160
In geval van pech
Boordgereedschap
Het boordgereedschap bestaat uit al het
gereedschap waarmee uw auto is geleverd.
De samenstelling ervan is afhankelijk van de
uitrusting van uw auto:
– bandenreparatieset,
–
reservewiel.
Toegang tot het
gereedschap
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw auto. Van welk gereedschap uw
auto is voorzien, is afhankelijk van de
uitvoering van de auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het verwisselen van een wiel met
een beschadigde band.
Gebruik niet een andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Als de auto niet is voorzien van de
originele krik, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats, om de door de fabrikant
voorgeschreven krik aan te schaffen.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving
zoals deze is vastgelegd in de Richtlijn
2006/42/EG over machines.
De krik is onderhoudsvrij.
Beschikbaar gereedschap
1. Wielblok om het wegrollen van de auto te
voorkomen (afhankelijk van de uitvoering)
2. Dop voor het verwijderen van slotbouten (in
het dashboardkastje) (afhankelijk van de
uitvoering)
Hiermee kunnen de speciale slotbouten met
behulp van de wielsleutel worden verwijderd. 3.
Afneembaar sleepoog
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het slepen van de auto en het
gebruik van het afneembare sleepoog.
Met bandenreparatieset
4. Bandenreparatieset (afhankelijk van de
uitvoering)
Bevat een 12V-compressor en een flacon
afdichtmiddel
Voor het tijdelijk repareren en het op
spanning brengen van een band.
5. Sticker met de snelheidslimiet
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de bandenreparatieset .
Uitvoeringen met reservewiel
5.Wielsleutel
Hiermee kunt u de wieldop verwijderen en de
wielbouten losdraaien.
6. Krik met geïntegreerde slinger
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7. Gereedschap voor het verwijderen van
sierdoppen van wielbouten (afhankelijk van
de uitvoering)
Hiermee kunnen de sierdoppen bij
lichtmetalen velgen van de wielbouten
worden verwijderd.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het reservewiel.
176
In geval van pech
► Haal de stekker van de lampeenheid los.
► V erwijder het afdichtschuim.
►
Maak de lamphouder los door op de 2
borglippen te drukken.
►
V
ervang de gloeilamp.
Achteruitrijlichten, mistlamp (achterklep)
► Open het kofferdeksel/de achterklep en
verwijder vervolgens het afdekplaatje.
►
V
erwijder de bevestigingsmoer van de
lampeenheid.
► Verwijder de lampeenheid voorzichtig via de
buitenzijde.
►
Haal de stekker van de lampeenheid los.
►
Mistlamp: maak de lamphouder los door
op de 2 borglippen te drukken en vervang de
gloeilamp vervolgens.
►
Achteruitrijlicht: draai de lamphouder een
kwart slag los en vervang de gloeilamp.
Kentekenplaatverlichting (W5W)
► Steek een kleine schroevendraaier in een
van de buitenste openingen van het lampglas.
► Duw de schroevendraaier naar buiten om het
lampglas los te maken.
► Verwijder het lampglas.
► Vervang de defecte lamp.
Druk het glaasje vast in de houder.
Een zekering vervangen
Toegang tot het
gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen is
bevestigd aan de binnenzijde van het deksel van
de zekeringkast in het dashboard.
► Trek het deksel eerst linksboven en dan
rechtsboven los.
177
In geval van pech
8► Steek een kleine schroevendraaier in een
van de buitenste openingen van het lampglas.
►
Duw de schroevendraaier naar buiten om het
lampglas los te maken.
►
V
erwijder het lampglas.
►
V
ervang de defecte lamp.
Druk het glaasje vast in de houder.
Een zekering vervangen
Toegang tot het
gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen is
bevestigd aan de binnenzijde van het deksel van
de zekeringkast in het dashboard.
►
T
rek het deksel eerst linksboven en dan
rechtsboven los.
► Maak het deksel volledig los en keer het om.
► V erwijder de tang van de achterzijde van het
deksel.
Een zekering vervangen
Voordat u een zekering vervangt:
► Achterhaal de oorzaak van de storing en
verhelp de oorzaak.
►
Schakel alle stroomverbruikende
voorzieningen uit.
►
Zet de auto stil en schakel het contact uit.
►
Bepaal welke zekering defect is aan de hand
van de actuele zekeringtabellen en schema's.
Bij het vervangen van zekeringen is het
volgende zeer belangrijk:
►
Gebruik de speciale tang om de zekering uit
de zekeringkast te verwijderen en controleer of
het smeltdraadje van de zekering intact is.
►
V
ervang een defecte zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte (dezelfde
kleur): een afwijkende stroomsterkte kan
storingen veroorzaken - kans op brand!
Als de storing zich kort na het vervangen van
de zekering opnieuw voordoet, laat dan het
elektrische systeem controleren door een
PEUGEOT-dealer of door een gekwalificeerde
werkplaats.
De zekeringtabellen en de bijbehorende
schema's zijn verkrijgbaar bij een
PEUGEOT-dealer of bij een gekwalificeerde
werkplaats.
Wanneer een zekering wordt vervangen
door een zekering die niet in deze
zekeringtabellen staat, kunnen er ernstige
storingen ontstaan. Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Goed
Defect
Tang
Elektrische accessoires monteren
Bij het ontwerp van het elektrische circuit
van uw auto is reeds rekening gehouden met
de montage van zowel de standaarduitrusting
als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in de
auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door PEUGEOT
178
In geval van pech
aanbevolen en geleverd worden, en niet
volgens haar voorschriften zijn gemonteerd.
Dit geldt met name als het totale
stroomverbruik van alle extra accessoires
meer dan 10 milliampère bedraagt.
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
► Trek het deksel eerst linksboven en dan
rechtsboven los.
Overzicht zekeringen
ZekeringN r.Stroomsterkte (A)Functies
F9 5Inbraakalarm,
noodoproep en
pechhulpoproep.
F13 5 Achteruitrijcamera
en parkeerhulp.
F15 15 12V-accessoire-
ansluiting.
F16 15 Aansteker.
F18 20 Touchscreen,
cd-spe-
ler, audio- en
navigatiesysteem.
F19 5 Regen- en
lichtsensor.
Zekering
N r.Stroomsterkte (A)Functies
F20 5 Airbags.
F21 5 Instrumenten-
paneel.
F22/F24 30 Interne/externe
sloten, voor en
achter.
F23 5 Verlichting dash-
boardkastje,
make-upspiegel,
plafonniers voor en
achter.
F25/F27 15 Ruitensproeier-
pomp voor en
achter.
F26 15 Claxon.
F30 15 Ruitenwisser
achter.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap,
naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
► Maak het deksel los.
► Vervang de zekering.
193
Technische gegevens
9
Bedrijfsuitvoering
Aantal zitplaatsen: 2 personen.
Belading in de bagageruimte: 1,31 m3
In meter (m)
Nuttige lengte van de
laadvloer 1,458
Nuttige breedte tussen de
wielkasten 1,036
Nuttige breedte in het
midden van de laadruimte 1,077
Nuttige breedte
–
in het midden van de
laadruimte 0,916
–
bij de daklijst 0,831
–
onder de
bagageafdekking 0,5
Identificatie
Diverse zichtbare markeringen voor
voertuigidentificatie en het zoeken van
voertuigen.
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder
de motorkap.
Gestanst in het chassis, bij de wielkuip
rechtsvoor.
B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het
dashboard.
Gedrukt op een zelfklevende sticker die
zichtbaar is via de voorruit.
C. Plaatje van de fabrikant.
Bevestigd op de middenstijl, links of rechts.
Bevat de volgende informatie:
–
Naam fabrikant.
– Europees typegoedkeuringsnummer .
– V oertuigidentificatienummer (VIN).
–
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht (GVW).
–
Maximaal toelaatbaar treingewicht (GTW).
–
Maximumgewicht op de vooras.
–
Maximumgewicht op de achteras.
D. Sticker bandenspecificaties/kleurcode.
Bevestigd op het bestuurdersportier
.
Bevat de volgende informatie over de banden:
–
De bandenspanning, onbeladen en met volle
belading.
–
De specificaties van de banden, bestaande
uit de maat en het type, en de belastings- en
snelheidsindex.
–
De bandenspanning van het reservewiel.
Hierop staat ook de kleurcode van de lak
vermeld.
De auto kan bij levering zijn voorzien van
banden met een andere aanduiding voor
belasting en snelheid dan vermeld op de
sticker: dit maakt voor de bandenspanning
geen verschil (bij koude banden).
236
Trefwoordenregister
Brandstofniveaumeter 139–140
Brandstoftank
139, 139–140
Brandstof tanken
139–140
Brandstoftank leeg (diesel)
185
Brandstofverbruik
6
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
139–140
Brandstofvulklep ~
Brandstoftankklep
139–140
Buitenlandse reizen
55
Buitenspiegels
37, 127
C
Carrosserie 158
Carrosserie-onderhoud
158
CD
200
CD MP3
200
Centrale vergrendeling
22, 24
CHECK
18
Claxon
67
Connectiviteit
221
Contact
50, 89–90, 229
Contact aangezet
90
Controlelampjes
9–10
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
16
Controles
150, 153–155
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
199, 225
Dagteller
19
Datum (instellen)
206, 231
Datum instellen
206, 231
Denon (audiosysteem)
44–45
Detectie obstakels
129
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
106, 163, 167
Dieselmotor
139, 150, 185, 190
Digitaal instrumentenpaneel
8–9
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
199, 225
Dimlicht
172–173
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
19
Display instrumentenpaneel
103
Dodehoekbewaking
127, 129
Driver Sport Pack
102–103
Dynamische noodrem
91–94
E
Eco-mode ~ Eco-modus 148
Eco-rijden (adviezen)
6
Electronic Stability Program (ESC)
67–68
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
91–94, 154
Elektrische ruitbediening
31
Elektrisch verstelbare stoelen
34
Elektronische remdrukregelaar (REF) 67
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
67
Elektronische sleutel
23–24
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische
26, 87
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)
67, 69
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
67
Etiketten
4
F
Fietsendrager 29
Flacon AdBlue®
156
Follow me home-verlichting
57
Follow me home verlichting ~ Follow-me-
home-verlichting
22, 57
Frequentie (radio)
224–225
G
Geheugen instellingen bestuurder 35
Gekoeld dashboardkastje ~
Dashboardkastje, gekoeld
41
Gekoppeld navigatiesysteem
218–221
Gereedschap
160, 160–161, 167
Gesproken commando's ~
Spraakcommando's
212–215
Gevarendriehoek
44
Gewichten
186–187, 189–190
240
Trefwoordenregister
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
27
T
Tankbeveiliging 140
Technische gegevens
187, 189–190
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau
139–140
Telefoon
203–205, 227–229
Teller
8, 108
Temperatuurregeling
48–50
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden,
noodreparatie
161, 163–167
Tijd instellen
206, 231
TMC (verkeersinformatie)
218
Toerenteller
8
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
50
Top Tether (bevestiging)
80
Trailer Stability Management (TSM)
69
Trekhaak
69, 142
Trekhaak met afneembare kogel
143–147
U
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
73, 76–77
Uitschakelen ASR/CDS (ESC)
68
USB
42, 200, 221, 225
USB-aansluiting
41–42, 200, 221, 225
USB-poort
200, 225
V
Veiligheidsgordels 69–71, 78
Veiligheidsgordels achter
70
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
73, 75–77, 79–82, 85
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
73,
75–77, 79–82, 85
Ventilatie
46–48
Ventilatieroosters
46
Verbonden apps
222
Vergrendelen
25–26
Verkeersinformatie (TMC)
218
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
9–10
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes
10, 18
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
71
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
71
Verlichting
53
Verlichting bagageruimte
44
Verlichting met Full LED-technologie
58
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
55, 172
Verversen
151
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
43
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
153
Verwarming
46–48
Video
226
Visiopark 1
130
Voorstoelen
33–35
W
Waarschuwing kans op aanrijding 120–121
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
123
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
89
Wassen
108
Wassen (adviezen)
158–159
Webbrowser
218, 222
Wiel demonteren
168, 170–171
Wiel monteren
168, 170–171
Wielophanging
155
Wiel verwisselen
160, 167–168
WiFi-netwerkverbinding
223
Window-airbags
73–74
Z
Zekeringen 177–179
Zekeringen vervangen
177–178, 177–179
Zekeringkast dashboard
177
Zekeringkast motorruimte
177, 179
Zij-airbags
73–74
Zijspots
57
Zonder gereedschap afneembare
kogel
143–147
Zonnescherm (panoramadak)
51
Zonnesensor
46
Zuinig rijden
6