2264-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de vloer
of in een portiervak of het dashboardkastje
wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden vergrendeld
of ontgrendeld via de portieren die de elek-
tronische sleutel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 225)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 226 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
227
4
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
Blz. 634)
●De energiebespaarmodus kan het energie-
verbruik van de elektronische sleutels ver-
lagen. ( Blz. 225)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd bij
auto's met instapfunctie de elektronische
sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de mechanische sleutel.
( Blz. 605)
●Starten van het hybridesysteem:
Blz. 317
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Verschillende instellingen (bijv. van het
Smart entry-systeem met startknop) kunnen
worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 633)
Raadpleeg de beschrijvingen voor de vol-
gende handelingen als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren:
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( Blz. 205, 605)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact:
Blz. 605
●Uitschakelen van het hybridesysteem:
Blz. 319
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 227 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
2924-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Herhaal de procedure vanaf het begin als u
de schakelaar hebt losgelaten terwijl de zijruit
nog in beweging was.
Als de zijruit in de tegengestelde richting
beweegt en niet volledig kan worden geslo-
ten of geopend, laat dan de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Aan portierslot gekoppelde werking
elektrisch bedienbare ruiten
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de mechanische sleutel.
* ( Blz. 605)
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de afstandsbediening.
* ( Blz. 205)
●Auto's met een alarm: Het alarm kan wor-
den geactiveerd als het alarm is ingescha-
keld en een elektrisch bedienbare ruit
wordt gesloten met de aan het portierslot
gekoppelde werking van de elektrisch
bedienbare ruit. ( Blz. 78)
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsfunctie elektrisch
bedienbare ruit open
De zoemer klinkt en er verschijnt een mel-
ding op het multi-informatiedisplay wanneer
het contact UIT wordt gezet en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de elek-
trisch bedienbare ruiten geopend zijn.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de kop-
peling aan de portiervergrendeling) kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met mogelijk-
heden voor persoonlijke voorkeursinstellin-
gen: Blz. 636)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
■Sluiten van de elektrisch bedienbare
ruiten
●De bestuurder is verantwoordelijk voor
de bediening van de elektrisch bedien-
bare ruiten, ook voor die van de passa-
giers. Laat, om onbedoelde bediening,
met name door kinderen, te voorkomen,
de elektrisch bedienbare ruiten niet door
kinderen bedienen. Het kan gebeuren
dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zit-
ten tussen de elektrisch bedienbare ruit.
Wanneer er een kind in de auto zit, ver-
dient het aanbeveling om de blokkeer-
schakelaar voor de ruitbediening te
gebruiken. ( Blz. 293)
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als de elek-
trisch bedienbare ruiten worden
bediend.
●Wanneer de elektrisch bedienbare rui-
ten worden bediend met de afstandsbe-
diening of mechanische sleutel, bedien
dan de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaams-
deel bekneld kan raken tussen de zijruit.
Laat kinderen de elektrisch bedienbare
ruiten niet bedienen met de afstandsbe-
diening of mechanisc he sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt
te zitten door het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruit.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 292 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
295
4
4-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
Het panoramadak kan worden geopend van-
uit de omhoog gekantelde positie.
*: Door de schakelaar snel in één van
beide richtingen te schuiven en los te
laten, stopt het panoramadak in een
tussenstand.
Sluit het panoramadak
Schuif de schakelaar naar voren en
houd de schakelaar vast. Het panoramadak
sluit automatisch volledig.
■Het panoramadak kan worden bediend
als
Het contact AAN staat.
■Bedienen van het panoramadak nadat
het hybridesysteem is uitgeschakeld
Het panoramadak en het elektrisch bedien-
bare zonnescherm kunnen nadat het contact
in stand ACC of UIT is gezet nog ongeveer
45 seconden worden bediend. Ze kunnen
echter niet meer worden bediend zodra een
van de voorportieren is geopend.
■Klembeveiliging
Als tijdens het slui ten een object bekneld
raakt tussen het panoramadak en het frame,
stopt de beweging van het panoramadak en
wordt het weer iets geopend:
●Het panoramadak is aan het sluiten of naar
beneden aan het kantelen.
●Het elektrisch bedienbare zonnescherm is
aan het sluiten.
■Sluiten van zowel het panoramadak als
het elektrisch bedienbare zonnescherm
Schuif de schakelaar naar voren.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm sluit
tot halverwege en stopt dan. Het panorama-
dak sluit vervolgens voll edig. Daarna sluit het
elektrisch bedienbare z onnescherm volledig.
■Aan portierslot gekoppelde werking
panoramadak
●Het panoramadak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de mechanische
sleutel.
* ( Blz. 605)
●Het panoramadak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de afstandsbe-
diening.
* ( Blz. 205)
●Auto's met een alarm: Het alarm kan wor-
den geactiveerd als het alarm is ingescha-
keld en het panoramadak wordt gesloten
met de aan het portierslot gekoppelde wer-
king van het panoramadak. ( Blz. 78)
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als het panoramadak of het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet normaal
sluit
Ga als volgt te werk:
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Zet het contact AAN.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 295 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
3205-2. Rijprocedures
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal in te trappen. (De stand ver-
andert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
1UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat
en het hybridesysteem wordt uitgezet,
blijft het contact AAN staan en gaat het
niet UIT.
■Auto power off-functie
●Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of AAN staat (hybridesysteem
niet in werking) terwijl de selectiehendel in
stand P staat, wordt het contact automa-
tisch UIT gezet.
●Als de 12V-accu bijna leeg is en de selec-
tiehendel in stand P staat terwijl het con-
tact in stand ACC of AAN staat
(hybridesysteem niet in werking), klinkt er
een zoemer en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay. Als
deze situatie blijft voortduren, wordt het
contact automatisch UIT gezet.
Deze functie kan het ontladen van de 12V-
accu echter niet helemaal voorkomen. Laat
de auto niet gedurende langere tijd in stand
ACC of AAN staan terwijl het hybridesysteem
niet in werking is.
WAARSCHUWING
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om het hybridesysteem opnieuw te
starten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld de selectiehendel in stand N
en druk de startknop kort en stevig in.
Wijzigen van de standen van
het contact
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN zon-
der het hybridesysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
het contact niet UIT. Verlaat de auto
nadat u het contact UIT hebt gezet.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 320 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
4385-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem)
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar vierwielaandrijving
(AWD), wat bijdraagt aan betrouwbaar
rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden van
omstandigheden waaronder het sys-
teem overschakelt op AWD zijn het
nemen van bochten, heuvelopwaarts
rijden, wegrijden of accelereren en als
het wegoppervlak glad is ten gevolge
van sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Con-
trol in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway
Control in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken.
Als u op drukt om het systeem uit te
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te ‘schomme-
len’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem weer
in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC/VSC/Trailer
Sway Control
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC/VSC/Trai-
ler Sway Control uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Tractiecontrole UIT” wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer
in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( Blz. 361)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 438 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
4405-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en schakel het hybridesys-
teem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is. Het systeem werkt echter niet onder
de volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 440 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
461
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Voorruitverwarming
Bij het ontwasemen van de voorruit met de
op afstand bedienbare airconditioning, wordt
de voorruit mogelijk onvoldoende ontwasemd
doordat het vermogen meer wordt beperkt
dan bij de normale aircowerking. Ook kan de
buitenzijde van de voorruit beslaan ten
gevolge van de buitentemperatuur, de voch-
tigheid of de ingestelde aircotemperatuur.
■Gebruik van de verwarming via de op
afstand bedienbare airconditioning
●Wanneer de buitentemperatuur laag is,
wordt er mogelijk onvoldoende verwarmd
als gevolg van de beperkte werking van de
airconditioning.
●Als er zich rijp vormt op de warmtewisse-
laar aan de buitenzijde, nemen de verwar-
mingsprestaties mogelijk af doordat er
automatisch wordt overgeschakeld op ont-
dooien. ( Blz. 452)
■Beveiligingsfunctie
Als het systeem in werking is, worden ont-
grendelde portieren automatisch vergren-
deld. De alarmknipperlichten knipperen om
aan te geven dat de portieren zijn vergren-
deld of dat het systeem is uitgeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Blz. 225
■Terwijl de op afstand bedienbare air-
conditioning is ingeschakeld
●Afhankelijk van de bedrijfsconditie van de
op afstand bedienbare airconditioning
draait de aircocompressor of koelventila-
tor mogelijk en kan er geluid hoorbaar zijn.
Dit duidt echter niet op een storing.
●Terwijl de op afstand bedienbare aircondi-
tioning in werking is, werken bedienings-
schakelaars van de airconditioning, enz.
niet.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 202
■Als de batterij van de elektronische
sleutel geheel ontladen is
Blz. 543
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling (bijv. bediening via A/C op de
afstandsbediening) kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 629)
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor de op
afstand bedienbare airconditioning
●Gebruik het systeem niet als er perso-
nen in de auto zitten.
Zelfs als het systeem in werking is, kan
de temperatuur in de auto hoog oplopen
of ver dalen als gevolg van de werking
van bepaalde functies, zoals de auto-
matische uitschakelin g. Kinderen of die-
ren in de auto kunnen worden bevangen
door de hitte of uitgedroogd of onder-
koeld raken en ernstig letsel oplopen.
●Afhankelijk van de omgeving kunnen de
signalen van de toets op de afstandsbe-
diening verder reiken dan verwacht. Let
daarom goed op de omgeving van de
auto en druk alleen op de toets als dit
nodig is.
●Druk nooit op A/C op de afstandsbedie-
ning als de motorkap openstaat. De air-
conditioning kan onbedoeld in werking
treden, waardoor voorwerpen in de
elektrische koelventilator kunnen wor-
den gezogen.
OPMERKING
■Voorkomen dat het batterijpakket
(tractiebatterij) ontladen raakt
Gebruik A/C op de afstandsbediening
alleen indien nodig.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 461 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM