63
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
COROLLA HV_TMMT_EE
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied.
De systeemnaam kan per land verschil-
lend zijn.
Microfoon
Toets SOS
*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
■Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt
het systeem automatisch het eCall-con-
trolecentrum.
* De medewerker van het
controlecentrum ontvangt de locatie
van de auto, het tijdstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van de
auto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te communice-
ren, behandelt de medewerker de
oproep als een noodgeval, neemt hij of
zij contact op met de dichtstbijzijnde
hulpdiensten (112, enz.) en verzoekt hij
of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( Blz. 64)
■Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.
* De medewerker van het contro-
lecentrum zal de locatie van uw auto
bepalen, de situatie beoordelen en de
benodigde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite
System (GNSS) en ingebouwde
cellulaire technologie, waardoor
de volgende noodoproepen moge-
lijk zijn: automatische noodoproe-
pen (automatische melding van
een aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indruk-
ken van de toets SOS). Deze
dienst is door regelgeving van de
Europese Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Pa ge 63 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
65
1
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
• Wanneer er een storing aanwezig is in
de bijbehorende apparatuur (zoals het
paneel van de toets SOS, de controle-
lampjes, microfoon, luidspreker, DCM,
antenne of op de apparatuur aange-
sloten bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep wor-
den geplaatst.
• Tijdens een noodoproep doet het sys- teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het
eCall-controlecentrum. Als er echter als
gevolg van een slechte ontvangst geen
contact kan worden gelegd met het
eCall-controlecentrum, kan het sys-
teem mogelijk geen contact maken met
het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er
verbinding is gemaakt. Het rode contro-
lelampje knippert gedurende ongeveer
30 seconden om aan te geven dat de
verbinding is verbroken.
●Als de spanning van de 12V-accu
afneemt of als de accu is losgenomen,
kan het systeem mogelijk geen verbin-
ding maken met het eCall-controlecen-
trum.
■Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te
helpen bij het plaatsen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem biedt
de bestuurder en de passagiers op
geen enkele wijze bes cherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk
een veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd ter-
wijl het systeem normaal werkt, ver-
zendt het systeem een noodoproep. Het
systeem verzendt ook een noodoproep
als de auto van achteren wordt aange-
reden of als de auto over de kop slaat,
zelfs als de airbags niet worden geacti-
veerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de voor-
geschreven zekeringen. Als u andere
zekeringen gebruikt, kan er kortsluiting
in het circuit optreden en kan er brand
ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt terwijl
er rook is of sprake is van een onge-
wone geur, kan er brand ontstaan. Stop
onmiddellijk met het gebruik van het
systeem en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van
de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Pa ge 65 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken. Als u op drukt
om het systeem uit te schakelen, kunt u de
auto waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen
door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned Off” (Traction Con-
trol uitgeschakeld) wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.. Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC en VSC uit
te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( Blz. 264)
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitges chakeld. Als de melding
niet verdwijnt neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
●De selectiehendel staat in een andere
stand dan P of N (bij het vooruit/achteruit
bergop wegrijden).
●De auto staat stil
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 368 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
3704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 370 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
441
6
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Voorzieningen in het interieur
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Schakelt de stand DOOR in/uit
Wanneer een portier wordt geopend terwijl
de stand DOOR is ingeschakeld, gaan de
lampjes branden.
2Schakelt de verlichting in/uit
■Vo o r
Schakelt de verlichting in/uit
■Achter
Schakelt de verlichting in/uit
■Instapverlichting
De verlichting wordt automatisch in- en uitge-
schakeld, afhankelijk van de stand van het
contact, de aanwezighei d van de elektroni-
sche sleutel (auto's met instapfunctie), het
vergrendeld/ontgrendeld zijn van de portieren
en het geopend/gesloten zijn van de portie-
ren.
■Voorkomen dat de 12V-accu te ver ont-
laden raakt
Als de interieurverlichting blijft branden nadat
het contact UIT is gezet, gaat de verlichting
na 20 minuten automatisch uit.
■De interieurverlichting kan automatisch
gaan branden als
Als een van de airbags wordt geactiveerd of
bij een harde aanrijding van achteren wordt
de interieurverlichting automatisch ingescha-
keld.
De interieurverlichting wordt na ongeveer 20
minuten automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig worden
uitgeschakeld. Om verdere aanrijdingen te
voorkomen verdient het echter aanbeveling
de verlichting te laten branden totdat de vei-
ligheid gegarandeerd is.
(De interieurverlichting worden mogelijk niet
automatisch ingeschakel d, afhankelijk van de
kracht en de omstandigheden van de aanrij-
ding.)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 581)
Bedienen van de
interieurverlichting
Bedienen van de leeslampjes
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybride-
systeem niet is ingeschakeld.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 441 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
459
7
7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
COROLLA HV_TMMT_EE
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwij-
derd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met onge-
veer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
■Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op
schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar over-
lappende cirkels. Gebruik geen water. Veeg
vuile oppervlakken schoon en laat ze drogen.
Het beste resultaat wordt verkregen als de
vloerbedekking zo droog mogelijk wordt
gehouden.
■Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een
mild sop, lauw water en een doek of spons.
Controleer ook de gordels regelmatig op
overmatige slijtage, rafels en scheuren.
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interieur
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in de auto, zoals op
de vloer, in de ventilatieopeningen van
het batterijpakket (tractiebatterij) of in de
bagageruimte. ( Blz. 459)
Anders kunnen het batterijpakket, elek-
trische onderdelen en dergelijke defect
raken of vlam vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het airbagsysteem in het interi-
eur nat worden.
( Blz. 35)
Een elektrische storing kan ervoor zor-
gen dat de airbags worden geactiveerd
of niet op de juiste wijze werken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
●Auto's met draadloze lader:
Laat de draadloze lader ( Blz. 448)
niet nat worden. Als dat wel gebeurt,
kan de lader oververhit raken, wat kan
leiden tot brandwonden of een elektri-
sche schok, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard kan in de voorruit worden
weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld
van de bestuurder worden belemmerd wat
een ernstig ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
OPMERKING
■Reinigingsmiddelen
●Gebruik de volgende reinigingsmidde-
len niet, omdat ze verkleuring van het
interieur of strepen en beschadigingen
van gelakte oppervlakken kunnen ver-
oorzaken:
• Behalve de stoelen: Organische reini- gingsmiddelen zoals wasbenzine en ter-
pentine, alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en bleekmiddel
• Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasbenzine en
alcohol
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 459 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5088-1. Belangrijke informatie
COROLLA HV_TMMT_EE
8-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
●Als de alarmknipperlichten gedurende lan-
gere tijd worden gebruikt terwijl het hybri-
desysteem niet in werking is (terwijl het
controlelampje READY niet brandt) kan de
12V-accu ontladen raken.
●Als een van de airbags wordt geactiveerd
of bij een harde aanrijding van achteren
worden de alarmknipperlichten automa-
tisch ingeschakeld.
De alarmknipperlichten worden na onge-
veer 20 minuten automatisch uitgescha-
keld. Druk twee keer op de schakelaar om
de alarmknipperlichten handmatig uit te
schakelen.
(De alarmknipperlichten worden mogelijk
niet automatisch ingeschakeld, afhankelijk
van de kracht en de omstandigheden van
de aanrijding.)
1 Trap het rempedaal met beide voe-
ten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer
kracht nodig om de auto tot stilstand te bren-
gen.
2Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N
staat
3 Zet na het afremmen de auto stil op
een veilige plaats langs de weg.
4 Schakel het hybr idesysteem uit.
Als de selectiehendel niet in stand N
kan worden gezet
3 Blijf het rempedaal met beide voe-
ten intrappen om de rijsnelheid van
de auto zo veel mogelijk af te rem-
men.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders te
waarschuwen wanneer de auto tot
stilstand moet worden gebracht,
bijvoorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht
Breng de auto alleen in noodge-
vallen, bijvoorbeeld wanneer de
auto niet op de normale manier
stilgezet kan word en, als volgt tot
stilstand:
De auto tot stilstand brengen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 508 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5188-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Motorcontrolelampje (waarschuwingszoemer)
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) SRS
■Waarschuwingslampje ABS
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het hybridesysteem;
Het elektronische motorregelsysteem; of
De elektronische smoorklepregeling
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 518 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM