234
PEUGEOT Connect Nav
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen,
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
SIM-kaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen SMS-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen geen SMS-
berichten naar het systeem worden verzonden.Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
W
anneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V
oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:,
Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
►
Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor
, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
►
Start de auto om de laadstroom van de accu
te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen.
De datum en tijd kunnen alleen worden ingesteld
als u de synchronisatie met de satellieten
deactiveert.
►
Menu Instellingen/Opties/Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "T
ijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).
239
Trefwoordenregister
R
Radar (waarschuwingen) 107
Radio
198, 200, 224
Radiozender
198, 224–225
RDS
198, 224
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling
48–50
Regeling luchtverdeling ~
Luchtverdeling
48–50
Regelmatige controles ~ Controles
153–155
Regelmatig onderhoud
108, 153
Regeneratie roetfilter
153
Reinigen (adviezen)
158–159
Rembekrachtigingsysteem
67
Remblokken
154–155
Remlichten
174–176
Remmen
154–155
Remschijven
154–155
Remvloeistof
152
Reservewiel
43, 154, 160–161, 167–168
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
152
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
106–107
Resetten van het traject
19–20
Richtingaanwijzers
58, 172, 174–176
Riem
43–44
Rijadviezen
6, 86
Rijden
86
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
107
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
107
Rijstrookcontrolesystemen
67
Rijverlichting 54
Roetfilter
153
Ruitbediening
31–32
Ruitensproeier achter
59
Ruitensproeiers
60
Ruitenwisser achter
59
Ruitenwisserbladen (vervangen)
60–61
Ruitenwisserbladen vervangen
60–61
Ruitenwissers
58, 61–62
Ruitenwisserschakelaar
58–59, 61–62
Ruitenwissers vóór
59, 61
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
35
SCR (Selective Catalytic Reduction)
18, 155
SCR-systeem
18, 155
Selectiehendel
99–102
Selectiehendel automatische transmissie ~
Schakelen automatische
versnellingsbak
96, 101
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak
95–96
Sensoren (waarschuwingen)
108
Serienummer auto
193
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
43, 160–161, 163–167
Sfeerverlichting
53
Signalering onoplettendheid
123
Sjorogen
43–44
Skiluik 43
Sleepoog
43
Slepen
183–185
Slepen van een auto
183–185
Sleutel
21–27
Sleutel met afstandsbediening
22, 24, 87
Sleutel niet herkend
91
SMS
229
Sneeuwkettingen
106, 141
Sneeuwscherm
142, 142–143
Snelheidsbegrenzer
110–112
Snelheidslimietherkenning
109
Snelheidsregelaar
110, 112–118, 120
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
11 0
Spaarfase
148
Starten
180
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
139
Starten van de auto
89–91, 96, 99–102
Starten van de motor
88
Stickers
159
Stickerset
159
Stilzetten van de auto
89–91, 96, 99–102
Stoelen achter ~ Achterbank
38–40, 76
Stoelen verstellen
33–34
Stoelverwarming
35
Stop & Start
20, 47, 51, 104–105,
139, 150, 153, 180, 183
Streaming audio Bluetooth
200, 226
Stuurkolomschakelaars
99–102
Stuurwiel (verstellen)
36
Supervergrendeling
23–24
Synchroniseren afstandsbediening
27