
3INHOUDSOPGAVE
COROLLA_TMUK_EE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ........................ 326
Automatic High  Beam-systeem...... .................329
AHS (Adaptive High  Beam-systeem) .... .................332
Schakelaar mistlampen............ 335
Ruitenwissers en -sproeiers..... 336
Achterruitenwisser en  -sproeier ................................ 339
4-4. Tanken Openen van de tankdop........... 341
4-5. Gebruik van de  ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ................ 343
PCS (Pre-Crash  Safety-systeem)..................... 354
LTA (Lane Tracing Assist) ........ 361
LDA (Lane Departure Alert  met stuurregeling).................. 370
Dynamic Radar Cruise  Control met volledig 
snelheidsbereik...................... 378
Dynamic Radar Cruise  Control ................................... 389
Cruise control ........................... 399
Snelheidsbegrenzer ................. 402
RSA (Road Sign Assist) ........... 405
Stop & Start-systeem ............... 409
BSM (Blind Spot Monitor) ........ 417
Toyota Parking Assist-sensor ... 432
RCTA (Rear Crossing  Traffic Alert) ........................... 441
PKSB (Parki ng Support 
Brake) .................................... 446
Parking Support Brake-functie  (voor stilstaande objecten) .... 453
Parking Support Brake-functie  (voor voertuigen die 
achterlangs rijden) ................. 459
S-IPA (Simple Intelligent  Parking Assist-systeem) ........ 463
Rijmodusselectieschakelaar .... 491
Uitlaatgasfiltersysteem ............. 492
Ondersteunende systemen ...... 492
4-6. Rijtips Rijden in de winter ................... 4975-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen ........... 502
Gebruik van de audiotoetsen  op het stuurwiel...................... 503
USB-aansluiting ....................... 504
5-2. Gebruik van het audiosysteem Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem.. .................505
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio ........................ 507
5-4. Afspelen van een audio-CD  en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler ................ 508
5-5. Gebruik van een extern  apparaat
Af
spelen van bestanden 
op een iPod............................ 514
Afspelen van bestanden op  een USB-geheugen ............... 519
5-6. Gebruik van  Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth®-audio/telefoon ........ 524
Gebruik van de toetsen  op het stuurwiel...................... 529
Registreren van een 
Bluetooth
®-apparaat .............. 529
5-7. Menu SETUP (instellingen) Gebruik van het menu SETUP (instellingen) 
(“Bluetooth”-menu)................. 530
Gebruik van het menu SETUP  (instellingen) (menu TEL) ...... 532
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een
 Bluetooth
® compatibele 
draagbare speler.................... 537
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ....................................... 539
Een telefoongesprek  ontvangen .............................. 540
Voeren van een  telefoongesprek ..................... 541
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®................................ 543
5Audiosysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  3  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

7
COROLLA_TMUK_EE
De inbouw van een zend-/ontvangin-
stallatie in uw auto kan elektronische 
systemen beïnvloeden, zoals:
 (Sequentieel) multipoint brandstofin-
spuitsysteem
 Toyota Safety Sense (indien aanwe-
zig)
 Cruise control-systeem (indien aan-
wezig)
 Antiblokkeersysteem
 SRS-airbagsysteem
 Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of 
speciale voorschriften met betrekking 
tot de inbouw van een zend-/ontvangin-
stallatie contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur 
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot 
frequenties, vermogens, antenneposi-
ties en montagevoorwaarden voor 
zend-/ontvanginstallaties is op verzoek 
beschikbaar bij een erkende 
Toyota-dealer of hers teller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. De auto is uitgerust met geavanceerde 
computers die bepaalde informatie 
opslaan, zoals:
• Motortoerental/toerental elektromo-
tor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteu-
nende systemen
• Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's. Neem 
voor de locatie van registrerende camera's 
contact op met een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk 
van de uitvoering en de aanwezige 
opties van de auto, en van de bestem-
ming.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen in 
bepaalde situaties beelden van buiten 
de auto op.
 Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze com-
puter worden opgeslagen, gebruiken om 
storingen vast te stellen, onderzoek te doen 
en de kwaliteit van haar producten te verbe-
teren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgesla-
gen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de 
auto of, wanneer het een leaseauto 
betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de  rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts- zaak
Inbouw van een 
zend-/ontvanginstallatieOpslaan voertuiginformatie
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  7  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

321-1. Voor een veilig gebruik
COROLLA_TMUK_EE
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt 
eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht om de kans op letsel bij plotseling 
remmen, plotseling uitwijken of een onge-
val te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg 
hebben.
■Dragen van een veiligheidsgordel
●Zorg ervoor dat alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
●Draag de veiligheidsgordel altijd op de 
juiste manier.
●Elke veiligheidsgordel mag maar door 
één persoon worden gebruikt. Gebruik 
een veiligheidsgordel niet voor twee 
personen tegelijk, ook niet als de 
tweede persoon een kind is.
●Toyota beveelt aan dat kinderen op de 
achterstoel plaatsnemen en altijd op de 
juiste manier gebruikmaken van de vei-
ligheidsgordels en/of het baby- of kin-
derzitje.
●Laat om de juiste zitpositie in te stellen 
de rugleuning niet verder achterover 
hellen dan nodig is. De veiligheidsgor-
dels werken het best wanneer de inzit-
tenden geheel rechtop en goed tegen 
de rugleuning zitten.
●Draag het schouderdeel van uw gordel 
nooit onder uw arm.
●Draag de veiligheidsgordel altijd laag en 
goed aansluitend over uw heupen.
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
( → Blz. 33)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op 
dezelfde manier dragen als de andere 
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen 
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste 
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de 
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig lets el oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
( → Blz. 33)
■Als er kinderen in de auto aanwezig 
zijn
→ Blz. 65
■Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels 
niet beschadigd raken doordat de riem, 
de gesp of de gordelsluiting bekneld 
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  32  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

33
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
COROLLA_TMUK_EE
Trek de schoudergordel zo ver naar 
buiten dat de gordel goed tegen de 
schouder aan ligt en niet van de 
schouder af glijdt of tegen de nek 
aan ligt.
 Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
 Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop 
mogelijk in de stoel zitten met uw rug 
stevig tegen de leuning.
 Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel 
niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door 
kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in 
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje 
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze 
te dragen. ( →Blz. 47)
●Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op een juiste manier te dra-
gen, volg dan de instructies met betrekking 
tot het gebruik van de veiligheidsgordel op. 
(→ Blz. 32)
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsysteem 
regelmatig. Let op beschadigingen, 
zoals scheuren en rafels, en op losse 
onderdelen. Gebruik een beschadigde 
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo 
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende 
niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet 
gedraaid is.
Neem direct contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als de veiligheidsgordel niet 
goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij  een ernstig ongeval, 
ook al is er geen zichtbare schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf 
te plaatsen, verwijderen, wijzigen, 
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. Als de veiligheidsgordels 
niet op de juiste wijze worden gebruikt, 
werken ze mogelijk niet meer naar 
behoren.
Juist gebruik van de 
veiligheidsgordels
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  33  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

341-1. Voor een veilig gebruik
COROLLA_TMUK_EE
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn 
voor veiligheidsgordels, neem dan contact op 
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
1 Maak de veiligheidsgordel vast door 
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
2 De veiligheidsgordel kan worden 
losgemaakt door de ontgrendelknop 
 in te drukken.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als 
u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij 
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook 
in werking treden als u te snel vooroverbuigt. 
Door rustig te bewegen kan de veiligheids-
gordel afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
■Nadat de middelste veiligheidsgordel 
achter gebruikt is
Berg de gordelsluiting op in de uitsparing.
1 Duw het schouderbevestigingspunt 
omlaag terwijl u de ontgrendelknop 
 indrukt.
2 Duw het schouderbevestigingspunt 
omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de 
gewenste positie en laat het los als u een 
klik hoort.
Vast- en losmaken van de 
veiligheidsgordel
Afstellen van de hoogte van het 
schouderbevestigingspunt van 
de veiligheidsgordel 
(voorstoelen)
WAARSCHUWING
■Verstelbaar schouderbevestigings-
punt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het 
midden van de schouder ligt. De gordel 
mag niet tegen de nek aanliggen, maar 
ook niet van uw schouder afglijden. Als u 
hier niet voor zorgt, wordt de mate van 
bescherming bij plotseling remmen, uitwij-
ken of een ongeval minder en de kans op 
ernstig letsel groter.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  34  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

641-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
COROLLA_TMUK_EE
■Een baby- of kinderzitje plaatsen 
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de 
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie 
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de 
“voertuiglijst” van de fabrikant van het 
baby- of kinderzitje voor de diverse 
mogelijke montageposities of doe 
navraag naar de compatibiliteit bij de 
verkoper van het zitje. ( →Blz. 52, 53, 
58, 60)
1 Als het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg  dan Blz. 49 voor het afstellen van 
de voorpassagiersstoel.
2 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van 
het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de 
hoogste stand. ( →Blz. 276)
3 Voer de veiligheidsgordel door het 
baby- of kinderzitje en steek de 
gesp in de gordelsluiting. Controleer 
of de gordel niet gedraaid is. Maak 
de veiligheidsgordel goed vast aan 
het baby- of kinderzitje aan de hand 
van de bijgesloten handleiding.
Bevestiging onderste 
ISOfix-bevestigingspuntBlz. 66
Bevestiging bevestigingspunt  bovenste gordelBlz. 67
PlaatsingsmethodeBladzijde
Baby- of kinderzitje vastgezet 
met een veiligheidsgordel
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  64  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

65
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
COROLLA_TMUK_EE
4
Als uw baby- of kinderzitje niet is 
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet 
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
5 Beweeg het baby- of kinderzitje na 
het plaatsen naar achteren en naar 
voren om te controleren of het goed 
vastzit. ( →Blz. 65)
■Verwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een 
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal 
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt 
het baby- of kinderzitje mogelijk een stukje 
omhoog als gevolg van de terugwerking van 
de zitting. Maak de gor delsluiting los terwijl u 
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel  rolt automatisch op. 
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk 
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de 
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- 
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: 
blokkeerclip voor  baby- of kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht. 
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg 
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als de veiligheidsgordel 
om de nek van het kind draait, kan het 
kind stikken of erns tig letsel oplopen. 
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet 
kan worden losgemaakt, knip de gordel 
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar 
links en naar rechts en naar voren en 
naar achteren om te controleren of het 
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat 
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen 
geplaatst is altijd of de schoudergordel 
over het midden van de schouder van 
het kind loopt. De gordel mag niet langs 
de nek van het kind lopen, maar mag 
ook niet van de schouder van het kind 
vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing 
van de fabrikant.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  65  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

133
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE 
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
●De standaard levensduur van de batterij is 
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er 
een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay als de motor wordt 
uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de 
elektronische sleutel in om te voorkomen 
dat de batterij van de elektronische sleutel 
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. ( →Blz. 220)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel 
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is. 
Vervang de batterij indien nodig. 
(→ Blz. 632)
• Het Smart entry-systeem met startknop of  de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat  niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij 
niet nodeloos te bekorten, de elektronische 
sleutel op een afstand van minimaal 1 m 
van de volgende elektrische apparaten 
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en  batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en  mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische  sleutel zich langer 
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto 
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de 
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen 
raken.
■Batterij vervangen
→ Blz. 632
■Als “New Key Registered Contact Your 
Dealer if You Did Not Register a New 
Key” (Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem contact op met uw dealer 
als u geen nieuwe sleutel geregistreerd 
hebt) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay (auto's met 
Smart entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke keer 
dat het bestuurdersportier wordt geopend als 
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er 
een nieuwe elektronisc he sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als de melding wordt 
weergegeven, maar u geen nieuwe elektroni-
sche sleutel hebt geregistreerd, om te contro-
leren of er een onbekende elektronische 
sleutel (anders dan de sleutels die u in uw 
bezit hebt) is geregistreerd.
■Als een verkeerde sleutel wordt 
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de 
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet 
bloot aan sterke schokken en buig ze 
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan 
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en 
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Auto's met Smart entry-systeem en 
startknop: Bevestig geen metalen of 
magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van 
dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke op 
de sleutel.
●Auto's met Smart entry-systeem en 
startknop: Houd de sleutels uit de buurt 
van apparaten die magnetische velden 
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestel-
len, audiosystemen  en inductiekookpla-
ten).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 133  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM