103
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
5
Selecteer de gewenste instelling:
• “Driver's door only” (alleen bestuur-
dersportier)
Alleen het bestuurdersportier en de tankdop-
klep worden ontgrendeld. Als nogmaals op
de toets wordt gedrukt, wordt de auto volle-
dig ontgrendeld.
• “All doors” (alle portieren)
De auto wordt volledig ontgrendeld.
De beschikbaarheid van deze instellin-
gen is afhankelijk van de uitrusting en
de landspecificatie.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Tailgate” (achterklep) of
“Tailgate and door(s)” (achter-
klep en portier(en))
5 Selecteer de gewenste instelling:
• “Tailgate” (achterklep)
De achterklep wordt geopend.
• “Tailgate and door(s)” (achterklep en portier(en))
De achterklep wordt geopend en de portie-
ren worden ontgrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
De instellingen kunnen worden uitge-
voerd voor het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel.
4 “Last seat positi on automatic” (auto-
matisch instellen op laatste zitposi-
tie)
Wanneer de auto wordt ontgrendeld,
worden de bestuurdersstoel en de bui-
tenspiegels automatisch ingesteld op
de laatst ingestelde stand.
De laatst ingestelde stand is onafhan-
kelijk van de via het stoelverstellingsge-
heugen opgeslagen standen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Flash for lock/unlock” (knipperen
bij vergrendelen/ontgrendelen)
Bij het ontgrendelen knipperen de richting-
aanwijzers twee keer, bij het vergrendelen
één keer.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 Selecteer de gewenste instelling:
• “Relock automatically” (automatisch weer vergrendelen)
Als de auto wordt ontgrendeld zonder dat
een portier wordt geopend, wordt hij na korte
tijd automatisch weer vergrendeld.
• “Lock after pulling away” (vergrende-len bij het wegrijden)
De auto wordt bij het wegrijden automatisch
vergrendeld.
Achterklep
De stoel en de buitenspiegels instellen
op de laatst ingestelde stand
Bevestigingssignalen van de
auto
Automatische vergrendeling
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 103 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
1043-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Unlock at end of journey” (ontgren-
delen bij aankomst)
Als de Drive Ready-modus wordt uitgescha-
keld doordat op de startknop wordt gedrukt,
wordt de vergrendelde auto automatisch
ontgrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Fold mirrors in when locked” (bui-
tenspiegels inklappen bij het ver-
grendelen)
De buitenspiegels worden automatisch inge-
klapt wanneer de auto wordt vergrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Switch off after door opening” (uit-
schakelen na openen portier)
De auto gaat over op de inactieve modus
(zie blz. 53) als de voorportieren worden
geopend.
Het alarmsysteem reageert op de vol-
gende veranderingen als de auto is ver-
grendeld:
• Een van de portieren, de motorkap
of de achterklep wordt geopend.
• Bewegingen binnen in de auto.
• Een wijziging van de hellingshoek van de auto, bijvoorbeeld door een
poging om de auto op te krikken om
de wielen te stelen of om de auto op
te takelen.
• Een onderbreking in de stroomtoe-
voer van de accu.
• Oneigenlijk gebruik van de diagno- seaansluiting (OBD).
• De auto wordt vergrendeld terwijl er een apparaat is aangesloten op de
diagnoseaansluiting (OBD). Diagno-
seaansluiting (OBD), zie blz. 336.
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, gebeurt dit met de volgende sig-
nalen:
• Geluidsalarm: Afhankelijk van lokale regelgeving kan de werking van het
geluidsalarm zijn onderdrukt.
• Visueel alarm: Door het knipperen van de alarmknipperlichten en,
indien van toepassing, de koplam-
pen.
Wijzig het alarmsysteem niet om de
werking van het systeem te garande-
ren.
Automatische ontgrendeling
Automatisch inklappen van de
buitenspiegels
Activeren van de inactieve
modus na het openen van de
voorportieren
Alarmsysteem
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 104 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM