
84
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
1-5. Antidiefstalsysteem
1-5.Antidiefstalsysteem
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop
Het controlelampje gaat knipperen als
de sleutel uit het contactslot is verwij-
derd, om aan te geven dat het systeem
is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt met knipperen
als de geregistreerde sleutel in het con-
tactslot is gestoken om aan te geven
dat het systeem is uitgeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knip-
peren als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije
startblokkering.
■Omstandigheden waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt
●Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
●Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel
met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
■Verklaring voor de startblokkering
Blz. 445
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitge-
rust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat het
hybridesysteem gestart kan wor-
den met een sleutel die niet in een
eerder stadium is geregistreerd in
de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto
achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om
autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke
vorm van diefstal kan niet worden
gegarandeerd.
Bedienen van het systeem
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 84 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM

91
2
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze doven nadat het hybridesys-
teem is gestart of nadat er enkele
seconden verstreken zijn. Er kan een sto-
ring in een systeem aanwezig zijn als een
lampje niet gaat branden of niet uitgaat.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
Waarschuwingslampjes
(Rood) Waarschuwingslampje remsys-
teem*1 (
Blz. 376)
(Geel) Waarschuwingslampje remsys-
teem
*1 (
Blz. 376)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( Blz. 376)
Waarschuwingslampje hybride-
systeem oververhit
*2
( Blz. 377)
Laadstroomcontrolelampje
*2
( Blz. 377)
Waarschuwingslampje lage olie-
druk
*2 ( Blz. 377)
Motorcontrolelampje
*1
( Blz. 377)
Waarschuwingslampje SRS
*1
( Blz. 378)
Waarschuwingslampje ABS
*1
( Blz. 378)
Waarschuwingslampje Brake
Override-systeem/waarschu-
wingslampje wegrijregeling
*2
( Blz. 378)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( Blz. 379)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( Blz. 379)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau ( Blz. 379)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( Blz. 379)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels*2
( Blz. 380)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
*1 ( Blz. 380)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2 (indien
aanwezig) ( Blz. 380)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1 (indien
aanwezig) ( Blz. 381)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 381)
Controlelampje PKSB OFF
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 381)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 382)
Controlelampje Traction Con-
trol
*1 ( Blz. 382)
(Knippert) Waarschuwingslampje parkeer-
rem (
Blz. 382)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 (
Blz. 383)
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 91 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM

92
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
2-1. Instrumentenpaneel
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende systemen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaat branden als u
het hybridesysteem start, kan dat beteke-
nen dat deze systemen niet beschikbaar
zijn om u te beschermen in geval van een
ongeval, waardoor ernstig letsel zou kun-
nen ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers ( Blz. 184)
Controlelampje achterlicht
( Blz. 190)
Controlelampje grootlicht
( Blz. 192)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( Blz. 193)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) ( Blz. 196)
Controlelampje mistachterlicht
( Blz. 196)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 212)
Controlelampje cruise control
*3
(indien aanwezig) ( Blz. 229)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*3 (indien aanwe-
zig) ( Blz. 229)
Controlelampje cruise control
SET
*3 (indien aanwezig)
( Blz. 229)
*4
Controlelampje LTA*3 (indien
aanwezig) ( Blz. 225)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*1, 5 (indien aanwezig)
( Blz. 247, 257)
Controlelampje BSM OFF
*2
(indien aanwezig) ( Blz. 247)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1, 2 (indien
aanwezig) ( Blz. 252)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 258)
Controlelampje PKSB OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 262)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
( Blz. 240)
(Knippert) Controlelampje Traction Con-
trol
*1 (
Blz. 279)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( Blz. 280)
Controlelampje Smart entry-sys-
teem met startknop
*3
( Blz. 175)
Controlelampje READY
( Blz. 175)
Controlelampje EV MODE
*6
( Blz. 179)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem ( Blz. 184)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem
*1
( Blz. 187)
Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 ( Blz. 187)
EV-controlelampje
*6 ( Blz. 77)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur
*3, 7 ( Blz. 94, 99)
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 92 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM

226
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
de auto de rijstrook verlaat, knippert de
witte lijn die wordt weergegeven aan de
zijde waar de auto de strook verlaat
oranje.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend,
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht. • Er worden geen systeemstoringen gesig-
naleerd. ( Blz. 228)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 227)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
( Blz. 433)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 228)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Center” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is ON (aan) ( Blz. 433).
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 226 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM

227
4
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 228)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 227)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( Blz. 226)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( Blz. 226) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, kan
het stuurwiel trillen en een zoemer klinken
om aan te geven dat de functie tijdelijk is
uitgeschakeld. Als de persoonlijke voor-
keursinstelling voor het soort waarschu-
wing echter is ingesteld op de
stuurwieltrillingsfunc tie, waarschuwt het
systeem de bestuurder door het stuurwiel
te laten trillen in plaats van de zoemer te
laten klinken.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijs nelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz. Ook zijn trillin-
gen van het stuurwiel mogelijk niet goed
voelbaar door de wegomstandigheden,
enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk
niet vaststellen of er een gevaar bestaat
voor een aanrijding met een voertuig op
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te spo-
ren het stuurwiel vast te houden. Tevens
wordt het in de afbeelding weergegeven sym-
bool op het multi-informatiedisplay weerge-
geven. De waarschuwing stopt wanneer het
systeem signaleert dat de bestuurder het
stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen altijd
aan het stuurwiel wanneer u dit systeem
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 227 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM

255
4
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
■Detectiebereik van de sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebereik van de
sensoren. Houd er rekening mee dat de sen-
soren geen objecten kunnen signaleren die
zich extreem dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan verschillend
zijn, afhankelijk van bijvoorbeeld de vorm
van het object.
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 255 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM

278
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is in getrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
OPMERKING
■Voorkomen dat het benzineroetfilter-
systeem niet goed werkt
●Gebruik geen andere brandstof dan het
voorgeschreven type brandstof
●Breng geen wijzigingen aan de uitlaat-
pijp aan
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 278 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM

279
4
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken. Als u op drukt
om het systeem uit te schakelen, kunt u de
auto waarschijnlijk gemak kelijker los krijgen
door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
“Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld)
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 279 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM