383
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
LTA (Lane Tracing Assist)
Als wordt gereden op een weg met duidelijke witte (gele) rijstrookmarkerin-
gen, waarschuwt het LTA-systeem de bestuurder wanneer de auto de huidige
rijstrook of koers dreigt te verlaten
*. Het systeem kan ook het stuurwiel enigs-
zins bedienen om te helpen voorkomen dat de rijstrook of koers wordt verla-
ten
*. Wanneer de Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik is ingeschakeld, bedient dit systeem het stuurwiel ook om de
auto goed op de rijstrook te houden.
Het LTA-systeem herkent witte (gele)
rijstrookmarkeringen of de rijbaan
*
met behulp van de camera voor. Het
detecteert ook voorliggers met behulp
van de camera voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
WAARSCHUWING
■ Voordat u het LTA-systeem gebruikt
● Vertrouw niet uitsluit end op het LTA-systeem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto beperkt. De bestuurder dient altijd volledige
verantwoordelijkheid te nemen voor een veilig rijgedrag door de omgeving steeds
goed in de gaten te houden en het stuurwiel te bedienen om de rijrichting van de
auto te corrigeren. De bestuurder moet ook zorgen voor voldoende pauzes als hij
moe is, bijvoorbeeld als hij langere tijd heeft gereden.
● Als u niet op de juiste manier rijdt en niet goed oplet, kunt u een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 38 3 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
3914-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
De Lane Centering-functie aan-/uitzetten
Druk op de toets LTA.
De Lane Centering-functie wordt telkens wanneer de toets wordt ingedrukt aan/uit
gezet.
De actuele instelling wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay.
■
LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN wordt gezet.
De Lane Centering-functie blijft echter de status (aan/uit) houden die de functie had
voordat het contact UIT werd gezet.
Instellingen LTA-systeem
Lane Centering-functie aanLane Centering-functie uit
Active Lane Centering- functie van de
LTA-stuurassistentie ingeschakeld LTA -
stuurassistentie ingeschakeld.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 39 1 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
3924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus
van de indicator wordt de bestuurder
geïnformeerd over de bedrijfsstatus
van het systeem.
Brandt wit:
LTA-systeem is in werking.
Brandt groen:
Stuurassistentie van de stuurassisten-
tiefunctie of de Lane Centering-functie
is in werking.
Knippert oranje:
Lane Departure Alert-functie is in werking.
Display werking van ondersteuning stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-informatiedisplay wordt overgeschakeld op
het informatiedisplay voor ondersteunende systemen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden weergegeven: Geeft aan dat de stuur-
wielassistentie van de Lane Centering-functie in werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de stuurassistentiefunctie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knipperen: Waarschuwt de bestuurder dat hij in
actie moet komen om in het midden van de rijstrook te blijven (Lane Centering-
functie).
Meldingen op het multi-informatiedisplay
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 392 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
3934-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
Display Lane Departure Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het multi-informatiedisplay wordt overgeschakeld op
het informatiedisplay voor ondersteunende systemen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-informatiedisplay wordt overge-
schakeld op het informatiedisplay voor ondersteunende systemen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de Lane Centering-functie in werking is door
de positie van de voorligger in de gaten te houden.
Wanneer het display voor rijden met de volgregeling wordt weergegeven en de
voorligger in beweging is, beweegt uw auto zich mogelijk op dezelfde wijze. Houd
uw omgeving altijd goed in de gaten te houden en bedien indien nodig het stuurwiel
om de rijrichting van de auto te corrigeren en de veiligheid te garanderen.
Binnenzijde van de weergegeven
lijnen is witBinnenzijde van de weergegeven
lijnen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent.
Als de auto de rijstrook verlaat, knip-
pert de witte lijn die wordt weergege-
ven aan de zijde waar de auto de
strook verlaat oranje. Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan* niet kan
herkennen of tijdelijk is uitgescha-
keld.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 39 3 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
3944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
■Voorwaarden voor werking van de functies
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger
*1.
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrookmarkeringen of een rijbaan
*2. (Wanneer
een witte [gele] markering of rijbaan*2 slechts aan één zijde wordt herkend, werkt
het systeem uitsluitend voor de herkende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend. (Auto's met BSM: Behalve wanneer een ander voertuig zich op de rijstrook bevindt aan de zijde van de
bediende richtingaanwijzer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. ( Blz. 397)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-rand
● Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar ook aan alle onderstaande voorwaar-
den.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het ver- anderen van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuurwiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 396)
● Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waarschuwing voor slingeren) in op het
multi-informatiedisplay is ON (aan). ( Blz. 788)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. ( Blz. 397)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 39 4 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
3954-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E●
Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Centering” in van het multi-informatiedisplay is ON
(aan). ( Blz. 788)
• Deze functie herkent witte (gele) rijstrookmarkeringen of de positie van een voor- ligger (behalve bij kleine voorliggers, zoals een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik werkt in de afstandsregelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. ( Blz. 397)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het ver- anderen van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuurwiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 396)
• De auto rijdt in het midden van een rijstrook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■ Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden wordt voldaan, wordt een functie moge-
lijk tijdelijk uitgeschakeld. Als echter weer aan de werkingsvoorwaarden wordt vol-
daan, wordt de werking van de functie automatisch hervat. ( Blz. 394)
● Als niet langer aan de werkingsvoorwaarden ( Blz. 395) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, klinkt er mogelijk een zoemer om aan te geven
dat de functie tijdelijk is uitgeschakeld.
■ Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-functie
●Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de bestuurder mogelijk niet dat de functie in wer-
king is of werkt de functie mogelijk helemaal niet.
● De bediening van het stuurwiel door de bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurrege-
ling van de functie.
● Probeer niet zelf de werking van de stuurassistentiefunctie te testen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 39 5 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
3964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz.
● Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
● Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk niet vaststellen of er een gevaar bestaat
voor een aanrijding met een voertuig op een aangrenzende rijstrook.
● Probeer niet zelf de werking van de Lane Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■ Waarschuwing handen van het stuurwiel
● Wanneer het systeem signaleert dat de bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel blijft houden, klinkt de zoemer,
wordt de bestuurder gewaarschuwd en wordt de functie tijdelijk uitgeschakeld. Deze
waarschuwing werkt op dezelfde wijze als de bestuurder het stuurwiel licht blijft
vasthouden.
● Wanneer bij het nemen van een bocht het systeem vaststelt dat de auto de rijstrook
dreigt te verlaten terwijl de Lane Centering-functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de conditie van de weg, wordt er mogelijk
geen waarschuwing gegeven. Bovendien word t, als het systeem signaleert dat de
auto in een bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaarschuwd dan bij het rijden op een
rechte weg.
● Wanneer het systeem signaleert dat de bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in werking is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuurwiel blijft houden en de stuurwielassis-
tentie in werking is, klinkt de zoemer en wordt de bestuurder gewaarschuwd. Elke
keer dat de zoemer klinkt, houdt het geluid hiervan langer aan.
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te sporen
het stuurwiel vast te houden. Tevens wordt het
in de afbeelding weergegeven symbool op het
multi-informatiedisplay weergegeven. De
waarschuwing stopt wanneer het systeem sig-
naleert dat de bestuurder het stuurwiel vast-
houdt. Houd uw handen altijd aan het stuurwiel
wanneer u dit systeem gebruikt, ongeacht
eventuele waarschuwingen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 39
6 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
6857-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
7
Bij problemen
Controlelampje Traction ControlGeeft aan dat er een storing is in:
• De VSC (Vehicle Stability Control);
• De TRC (Traction Control); of
• De Hill Start Assist Control.
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, de TRC het ABS of
de Trailer Sway Control in werking is. ( Blz. 536)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Geel)
Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het regeneratieve remsysteem;
• Het elektronisch geregelde remsysteem; of
• De elektrisch bedienbare parkeerrem.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*1
(Oranje)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) LTA (indien aanwe-
zig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing
Assist)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. ( Blz. 397)
(Knippert of
brandt)
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Wanneer er gelijktijdig een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aan wezig is in het PCS (Pre-Crash
Safety-systeem).
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) is tijdelijk niet beschikbaar,
corrigerende maatregelen kunnen noodzakelijk zijn.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. ( Blz. 363, 693)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Sta-
bility Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waarschu-
wingslampje PCS branden.
Blz. 382
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 68 5 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM