
250
NOTIC E
De mogelijkheid van het systeem om via één profiel verbinding te maken, hangt af van de telefoon.Het is mogelijk dat standaard alle drie de profielen worden gebruikt voor de verbinding.
NOTIC E
De profielen die compatibel zijn met het systeem zijn: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar toyota.nl voor meer informatie (compatibiliteit, hulp, enz.).
Automatisch opnieuw verbinding
maken
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt binnen ongeveer 30 seconden na het AAN zetten van het contact de telefoon automatisch gekoppeld (Bluetooth ingeschakeld).Wijzigen van het verbindingsprofiel:Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.
Selecteer “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de toets “Details”.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Beheren van gekoppelde telefoons
Met deze functie kunt u een apparaat verbinden of loskoppelen of een gekoppelde telefoon verwijderen.Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de naam van de in de lijst geselecteerde telefoon om deze los te
koppelen.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Ontvangen van een oproep
Wanneer een oproep wordt ontvangen, is dit te herkennen aan een beltoon en een pop-upvenster op het scherm.Druk kort op de telefoontoets op het stuurwiel om een binnenkomende oproep te beantwoorden.EnDruk lang
op de telefoontoets op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfSelecteer “Ophangen” op het touchscreen.
Een gesprek tot stand brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.

251
TOYOTA Connect Nav
12
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. Voer het telefoonnummer in via het digitale toetsenbord.Druk op “Bellen” om het gesprek te starten.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Of houd de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Contact”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.Selecteer “Bellen”.
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.OfHoud de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Oproepen”.
Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
NOTIC E
U kunt altijd direct via de telefoon bellen; breng echter wel voor de veiligheid de auto eerst tot stilstand.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Contact”.Selecteer “Aanmaken” om een nieuw contact toe te voegen.Voer op het tabblad “Telefoon” het telefoonnummer/de telefoonnummers van het contact in.Voer op het tabblad “Adres” het adres/de adressen van het contact in.Voer op het tabblad “Email” het e-mailadres/de e-mailadressen van het contact in.Druk op “OK” om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten te sorteren op achternaam + voornaam of op voornaam + achternaam.
NOTIC E
Met de functie “Email” kunt u e-mailadressen van uw contacten invoeren, maar u kunt met het systeem geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Berichten” om de berichtenlijst weer te geven.Selecteer het tabblad “Alle”, “Ontvangen” of “Verzonden”.Selecteer de detailweergave van het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “Beantwoorden” om een in het systeem opgeslagen snelbericht te versturen.Druk op “Bellen” om de afzender te
bellen.Druk op “Beluisteren” om het bericht te beluisteren.

255
TOYOTA Connect Nav
12
- de diensten zijn mogelijk niet geselecteerd in het menu van het systeem,- de onlinediensten zijn niet actief (“TOMTOM TRAFFIC” wordt niet weergegeven op de kaart).De POI's worden niet aangegeven.De POI's zijn niet geselecteerd.► Stel de schaal van de kaart in op 200 m of selecteer POI's in de lijst met POI's.Het geluidssignaal voor de “Gevarenzones” functioneert niet.Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het volume is te laag.► Activeer het geluidssignaal in het menu “Navigatie” en controleer het stemvolume in de geluidsinstellingen.Het systeem stelt bij incidenten op de route geen alternatieve routes voor.Er wordt geen rekening gehouden met de actuele verkeersinformatie.► Configureer de functie “Verkeersinformatie” in het overzicht met criteria (Zonder, Handmatig of Automatisch).Ik word gewaarschuwd voor een “Gevarenzone”
die niet op mijn route ligt.Het navigatiesysteem meldt alle “Gevarenzones” die zich in een bepaalde kegelvormige zone voor de auto bevinden. Hierdoor worden ook “Gevarenzones” gesignaleerd die zich op nabij gelegen wegen of op parallelle wegen bevinden.► Zoom in op de kaart om de exacte positie van de “Gevarenzone” te bepalen. Selecteer “Op de route” om geen waarschuwingen voor wegen
buiten de route meer te ontvangen of om de duur van de meldingen te verkorten.Sommige files op de route worden niet direct gemeld.Bij het opstarten heeft het systeem enkele minuten nodig om de verkeersinformatie te ontvangen.► Wacht tot de verkeersinformatie goed wordt ontvangen (weergave van de iconen van de verkeersinformatie op de kaart).In bepaalde landen is alleen voor de hoofdwegen (autosnelwegen enz.) verkeersinformatie beschikbaar.Dit is volkomen normaal. Het systeem is afhankelijk van de beschikbare verkeersinformatie.De hoogte wordt niet weergegeven.Bij het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4 satellieten correct worden ontvangen.► Wacht tot het systeem volledig is opgestart zodat het signaal van ten minste 4 satellieten wordt ontvangen.De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden beïnvloed door de omgeving (tunnel enz.) en het
weer.Dit is normaal. De werking van het systeem is afhankelijk van de ontvangst van het GPS-signaal.Het navigatiesysteem is niet meer met het internet verbonden.Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden kan de verbinding niet beschikbaar zijn.► Controleer of de onlinediensten zijn geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de geselecteerde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders werken niet (geen geluid, 87,5 MHz wordt weergegeven, enz.).De auto is te ver verwijderd van het zendstation van de radiozender of er is geen zendstation in het geografische gebied.► Activeer de functie “RDS” via het snelmenu om het systeem te laten controleren of er een sterker zendstation in het gebied aanwezig is.De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage).► Laat de antenne controleren door een dealer.Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op een storing in het audiosysteem.Ik kan sommige zenders uit de zenderlijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.De zender wordt niet meer ontvangen of de naam van de zender in de lijst is veranderd.Sommige zenders sturen in plaats van hun naam andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde nummer).Het systeem interpreteert deze informatie als de naam van de zender.► Druk op de toets “Lijst updaten” in het secundaire menu “Zenderlijst”.

256
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-stick begint pas na lang wachten (ongeveer 2 tot 3 minuten).Door bepaalde bestanden die standaard op een USB-stick staan kan het erg lang duren tot de muziek op de USB-stick wordt afgespeeld (tot 10 keer de fabrieksopgave).► Wis de bestanden die standaard op de USB-stick staan en beperk het aantal submappen in de mappenstructuur van de USB-stick.Na het aansluiten van een USB-stick moet ik enige tijd wachten.Het systeem leest allerlei gegevens (directory, titel, artiest, enz.). Dit kan enkele seconden tot enkele minuten duren.Dit is volkomen normaal.Sommige karakters in de informatie over de op dat moment afgespeelde audiobron worden niet correct weergegeven.Het audiosysteem kan sommige karakters niet weergeven.
► Gebruik standaardkarakters voor de benaming van nummers en mappen.Het afspelen van streamingbestanden start niet.Het aangesloten apparaat begint niet automatisch met afspelen.► Start het afspelen op het apparaat.Namen van nummers en de speelduur worden niet weergegeven op het audiostreamingscherm.
Het Bluetooth-profiel staat de doorgifte van deze informatie niet toe.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.De Bluetooth-functie van uw telefoon kan zijn uitgeschakeld of de telefoon is niet zichtbaar.► Controleer of de Bluetooth-functie van uw telefoon is ingeschakeld.► Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op “zichtbaar voor alle apparaten” staat.► Schakel de Bluetooth-functie van uw telefoon uit en vervolgens weer in.De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.► U kunt de compatibiliteit van uw telefoon controleren op toyota.nl (Service).Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluidsvolume is afhankelijk van het systeem en de telefoon.► Verhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig tot maximaal, en verhoog indien nodig het volume van de telefoon.Omgevingsgeluiden hebben invloed op de geluidskwaliteit van een telefoongesprek.► Beperk het omgevingsgeluid (ruiten sluiten, aanjager lager zetten, snelheid verminderen, enz.).Sommige contacten komen dubbel voor in de lijst.Bij het synchroniseren van contacten zijn er drie
opties: synchroniseren van de contacten op de
simkaart, synchroniseren van de contacten in het telefoonboek en beide. In het laatste geval kan het voorkomen dat sommige contacten dubbel worden overgenomen.► Selecteer “Contacten van SIM-kaart weergeven” of “Contacten van telefoon weergeven”.De contacten worden niet in alfabetische volgorde weergegeven.Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.► Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.Het systeem ontvangt geen sms-berichten.In de Bluetooth-modus kunnen geen sms-tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.
Instellingen
Na het instellen van de lage en hoge tonen wordt de geluidssfeer gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidssfeer worden de instellingen voor de lage en hoge tonen
gereset.Elke instelling van de geluidssfeer is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de lage en hoge tonen en andersom.► Wijzig de instelling van de lage en hoge tonen of de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Na het instellen van de balans worden de instellingen van de geluidsverdeling
gedeselecteerd.

259
Alfabetische index
Brandstoftank leeg (diesel) 173Brandstofverbruik 7Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 155–156Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 155–157Buitenlandse reizen 73Buitenspiegels 46–47, 67, 144
C
Carrosserie 172Carrosserie-onderhoud 172CD 208, 221CD MP3 208, 221CD-/MP3 -speler 208Centrale vergrendeling 25, 30Claxon 84Connectiviteit 242Contact 107, 251Contact aangezet 107Controlelampjes 11Controles 163–164, 166–167
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 205–206, 220, 247Dakklep 38Dashboardkastje 50Datum (instellen) 227, 253Datum instellen 227, 253
Detectie obstakels 148Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 120, 176Dieselmotor 155, 164, 173, 200Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 205, 220, 247Dimlicht 72, 181–182Dodehoekbewaking 144, 145, 146Draadloze lader 52Dynamische noodrem 11 0–111
E
Eco-mode ~ Eco-modus 161Eco-rijden (adviezen) 7Electronic Stability Program (ESC) 85, 87–88Elektrisch bedienbare schuifdeur 30, 37Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 108–111, 167Elektrische ruitbediening 41Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic
Brake Force Distribution (EBD) 84–85Elektronische sleutel 24–25, 107–108Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 104Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 84–88ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma) 84Etiketten 4Extra verwarming 39, 68–70
F
Flacon AdBlue® 169–170Flessenhouder 50Follow me home-verlichting 25Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 74–75Frequentie (radio) 246–247Functie snelweg (richtingaanwijzers) 73
G
Gekoppeld navigatiesysteem 239–242Gereedschap 173Gesproken commando's ~ Spraakcommando's 233–236Gewichten 198–200GPS 239Grootlicht 72, 181, 183Grootlichtassistent 75–76, 145
H
Halogeenlampen 181Handgeschakelde versnellingsbak ~ Versnellingsbak, handgeschakeld 11 2–11 3, 11 9, 167Handrem 108, 167Handsfree set 210, 224–225, 249–250Head-up display 121–122