82
Veiligheid
draait de motor soms met hoge toerentallen; dit
is normaal.
Met een draaiknop met vijf standen kunt u de
stand selecteren die het meest geschikt is voor
de rijomstandigheden.
Afhankelijk van de gekozen stand gaat er
een lampje branden en wordt er een melding
weergegeven om uw keuze te bevestigen.
Bedieningsstanden
Normaal (DSC)
Dit is de stand voor situaties waarin
weinig wielslip optreedt, gebaseerd op de
meest voorkomende omstandigheden tijdens het
rijden op autowegen en snelwegen.
Als u het contact opnieuw aanzet, neemt het systeem automatisch deze stand
weer aan.
Sneeuw
In deze stand past het systeem bij het
wegrijden de regeling aan op de
hoeveelheid grip die elk voorwiel op dat moment
heeft.
(regeling actief tot 80 km/h)
Off road (modder, nat gras enz.)
In deze stand wordt bij het wegrijden veel
wielslip toegestaan bij het wiel met de
minste grip, zodat de modder van de band wordt
verwijderd en het wiel vervolgens weer grip
krijgt. Er wordt zo veel mogelijk koppel naar het
wiel met de meeste grip overgebracht.
Tijdens het optrekken verdeelt het systeem de
wielslip zodanig dat de handelingen van de
bestuurder zo veel mogelijk effect hebben.
(regeling actief tot 50 km/h)
Zand
In deze stand kunnen de twee
aangedreven wielen tegelijkertijd iets
spinnen, zodat de auto vooruit kan rijden en niet
vast komt te zitten in het zand.
(regeling actief tot 120
km/h)
Gebruik geen andere standen in zand,
anders bestaat de kans dat de auto vast
komt te zitten.
U kunt de ASR en de DSC uitschakelen
door de draaiknop in de stand " OFF" te
draaien.
De ASR en het DSC grijpen niet meer in
op de werking van de motor en het
remsysteem als de auto uit de koers raakt.
Deze systemen worden automatisch weer
ingeschakeld bij een snelheid van 50
km/h of
als het contact opnieuw wordt ingeschakeld.
Voorschriften
Uw auto is hoofdzakelijk ontworpen voor
het gebruik op verharde wegen, maar u kunt
er ook mee uit de voeten op minder goed
begaanbare wegen.
Uw auto is echter geen terreinauto,
en is niet ontworpen voor de volgende
omstandigheden:
–
het rijden in terreinen die de onderzijde
van de auto zouden kunnen beschadigen
of waarin onderdelen (brandstofleiding,
brandstofkoeler
, ...) geraakt zouden kunnen
worden door stenen of andere objecten,
–
het rijden in terrein met steile hellingen en
weinig grip,
–
het doorwaden van beekjes en stroompjes,
enz.
Hill Assist Descent
Control
Hulpsysteem bij het afdalen van een helling op
onverhard wegdek (gravel, modder enz.) of bij
het afdalen van een steile helling.
Automobiles PEUGEOT verklaart dat er in overeenstemming met de voorschriften van de Europes\
e regelgeving (Richtlijn 2000/53) met betrekking tot
autowrakken wordt voldaan aan de in deze richtlijn gestelde doelen en da\
t er recyclebare materialen worden gebruikt voor de productie van produc\
ten die
door het bedrijf worden verkocht.
Reproductie of vertaling van dit document, zelfs gedeeltelijk, is verbod\
en zonder schriftelijke toestemming van Automobiles PEUGEOT.Gedrukt in de EU
11-19