Page 73 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-30
6
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-34.) WAARSCHUWING!
On dersteun de machine zor gvul dig
om omvallen en mo gelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on- derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50583
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. Het
is een VRLA-accu (Valve Regulated Lead
Acid). De elektrolyt hoeft niet te worden ge-
controleerd en er hoeft geen gedistilleerd
water te worden bijgevuld. Het is echter wel
nodig om de accukabelverbindingen te
controleren en, indien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur bevat, een stof
d ie ernstig e bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met d e huid,
o gen of kle din g en b escherm uw
ZAUM1187
1. Rubberafdekking
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Accu
4. Accuriem
5. Positieve accukabel (rood)ZAUM1613
1
2
3
45
UB5GD2D0.book Page 30 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 74 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-31
6
ogen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buurt van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie bij accula den
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
LET OP
DCA10621
Pro beer nooit om celaf dichtin gen op d e
accu te verwij deren, hier door kan per-
manente scha de aan d e accu wor den
toe geb racht.
Om de accu op te la den
Vraag een Yamaha dealer de accu te laden
als deze ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet
dat de accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele elektri-
sche accessoires.LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale accula der (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le acculad er raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te ber gen
1. Als de machine langer dan een maand
niet wordt gebruikt, verwijder dan de
accu, laad deze vo lledig bij en berg
hem dan weg op een koele en droge
plek. LET OP: Zet alvorens de accu
te verwij deren het contactslot uit en
haal eerst de neg atieve kab el en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16304]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij. 3. Laad de accu volledig bij alvorens
deze te installeren. LET OP: Zet alvo-
rens de accu te plaatsen het con-
tactslot uit en sluit eerst de
positieve ka bel en daarna de neg a-
tieve kab el aan.
[DCA16842]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
UB5GD2D0.book Page 31 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 75 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-32
6
DAUM2415
De zekerin gen vervan genHet zekeringenkastje bevindt zich onder
het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-18.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe- ra
ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAUN2261
Voertui gverlichtin gDit model is uitgerust met LED-lampen
voor de koplampen, parkeerlichten en het
remlicht/achterlicht. Als een lamp niet gaat
branden, controleer dan de zekeringen en
laat vervolgens een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
1. Zekeringenkastje
2. Reservezekering
3. Zekering ABS-regeleenheid
4. Hoofdzekering
5. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
6. Zekering ABS-motor
7. ZekeringklemmenZAUM1611
1
1515
15
2
3030
2
6
75
43
2
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering: 15.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
2.0 A
1. Parkeerlicht
2. Koplamp (grootlicht)
3. Koplamp (dimlicht)ZAUM1622
231
UB5GD2D0.book Page 32 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 76 of 94
Periodiek on derhou d en afstelling
6-33
6
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU62590
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroef te verwijde-
ren.
2. Verwijder de fitting van de gloeilamp van de richtingaanwijzer (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Monteer de lamplens van de richting- aanwijzer door de schroef aan te bren-
gen. LET OP: Draai d e schroef niet
te vast, hier door kan de lens bre-
ken.
[DCA11192]
1. Schroef
1
1. Gloeilamp richtingaanwijzerZAUM1609
1
UB5GD2D0.book Page 33 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 77 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-34
6
DAUM3510
De gloeilamp van de kenteken-
verlichtin g vervan gen1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroef los te
draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken. 6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroef aan te
brengen.
DAU67131
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, gebruik daarom onderhoudsstan-
daards bij het verwijderen van het voor- of
achterwiel of bij het uitvoeren van ander on-
derhoud waarbij de motorfiets rechtop
moet staan.
Controleer of de motorfiets stabiel en vlak
staat alvorens onderhoud te verrichten.
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Kentekenverlichtingsunit
3. SchroefZAUM1621
2
3
1. Onderhoudsstandaard (voorbeeld)
1
UB5GD2D0.book Page 34 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 78 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-35
6
DAU25872
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijk e werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot gevol g.
UB5GD2D0.book Page 35 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 79 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-36
6
DAU86350
Storingzoekschema
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Probeer de motor te starten.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Veeg schoon met een droge doek en corrigeer de
elektrodenafstand of vervang de bougie(s). Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
DroogNat
Probeer de motor te starten.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu zo nodig op.
UB5GD2D0.book Page 36 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 80 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-37
6
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UB5GD2D0.book Page 37 Monday, July 20, 2020 9:18 AM