217
4
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Wanneer de radiogolven van de radar in een andere auto uw auto beïnvloeden
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of ev en licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht aan de voor- zijde, bijvoorbeeld de zon of de koplampen
van tegemoetkomend verkeer, recht-
streeks in de camera voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot- mobiel
• Als de achterzijde v an de voorligger smal
is, zoals een lege truck
• Als de voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als de voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft • Als de voorligger een lading vervoert die
uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.) is
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer
is dan ongeveer 2 m
• Als een voetganger of fietser breed val- lende kleding (regenjas, lange rok, enz.)
draagt, waardoor zijn of haar silhouet
onduidelijk wordt
• Als een voetganger vooroverbuigt of gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen, mist,
sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een signaleerbaar object
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn
omgeving
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het omgevingslicht plotse-
ling verandert, zoals bij het in- of uitrijden
van een tunnel
• Nadat het hybridesysteem gestart is, is er gedurende een bepaalde tijd niet met de
auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Tijdens het rijden in een bocht en gedu- rende een paar seconden na het rijden in
een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 217 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
308
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
wanneer er een accessoire aan is bevestigd
die niet Qi-compatibel is. Afhankelijk van het
type hoesje en/of accessoire kan het zijn dat
het laden van het draagbare apparaat niet
mogelijk is. Als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst en niet wordt
geladen, verwijder dan het hoesje en/of het
accessoire.
■Als er tijdens het laden ruis is te horen
bij AM-radio-uitzendingen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis is afge-
nomen, druk dan gedurende 2 seconden op
de voedingsschakelaar van de draadloze
lader. De frequentie van de draadloze lader
wordt gewijzigd en de ruis neemt mogelijk af.
Wanneer de frequentie wordt gewijzigd, knip-
pert de werkingsindicator (oranje) 2 maal.
■Voorzorgsmaatregelen bij opladen
●Als de elektronische sleut el niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer een portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warm.
Dit duidt niet op een storing. Wanneer een
draagbaar apparaat tijdens het laden warm
wordt en het laden stopt als gevolg van de
beschermingsfunctie van het draagbare
apparaat, wacht dan tot het draagbare
apparaat is afgekoeld en laad dan
opnieuw.
■Geluid gegenereerd tijdens de bedie-
ning
Wanneer de voedingssc hakelaar wordt inge-
schakeld of tijdens het identificeren van een
draagbaar apparaat, zijn er mogelijk wer-
kingsgeluiden te horen. Dit duidt niet op een
storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
Blz. 317
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat wordt
opgeladen, dient de bestuurder uit veilig-
heidsoverwegingen het draagbare appa-
raat niet te bedienen tijdens het rijden.
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers, geïmplanteerde
hartdefibrillatoren of andere elektrische
medische apparaten dienen hun arts te
raadplegen m.b.t. het gebruik van de
draadloze lader.
De werking van de draadloze lader heeft
mogelijk invloed op de medische appara-
ten.
■Voorkomen van schade en brand-
wonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan er brand of een storing of
schade ontstaan in de apparatuur en kun-
nen brandwonden ontstaan als gevolg van
hitte.
●Plaats tijdens het laden geen metalen
voorwerpen tussen het laadgebied en
het draagbare apparaat.
●Breng geen metaalhoudende voorwer-
pen, zoals aluminium stickers, aan op
het laadgebied.
●Dek de draadloze lader tijdens het laden
niet af met een doek of ander voorwerp.
●Probeer geen draagbare apparaten op
te laden die niet compatibel zijn met de
Qi draadloze-laadstandaard.
●Breng geen wijzigingen aan de draad-
loze lader aan en wijzig of verwijder
hem niet.
●Oefen geen kracht uit of de draadloze
lader en stel hem niet bloot aan stoten.
OPMERKING
■Omstandigheden waaronder de
draadloze lader mogelijk niet goed
werkt
In de volgende situaties werkt de draad-
loze lader mogelijk niet goed:
●Wanneer een draagbaar apparaat volle-
dig is geladen
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 308 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
309
5
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
1Klap de zonneklep omlaag om deze
in de vooruitgerichte stand te zet-
ten.
2 Klap de zonneklep omlaag, maak
de klep los en draai deze naar de
zijkant om de zonneklep in de zijde-
lingse stand te zetten.
OPMERKING
●Wanneer zich verontreinigingen bevin-
den tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
●Wanneer een draagbaar apparaat tij-
dens het laden heet wordt
●Wanneer een draagbaar apparaat op
het laadgebied is geplaatst met het
laadoppervlak naar boven gericht
●Wanneer een draagbaar apparaat niet
in het midden van het laadgebied is
geplaatst
●Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer het draagbare apparaat tegen
een van de volgende metalen voorwer-
pen wordt gehouden of erdoor wordt
bedekt:
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbe-
diening (die radiogolven uitzenden) dan
die van uw auto in de buurt gebruikt
worden.
Als in andere dan de hierboven genoemde
situaties de draadloze lader niet goed
werkt of als de werkingsindicator knippert,
is de draadloze lader mogelijk defect.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Voorkomen van storingen of schade
aan gegevens
●Houd tijdens het laden geen magneti-
sche kaarten (zoals creditcards) of mag-
netische opslagmedia in de buurt van
de draadloze lader. Anders kunnen
onder invloed van magnetisme gege-
vens verloren gaan.
Houd ook precisie-onderdelen zoals
polshorloges uit de buurt van de draad-
loze lader, aangezien deze voorwerpen
defect kunnen raken.
●Laat draagbare apparaten niet in de
auto achter. De temperatuur in de auto
kan in de zon hoog oplopen, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de draadloze lader niet gedu-
rende lange tijd wanneer het hybridesys-
teem is uitgeschakeld.
Zonnekleppen
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 309 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
338
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarsch
uwingssysteem
worden geïnitialiseerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( Blz. 341)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van banden-
spanningssensoren
en -zenders
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 338 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
564
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
1-1.Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Als u uw sleutel of mechanische
sleutel bent verloren, kan een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige een nieuwe origi-
nele sleutel of mechanische sleutel
leveren. ( Blz. 409)
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Als u uw elektronische
sleutels bent verloren, neemt de
kans dat uw auto wordt gestolen
aanmerkelijk toe. Neem onmiddellijk
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(Blz. 409)
Is de batterij van de sleutel zwak of
leeg? ( Blz. 353)
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Staat het contact AAN?
Zorg dat het contact UIT staat wanneer u de
portieren vergrendelt. ( Blz. 178)
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Bevindt de elektronische
sleutel zich in de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontro-
leerd of u de elektronische sleutel bij u hebt.
De functie werkt mogelijk niet goed
als gevolg van de radiogolven.
(Blz. 130,141)
Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de binnen-
zijde van de auto worden geopend wanneer
het kinderslot is geactiveerd. Open het ach-
terportier vanaf de buitenzijde en deactiveer
het kinderslot. ( Blz. 135)
Staat de selectiehendel in stand P?
(Blz. 173)
Is het stuurslot ontgrendeld?
(Blz. 173)
Is de 12V-accu ontladen? (Blz. 411)
Als u een probleem hebt, contro-
leer dan het volgende voordat u
contact opneemt met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De portieren kunnen niet
worden vergrendeld,
ontgrendeld, geopend of
gesloten
U bent uw sleutels verloren
De portieren kunnen niet wor-
den vergrendeld of ontgrendeld
Het achterportier kan niet wor-
den geopend
Als u denkt dat er iets mis is
Het hybridesysteem kan niet
worden gestart (auto's zonder
Smart entry-systeem en start-
knop)
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 564 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM