naar binnen en til het
bagageafdekscherm eerst aan het rechter uiteinde
op, daarna aan het linker uiteinde en verwijder het.
Opbergruimte
De bagageafdekking kan in een uitsparing onder de
vloer van de bagageruimte worden opgeborgen.
–
diagonaal met een harde vloerplaat in de
bagageruimte.
–
kruislings met een vloerplaat in de bagageruimte
(2 standen).
68
Ergonomie en comfort
– Een gevarendriehoek.
– Een bandenreparatieset met gereedschapsset.
–
Een reservewiel met gereedschapsset.
–
De laadkabels voor de tractiebatterij (plug-in
hybride).
De bagageafdekking kan ook hierin worden
opgeborgen (SW).
81
Veiligheid
5Claxon
► Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
Geluidssignaal voor
voetgangers (plug-in
hybride)
Dit systeem waarschuwt voetgangers wanneer u in
de stand Electric (100% elektrisch) rijdt.
Het geluidssignaal voor voetgangers klinkt als
de auto rijdt, bij snelheden tot 30 km/h in een
versnelling vooruit of achteruit.
Deze functie kan niet worden uitgeschakeld.
* In overeenstemming met de algemene gebruiksvoorwaarden van de dienst, di\
e u bij een dealer kunt opvragen en afhankelijk van de technische beperkingen van het
systeem.
**
Afhankelijk van de geografische dekking van "eCall (SOS)" en de "ASSISTANCE"-systemen.
Bij een dealer kunt u een lijst van landen waar het systeem werkzaam is \
en een lijst met beschikbare telematicadiensten opvragen; deze lijst staat ook op de website
voor uw land.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Noodoproep of
pechhulpoproep
1. eCall (SOS)
2. ASSISTANCE
eCall (SOS)
Uw auto kan standaard of optioneel zijn voorzien
van het systeem eCall (SOS).
Het systeem eCall (SOS) biedt direct contact met de
hulpdiensten en is volledig in de auto geïntegreerd.
Dit contact gaat automatisch via de sensoren die in
de auto zijn geïntegreerd of door op de toets (1 ) te
drukken.
Afhankelijk van het land van verkoop komt het
systeem eCall
(SOS) overeen met de systemen
PE112, ERAGLONASS, 999 etc.
Het systeem eCall
(SOS) is standaard geactiveerd.
►
W
anneer u handmatig een noodoproep wilt
maken, houd de toets (1 ) langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Het brandende controlelampje en een spraakbericht
bevestigen dat de oproep naar de hulpdiensten is
verstuurd*.
Het systeem eCall (SOS) zoekt onmiddellijk uw auto
en brengt u in contact met de juiste hulpdiensten.**.
►
W
anneer u deze toets meteen opnieuw indrukt,
wordt de oproep geannuleerd.
Het controlelampje knippert wanneer de
autogegevens worden verzonden en blijft branden
wanneer de communicatie tot stand is gebracht.
Wanneer de sensoren in de auto een ernstig ongeval detecteren, bijvoorbeeld door de
elektronische eenheid airbags, wordt er
automatisch een noodoproep gedaan.