Page 5 of 424

Interieuruitrusting ............................................................................................. 291
Opbergvakken ................................................................................................. 300
Bagageruimte .................................................................................................. 304
RIJTIPS
Bij het rijden in acht nemen ............................................................................ 312
Trekken van een aanhangwagen ................................................................. 318
Bereik verhogen .............................................................................................. 326
MOBILITEIT
Voertuig opladen ............................................................................................. 332
Wielen en banden ........................................................................................... 344
Voorklep ........................................................................................................... 368
Bedrijfsstoffen ................................................................................................. 369
Onderhoud ......................................................................................................... 371
Vervangen van onderdelen ........................................................................... 374
Hulp in geval van pech ................................................................................... 378
Verzorging ........................................................................................................ 387
OPZOEKEN
Technische gegevens .................................................................................... 394
Zitplaatsen voor kinderveiligheidssystemen .............................................. 398
Bijlage ............................................................................................................... 400
Alles van A tot Z .............................................................................................. 402
Page 153 of 424
BandenspanningscontroleHet controlelampje brandt: de banden
Page 344 of 424
Wielen en bandenUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk zijn daarom ook uitvoeringen,systemen en functies beschreven, die model
Page 346 of 424
SnelheidsletterAanduidingMaximale snelheidQtot 160 km/hRtot 170 km/hStot 180 km/hTtot 190 km/hHtot 210 km/hVtot 240 km/hWtot 270 km/hYtot 300 km/h(Y)meer dan 300 km/h
Bandenprofiel
Zomerbanden
Bandenprofieldiepte mag niet minder zijn dan 3 mm, anders is er gevaar op aquaplaning.
Winterbanden
Niet onder bandenprofieldiepte van 4 mm la
Page 350 of 424
Fles met afdichtmiddel en vulslang1Fles met bandenafdichtmiddel2Uitlaat fles met afdichtmiddel3Vulslang4Verbinding fles met afdichtmiddel5Verbinding wielventiel
Compressor
1Compressor2Bandenspanningsweergave3Toets drukreductieklep4Bevestiging fles met bandenafdichtmiddel5Stekker voor contactdoos6Aan/uit
Page 351 of 424
3.De vulslang met de uitlaat van de fles met
bandenafdichtmiddel verbinden en tot de aanslag 90
Page 352 of 424
3.Ventieldopje losschroeven.4.De bandenreparatieset in de bagageruimte
opbergen.5.Direct 10 km rijden zodat het afdichtmiddel
gelijkmatig in de banden worden verdeeld.
Toegestane maximumsnelheid van
80 km/h niet overschrijden.
Indien mogelijk niet langzamer rijden dan
20 km/h.
Tijdens de eerste wielomwentelingen kan het afdichtmiddel uit de beschadigde plaats
spuiten.
Bandenspanning aanpassen
1.Op een geschikte plaats stoppen.2.De slang rechtstreeks met de compressor verbinden en 90
Page 355 of 424
gegevens op de banden en de bandgege