214
Praktische informatie
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar flacons met AdBlue® nooit in uw
auto.
Gebruiksvoorschriften
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is niet ontvlambaar, kleurloos
en geurloos (indien de vloeistof koel wordt
bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en zeep.
Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de ogen
dan onmiddellijk en grondig gedurende ten
minste 15 minuten met kraanwater of met een
oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een
blijvend branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink vervolgens een ruime
hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Dampen met ammoniak werken irriterend op de
slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op
een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan
-11 °C. Als het kouder is, bevriest de AdBlue
®
waardoor u het niet in het reservoir kunt gieten.
Laat de auto enkele uren op een warmere plaats
staan en vul vervolgens het reservoir bij.
Giet nooit AdBlue® in de tank voor diesel.
Als er AdBlue® op de carrosserie of op
een andere plaats is gemorst, spoel deze
dan onmiddellijk weg met koud water of veeg
het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
verwijderd met een spons en warm water.
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reservoir leeg is geraakt,
moet u ongeveer 5 minuten wachten voordat
u het contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de auto te
ontgrendelen, de sleutel in het contactslot
te steken of de sleutel van het "Keyless
entry and start"-systeem in het interieur te
brengen.
Zet vervolgens het contact aan en start na 10
seconden de motor.
►
Zet het contact af en verwijder de sleutel uit
het contactslot om de motor af te zetten. of
►
Druk bij Keyless entry and start op de toets
"
START/STOP" om de motor af te zetten.
Toegang tot het AdBlue®-reservoir
► Open het portier linksvoor voor toegang tot
het AdBlue®-reservoir.
► Trek de zwarte afdekplaat
aan de onderzijde los.
►
Draai de blauwe dop een 6e slag linksom.
►
Haal de dop naar boven los.
►
Met een verpakking
AdBlue
®: controleer eerst
de uiterste houdbaarheidsdatum en lees daarna
zorgvuldig de instructies op het etiket voordat
u de inhoud van de verpakking in het AdBlue-
reservoir van de auto giet.
►
Bij een
AdBlue®-pomp: steek het vulpistool
in de vulpijp en blijf tanken totdat het vulpistool
afslaat.
►
V
oer na het bijvullen dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
216
Praktische informatie
► Laat het rempedaal los en schakel het
contact uit.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de
motor .
Met selectiehendel of
keuzeschakelaar van de
transmissie (elektrische
auto) en elektrische
parkeerrem
/
Procedure voor het activeren van de
vrijloop
► Trap het rempedaal in terwijl de auto stilstaat
en de motor draait, en selecteer stand N .
Binnen 5 seconden:
►
Houd het rempedaal ingetrapt en doe het
volgende in deze volgorde: zet het contact uit
en beweeg de selectieschakelaar naar voren of
naar achteren.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact
weer aan.
►
T
rap het rempedaal in en druk op de hendel
van de elektrische parkeerrem om deze vrij te
zetten.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact af.
Er wordt een melding op het
instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de wasstand kan er een melding op het
instrumentenpaneel worden weergegeven
om aan te geven dat er geen update van het
audiosysteem kan worden uitgevoerd.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de
motor .
Keyless entry and start
Trap het rempedaal niet in terwijl u het
contact aan en weer uit zet. Als u dat wel
doet, start de motor waardoor u de procedure
opnieuw moet uitvoeren.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de
motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer
lage temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat
wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone en
schakel de "handsfree" functie (Handsfree
toegang) uit.
Wanneer u een hogedrukspuit gebruikt, houd
de spuitmond dan op minimaal 30 cm van
de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
Verwijder meteen alle vlekken met
chemicaliën die de lak van uw auto kunnen
beschadigen (zoals boomhars, vogelpoep,
insectenafscheidingen, pollen en teer).
Afhankelijk van de omgeving moet u de
auto vaker wassen om zoutafzettingen (in
kustgebieden), roet (in industriële gebieden)
of modder (in natte of koude gebieden) te
verwijderen. Deze materialen kunnen zeer
corrosief zijn.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of gekwalificeerde werkplaats voor advies
over het verwijderen van hardnekkige vlekken
waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals
verwijdermiddelen voor teer en insecten).
Laat lakschade bij voorkeur repareren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
310
Trefwoordenregister
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-
verlichting
98
Frequentie (radio)
296–297
G
Gekoppeld navigatiesysteem 290–293
Geluidssignaal stil voertuig
(elektrische auto)
108, 147
Geluidssignaal voor voetgangers
(elektrische auto)
108, 147
Geprogrammeerd laden
28, 203
Geprogrammeerd laden
(elektrische auto)
28, 195, 200
Gereedschap
221, 224
Gereedschapskist
220
Gesproken commando''''s ~
Spraakcommando''''s
284–287
Gevarendriehoek
219
Gewichten
242–243, 249
GPS
290
Grootlicht
96, 229–230
Grootlichtassistent
99–100
H
Halogeenlampen 229–230
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld
156, 163, 211
Handopvoerpomp 219
Handrem
152, 211
Handsfree-schuifdeur
46–47
Handsfree set
262–263, 275–276, 299–300
Head-up display
167–168
Helderheid
277
Het opslaan van de snelheid
168–169
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
155–156
Hoedenplank
75
Hoek van de stoel
53
Hoek van de stoel verstellen
53, 55
Hoofdsteunen verstellen
55
Hoofdsteunen vóór
55
Hoogspanning
194
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling
57
Hoogteverstelling veiligheidsgordels ~
Gordelverstelling
11 3
Hulpoproep
106
I
Identificatiegegevens 253
Identificatieplaatjes constructeur
253
Identificatie (stickers)
253
Imperiaal
205
Indeling achter
79
Indeling interieur ~ Interieurindeling
74–75, 79
Individuele achterstoel(en) op rails
69–71, 114
Infraroodcamera
166
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank
(inhoud)
192–193
Inrichting laadruimte
78
Instapverlichting
98–99
Instellen van de uitrustingen
27–28
Instellingen van het systeem
278, 302
Instrumentenpaneel
10, 167
Intelligente tractiecontrole
11 0
Interieurfilter
85, 211
Interieurfilter (vervangen)
2 11
Interieurverlichting
94, 101
ISOFIX
138, 140–141, 141
ISOFIX bevestigingen
128, 138, 140–141, 141
ISOFIX kinderzitjes
130–131, 138,
140–141, 141, 142
J
Jack 298
Jack-aansluiting
260, 298
Jack-kabel
298
K
Kaartleeslampjes 94
Kentekenplaatverlichting
233
Keyless entry and start
31–37, 149–150
Kilometerteller
24
Kinderbeveiliging
144–145
Kinderbeveiliging achterportierruiten
145