
1001-4. Antidiefstalsysteem
COROLLA_TMUK_EE
●Iemand in de auto opent een portier, de 
achterklep of de motorkap of ontgrendelt 
de auto.
●De accu wordt opgeladen of vervangen 
terwijl de auto is vergrendeld. ( →Blz. 700)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk 
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de 
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven 
persoon het portier ontgrendelt en het 
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de accu
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed 
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na 
veranderen of verwijderen kan de juiste 
werking van het systeem niet worden 
gegarandeerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 100  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

2023-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
■Sleutel
Het vergrendelen en ontgrendelen van 
de portieren met behulp van de sleutel 
gaat als volgt:
Auto's zonder Smart entry-systeem 
en startknop
1 Ontgrendelen van alle portieren
Draaien en vasthouden om de ruiten*1 en 
het panoramadak*1, 2 te openen.
2 Vergrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de ruiten*1 en het 
panoramadak*1, 2 te sluiten.
*1: Deze instelling moet aan de persoonlijke  voorkeur worden aangepast door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*2: Indien aanwezig
Auto's met Smart entry-systeem en 
startknop
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met de 
mechanische sleutel. ( →Blz. 696)
■Instellen van de ontgrendelfunctie 
(auto's met Smart entry-systeem en 
startknop)
Het is mogelijk om in te stellen welke portie-
ren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT. 2
Houd de toets   of   (indien 
aanwezig) ingedrukt en houd tegelijker-
tijd de toets   gedurende ongeveer 5 
seconden ingedrukt als het controle-
lampje in de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer een 
handeling wordt uitgevoerd, zoals hieronder 
is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw 
wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht u 
ten minste 5 seconden en herhaalt u vervol-
gens stap  2.)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen 
dat het alarm onbedoeld wordt geactiveerd, 
moet u de portieren ontgrendelen met de 
afstandsbediening en een portier eenmaal 
openen en sluiten als de instellingen zijn 
gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden nadat 
op   is gedrukt geen portier wordt 
geopend, worden de portieren weer vergren-
deld en wordt het alarm automatisch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit 
wordt geactiveerd. ( →Blz. 99)
Multi-informatiedis-
play/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse  besturing)
(auto's met rechtse  besturing)
Exterieur: 3 keer een  piepsignaal
Interieur: Eén belsig- naal
Als u de portiergreep 
van het bestuurders-
portier vasthoudt, 
wordt alleen het 
bestuurdersportier 
ontgrendeld.
Als u de portiergreep 
van het voorpassa-
giersportier vast-
houdt, worden alle 
portieren ontgren-
deld.
Exterieur: Twee piep-signalen
Interieur: Eén belsig- naal
Als u een voorportier-
greep vasthoudt, 
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 202  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

203
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Feedbacksignalen
 Auto's zonder Smart entry-systeem en 
startknop
De alarmknipperlichten knipperen om aan te 
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de afstandsbedie-
ning. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: 
tweemaal)
 Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
De alarmknipperlichten knipperen om aan te 
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de instapfunctie of 
de afstandsbediening. (Vergrendeld: een-
maal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de 
ruiten en het panoramadak
* bediend worden.*: Indien aanwezig
■Beveiligingsfunctie
 Auto's zonder Smart entry-systeem en 
startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na 
het ontgrendelen van de auto met de 
afstandsbediening een portier wordt 
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor 
dat de auto weer automatisch wordt vergren-
deld.
 Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na 
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie of de afstandsbediening een portier 
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie 
ervoor dat de auto weer automatisch wordt 
vergrendeld.
■Wanneer het portier niet kan worden 
vergrendeld met de vergrendelsensor 
op het oppervlak van de voorportier-
greep (auto's met Smart entry-systeem 
en startknop)
Wanneer de portieren niet kunnen worden 
vergrendeld als u de vergrendelsensor op het 
oppervlak van de portiergreep met uw vinger 
aanraakt, raak dan de vergrendelsensor aan 
met uw handpalm.
Als u handschoenen draagt, doe deze dan 
uit.
■Zoemer centrale vergrendeling (auto's 
met Smart entry-systeem en startknop)
Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met de instapfunctie of de 
afstandsbediening wanneer een portier niet 
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 
seconden een zoemer. Sluit het portier volle-
dig om de zoemer uit te schakelen en ver-
grendel de portieren opnieuw.
■Alarm (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, 
wordt het alarmsysteem ingeschakeld. 
( → Blz. 99)
■Omstandigheden die de werking van 
het Smart entry-systeem met startknop 
(indien aanwezig) en de afstandsbedie-
ning beïnvloeden
 Auto's zonder Smart entry-systeem en 
startknop
→ Blz. 135
 Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
→ Blz. 220
■Wanneer het Smart entry-systeem met 
startknop (indien aanwezig) of de 
afstandsbediening niet goed werkt
 Auto's zonder Smart entry-systeem en 
startknop
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw 
exemplaar als deze ontladen raakt. 
( → Blz. 632)
 Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
Gebruik de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen en ontgrendelen. 
( → Blz. 696)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw 
exemplaar als deze ontladen raakt. 
( → Blz. 632)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 203  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

2103-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
■Openen en sluiten van de achter-
klep met de afstandsbediening
Houd de schakelaar ingedrukt.
Door op de schakelaar te drukken terwijl de 
achterklep wordt geopend/gesloten, stopt de 
achterklep met bewegen. Door nogmaals op 
de schakelaar te drukken beweegt de ach-
terklep in tegengestelde richting.
■Van binnenuit openen en sluiten 
van de achterklep
Houd de schakelaar ingedrukt.
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt 
automatisch geopend en gesloten. Door op 
de schakelaar te drukken terwijl de achter-
klep wordt geopend/gesloten, stopt de ach-
terklep met bewegen. Door nogmaals op de 
schakelaar te drukken beweegt de achter-
klep in tegengestelde richting.
■Van buitenaf openen en sluiten 
van de achterklep
 Openen van de achterklep
Wanneer de achterklep ontgrendeld is: druk 
op de ontgrendelschakelaar van de achter-
klep.
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt 
automatisch geopend. Druk op de schake-
laar terwijl de achterklep wordt geopend om 
de beweging te stoppen.
Wanneer de achterklep vergrendeld is: druk 
terwijl u de elektronische sleutel bij u draagt 
op de ontgrendelschakelaar van de achter-
klep.
De alarmknipperlichten knipperen twee keer 
en de achterklep wordt automatisch 
geopend. Druk op de schakelaar terwijl de 
achterklep wordt geopend om de beweging 
te stoppen.
Sluiten van de achterklep
Druk op de schakelaar.
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt 
automatisch gesloten. Druk op de schake-
laar terwijl de achterklep wordt gesloten om 
de beweging te stoppen. Door nogmaals op 
de schakelaar te drukken beweegt de ach-
terklep in tegengestelde richting.
Openen en sluiten van de 
achterklep (auto's met 
elektrisch bedienbare 
achterklep)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 210  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

219
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Plaats van antenne (wagon)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd) (hat-
chback)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van 
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de 
elektronische sleutel zich binnen ongeveer 
0,7 m van een van de portiergrepen van de 
voorportieren of de achterklep bevindt. 
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren, 
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een 
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd) 
(wagon)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van 
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de 
elektronische sleutel zich binnen ongeveer 
0,7 m van een van de portiergrepen van de 
voorportieren of de achterklep bevindt. 
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren, 
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een 
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto 
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen 
ervoor dat diefstal van de auto en ongeluk-
ken door een onjuiste bediening worden 
voorkomen. Neem de juiste maatregelen op 
basis van de weergegeven melding. 
( → Blz. 662)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven 
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt 
eenmaal gedurende 5 seconden
SituatieCorrectieproce- dure
Er is geprobeerd de auto 
te vergrendelen terwijl er 
nog een portier geopend 
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 219  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

221
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
●Wanneer de elektronische sleutel in de 
buurt van een batterijlader of elektronische 
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats 
voor betaald parkeren 
staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een 
van de volgende manieren als de portieren 
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden 
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een 
van de voorportiergrepen en activeer de 
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden. 
( → Blz. 696)
Raadpleeg Blz. 696 als de motor niet kan 
worden gestart met het Smart entry-systeem 
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het 
systeem in de volgende gevallen mogelijk 
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te 
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te 
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of 
in een portiervak of het dashboardkastje 
als de motor wordt gestart of de stand van 
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op 
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de 
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten 
de auto bevindt en kunnen de portieren 
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, 
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de 
portieren door een willekeurige persoon 
worden vergrendeld en ontgrendeld. De 
auto kan echter alleen worden ontgrendeld 
via de portieren die  de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk 
gestart worden als de elektronische sleutel 
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid 
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of 
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld. 
(Als de portieren niet worden geopend en 
gesloten, worden deze na ongeveer 30 
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt 
om de portieren te vergrendelen terwijl de 
elektronische sleutel  zich in de nabijheid 
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de 
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen 
draagt, worden de portieren mogelijk niet 
vergrendeld of ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal 
achter elkaar identificatiesignalen getoond. 
Vervolgens worden geen identificatiesig-
nalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de 
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en 
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de 
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een  afstand van ten minste 2 meter van de 
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet 
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de  elektronische sleutel in om het Smart 
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 220)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto 
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er 
mogelijk een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay en klinkt er een 
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle 
portieren om het alarm uit te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 221  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

2223-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet 
goed wanneer deze in contact komt met 
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze 
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep 
of het bedienen van de handgreep direct 
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de 
ontgrendelsensor van het portier aan en 
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de 
reactietijd voor het ontgrendelen van de 
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met 
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen 
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop 
kan vooraf worden uitgeschakeld. 
( → Blz. 719)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt 
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( →Blz. 220)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij 
u hebt als u het systeem bedient. Houd de 
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto 
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie 
waarin de elektronische sleutel wordt 
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist 
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk 
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt 
wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren:  →Blz. 696
●Starten van de motor: → Blz. 696
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 719)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de 
mechanische sleutel. ( →Blz. 201, 696)
●Starten van de motor en wijzigen van de 
standen van het contact:  →Blz. 696
●Uitzetten van de motor:  →Blz. 311
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 222  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

3124-2. Rijprocedures
COROLLA_TMUK_EE 
Handgeschakelde transmissie
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer 
deze in de stand voor handmatige 
bediening staat. ( →Blz. 321)
Controleer of het waarschuwingslampje van 
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N. 
(→Blz. 317)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave 
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC) 
of IGNITION ON (contact AAN) niet 
wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay. De stand kan worden gewijzigd door op 
de startknop te drukken zonder het 
rempedaal (Multidrive CVT) of het kop-
pelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) in te trappen. (De stand 
verandert iedere keer dat op de knop 
wordt gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden 
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals 
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het 
multi-informatiedisplay weergegeven.
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens 
het rijden af wilt zetten, houd dan de 
startknop gedurende ten minste 2 
seconden ingedrukt of druk hem ten 
minste driemaal achter elkaar kort in. 
(→ Blz. 644)
Bedien de startknop tijdens het rijden 
echter uitsluitend in noodgevallen. Door 
de motor tijdens het rijden uit te zetten, 
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de 
bekrachtiging van deze systemen niet 
meer. Hierdoor zullen het remmen en 
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de 
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl 
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de 
motor opnieuw te starten nadat dit ten 
gevolge van een noodsituatie tijdens het 
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat dit ten gevolge van een 
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld het koppelingspedaal in en 
druk de startknop in.
Wijzigen van de stand van het 
contact
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 312  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM