922-1. Plug-in hybridesysteem
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden hoorbaar
of trillingen voelbaar terwijl de auto wel kan
rijden en het controlelampje READY brandt.
Activeer na het parkeren uit veiligheidsover-
wegingen de parkeerrem en zet de selectie-
hendel in stand P.
De volgende geluiden of trillingen kunnen
hoorbaar of voelbaar zi jn als het hybridesys-
teem in werking is en deze duiden niet op
een defect:
●Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit
het motorcompartiment.
●Als het hybridesysteem wordt in- of uitge-
schakeld, kunnen er geluiden hoorbaar zijn
die afkomstig zijn van het batterijpakket
(tractiebatterij).
●Bij het inschakelen of uitschakelen van het
hybridesysteem zijn er mogelijk werkings-
geluiden van de relais te horen, zoals een
klik of een vaag gerammel, die afkomstig
zijn van het batterijpakket (tractiebatterij)
achter de achterstoelen.
●Als de achterklep open is, kunnen er gelui-
den van het hybridesysteem hoorbaar zijn.
●Als de benzinemotor start of stopt, bij rij-
den met lage snelheden of als de motor
met stationair toerental draait, kunnen er
geluiden hoorbaar zijn van de transmissie.
●Bij sterk accelereren kunnen er motorgelui-
den hoorbaar zijn.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt of het
gaspedaal wordt losgelaten, kunnen er
geluiden hoorbaar zijn die worden veroor-
zaakt door het regeneratief remmen.
●Als de benzinemotor start of stopt, kunnen
trillingen voelbaar zijn.
●U kunt via de ventilatieopening onder de
achterstoel geluid horen dat afkomstig is
van de koelventilator. ( Blz. 98)
●Er kunnen geluiden hoorbaar zijn in de
buurt van het batterijpakket (tractiebatterij),
overeenkomstig de werking van de aircon-
ditioning of de “Battery Cooler” (batterij-
koeler) ( Blz. 129).
■Onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie, recycling
en afvoer contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige. Voer de auto niet zelf af.
Om in de EV-modus of de AUTO EV-/
HV-modus te kunnen rijden, moet het
batterijpakket (tractiebatterij) vóór
gebruik door een externe voedingsbron
worden opgeladen.
Zelfs als het laden van het batterijpakket
(tractiebatterij) niet voltooid is, kan er met de
auto gereden worden. Als het batterijpakket
(tractiebatterij) echter niet meer voldoende
geladen is, kan er mogelijk niet in de EV-
modus of de AUTO EV-/HV-modus worden
gereden of wordt de actieradius voor elek-
trisch rijden kleiner.
■Brandstof tanken
Plug-in hybrideauto's kunnen rijden op elek-
triciteit die geladen is via een externe voe-
dingsbron. Omdat de benzinemotor,
afhankelijk van de situatie ( Blz. 91), ook
wordt gebruikt in de EV-modus of de AUTO
EV-/HV-modus en de benzinemotor ook dient
als voedingsbron in de HV-modus, moet er
echter brandstof in de tank van de auto aan-
wezig zijn.
Controleer het brandstofniveau regelmatig en
tank onmiddellijk bij als het brandstofniveau
te laag wordt. ( Blz. 342)
Laden ( Blz. 105)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 92 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM