11 7
Rijden
6Rijadviezen
► Houd u altijd aan de verkeersregels en let
onder alle omstandigheden goed op.
►
Let goed op uw omgeving en houd uw
handen op het stuurwiel, zodat u snel kunt
reageren op onverwachte situaties.
►
Kies voor een soepele rijstijl, anticipeer
op situaties waarbij u moet remmen en houd
afstand van de auto's voor u, vooral bij slecht
weer
.
►
Zet de auto stil wanneer u handelingen wilt
uitvoeren waarvoor u uw aandacht nodig hebt
(zoals voor het veranderen van instellingen).
►
Bij lange ritten is het raadzaam om elke 2 uur
pauze te nemen.
Belangrijk!
Laat de motor nooit stationair draaien
in een slecht geventileerde, afgesloten
ruimte. Verbrandingsmotoren stoten giftige
uitlaatgassen uit, zoals koolmonoxide. Risico
op vergiftiging met dodelijke afloop!
Laat de motor bij zeer winterse
omstandigheden (temperaturen lager
dan -23 °C) gedurende 4 minuten stationair
draaien voordat u wegrijdt. Dit is belangrijk
voor de goede werking en de levensduur van
de mechanische onderdelen van uw auto (de
motor en de transmissie).
Rijd nooit met aangetrokken
parkeerrem . Risico op oververhitting en
beschadiging van het remsysteem!
Parkeer de auto niet of laat de motor
niet draaien op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren
enz).Het uitlaatsysteem van uw auto wordt
erg warm en blijft ook na het afzetten van de
motor nog enkele minuten warm.
Brandgevaar!
Laat de auto nooit onbewaakt met
draaiende motor achter. Als u uw auto
met draaiende motor moet verlaten, trek dan
de parkeerrem aan en zet de versnellingsbak
in de neutraalstand of in stand N of P,
afhankelijk van het type versnellingsbak.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in
de auto achter.
Rijden op een overstroomde
weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen
zo veel mogelijk te vermijden. Het water kan
de verbrandingsmotor, de elektromotor, de
versnellingsbak en het elektrische systeem van
uw auto ernstig beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd
weggedeelte te rijden:
►
Controleer of het water nergens meer dan
15
cm diep is en houd daarbij rekening met de
golven die kunnen worden veroorzaakt door
andere gebruikers.
►
Schakel de functie Stop & Start uit.
►
Zet bij een plug-in hybride-uitvoering de
keuzeschakelaar in de stand 4WD
(afhankelijk
van de uitvoering).
►
Rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet sneller dan
10
km/h.
►
Zet de auto niet stil en zet de motor niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte achter
u hebt gelaten, rem dan meerdere keren licht
af zodra de verkeerssituatie dat toelaat om de
remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat van uw auto,
neem dan contact op met een PEUGEOT
-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
131
Rijden
6de olie door brandstof in de olie). Vervolgens
wordt een melding weergegeven op het
instrumentenpaneel ("ZEV-stand niet
beschikbaar: automatische werking
ingeschakeld").
Om weer een normale elektrische werking
te krijgen moet u ongeveer 80 km onder
"snelwegomstandigheden" of ongeveer 200
km onder stedelijke omstandigheden rijden.
Dit fenomeen veroorzaakt geen mechanische
of elektrische schade. Tijdens de levensduur
van de auto kan dit meerdere keren
voorkomen.
Hybride
Wordt gebruikt om het brandstofverbruik
van de auto te optimaliseren door de beide
typen motoren afwisselend of gelijktijdig te
gebruiken, afhankelijk van de rijomstandigheden
en de rijstijl.
In de stand Hybride is het mogelijk om in
de 100% elektrische stand te rijden als het
laadniveau van de batterij voldoende is en er
matig wordt geaccelereerd.
Sport
Maakt dynamischer rijden mogelijk om te
profiteren van de maximale prestaties van de
auto.
Er wordt elektrisch vermogen gebruikt om
de benzinemotor te ondersteunen zolang de
tractiebatterij voldoende is opgeladen.
4WD (vierwielaandrijving)
(Afhankelijk van de uitvoering)
Verbetert de grip van de auto bij lage en
gemiddelde snelheden door alle de wielen
permanent aan te drijven.
4WD-stand (vierwielaandrijving) is met name
geschikt voor het rijden op besneeuwde wegen
en moeilijk begaanbaar terrein (bjv. modder,
zand) evenals voor doorwaadbare plaatsen, met
gematigde snelheid.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en het
laadniveau van de batterij kan er in de stand
4WD 100% elektrisch worden gereden.
Als het systeem na 300 meter rijden niet heeft
gedetecteerd dat er wielen doorslippen of dat
er weinig grip is, schakelt het over op de stand
Hybride.
Deze stand kan optimaal worden
gebruikt als de auto is voorzien van
geschikte banden, zoals winterbanden.
De grip kan worden verbeterd tot 135
km/h met
behulp van de elektromotoren; boven deze
snelheid wordt de auto alleen door de voorwielen
aangedreven.
Schakelindicator
(Afhankelijk van de motor)
Dit systeem is ontwikkeld om het
brandstofverbruik te verminderen door de meest
geschikte versnelling aan te bevelen.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitvoering van de auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op te
schakelen.
De schakeladviezen hoeft u echter niet op te
volgen. De keuze van de optimale versnelling
hangt namelijk altijd af van de situatie op
de weg, de verkeersdrukte en de veiligheid.
De bestuurder blijft derhalve altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen
van een schakeladvies van het systeem.
Het systeem kan niet worden uitgeschakeld.
Bij auto's met een automatische
transmissie werkt dit systeem alleen in
de handbediende stand.
De informatie wordt in de vorm van een
pijl in combinatie met het nummer van de
geadviseerde versnelling op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Het systeem past de schakelinstructies
aan de rijomstandigheden (zoals helling,
belasting) en de rijstijl (zoals gevraagd
vermogen, accelereren, remmen) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
–
de eerste versnelling in te schakelen;
–
de achteruitversnelling in te schakelen.
191
Praktische informatie
7van de auto en het wegdek dan beschadigd
raken. Als de auto lichtmetalen velgen heeft,
controleer dan of geen enkel deel van de
kettingen of bevestigen de velg raakt.
Plug-in hybride-uitvoeringen
Er mogen alleen sneeuwkettingen op de
voorwielen worden gemonteerd.
De rijkeuzeschakelaar moet in de stand 4WD
staan (afhankelijk van de uitvoering).
Sneeuwscherm
(Afhankelijk van het land waar de auto is
verkocht)
Deze afneembare voorziening voorkomt
opeenhoping van sneeuw rond de koelventilateur
van de radiateur.
Het bestaat uit twee delen die op de voorbumper
moeten worden bevestigd.
Bij problemen met monteren/
verwijderen
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer voordat u begint of de motor
is uitgeschakeld en de koelventilator is
gestopt.
Het is belangrijk dat u ze verwijdert bij:
– een buitentemperatuur hoger dan 10
°C.
–
het trekken van een aanhanger
.
–
een snelheid hoger dan 120
km/h.
Bevestigen
► Houd het rooster voor de ondergrille van de
bumper .
►
Plaats eerst de bevestigingsbeugels aan de
boven- en zijkant in de bumper
.►
Kantel het rooster naar beneden om het
onderste deel van het rooster in de bumper vast
te zetten.
►
Controleer of de eenheid goed is bevestigd
door op de hoeken ervan te drukken.
V
erwijder het andere scherm op dezelfde wijze.
Verwijderen
► Steek uw vinger in de uitsparing in het
bovenste gedeelte van het scherm.
►
T
rek het scherm naar u toe om het los te
maken.
Verwijder het andere scherm op dezelfde wijze.
Eco-mode
Dit systeem regelt de maximale gebruiksduur
van bepaalde functies bij afgezet contact om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, het dimlicht en de
228
In geval van pech
Afhankelijk van de uitvoering is het sleepoog
opgeborgen in de binnenbekleding van de dorpel
van de bagageruimte (linkerzijde) of in een tas
achter de zitplaats links achter.
Het sleepoog is opgeborgen in een
gereedschapskist onder de vloer van de
bagageruimte.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over toegang tot het gereedschap.
Slepen van de auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
Beperkingen bij slepen
Type auto
(motor/versnellingsbak) Voorwielen op de grond Achterwielen op de
grondDieplader
4 wielen op de grond
met sleepstang
Verbrandingsmotor /
Handgeschakeld
Verbrandingsmotor / Automaat
Hybride 2WD
Hybride 4WD
2WD: tweewielaandrijving.
4WD: vierwielaandrijving.
Bij een storing in de accu of elektrische parkeerrem is het essentieel d\
at u contact opneemt met een professioneel bedrijf dat gebruikmaakt van
autoambulances (behalve bij een handgeschakelde versnellingsbak).
Toegang tot het
gereedschap
286
Trefwoordenregister
T
Tafeltje 47
Tafeltjes
73
Tankbeveiliging
176–177
Technische gegevens
232, 234, 236
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau
175–176
Telefoon
247–249, 271–273
Teller
9, 136
Temperatuurregeling
62
Terugwinnen van energie
21, 128
Textuurlak
201–202
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~
Banden, noodreparatie
207, 209
Tijd instellen
250, 275
TMC (verkeersinformatie)
262
Toerenteller
9
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
63, 65
Top Tether (bevestiging)
109
Touchscreen
22, 24–25, 66
Tractiebatterij opladen
(plug-in hybride)
21, 177, 183–185
Tractiebatterij (plug-in
hybride)
21, 177–178, 183
Trailer Stability Management (TSM)
94
Trekhaak
94, 186
Trekhaak met afneembare kogel
186–189
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 141
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
102, 105–106
USB
245–246, 265, 269
USB-aansluiting
68, 72, 245–246, 265, 269
USB-poort
245, 269
V
Veiligheidsgordels 97–98, 100, 107
Veiligheidsgordels achter
98–99
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
102,
104–106, 108–109, 112–113, 114
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
102,
104–106, 108–109, 112–113, 114
Ventilatie
60–61
Ventilatieroosters
60
Verbonden apps
266
Verbruikscijfers
25
Vergrendelen
28–30
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
31–32
Vergrendeling van binnenuit
31
Verkeersinformatie (TMC)
262
Verklikkerlampje READY
192
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
11
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes
11, 22
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
100
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~
Gordel (lampje)
100
Verlichting bagageruimte ~
Bagageruimteverlichting
78
Verlichting met Full LED-technologie
81, 84
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
80, 215
Vermogen
21
Vermogensmeter (plug-in hybride)
8, 21
Verversen
194
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
72
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
196
Verwarming
60
Verwijderbare koffervloer
77
Video
270
Vierwielaandrijving (4WD)
131, 191
Visiopark 1
167
Visiopark 1 - Visiopark 2
165, 168
Voorruitverwarming
65–66
Voorstoelen
46, 49
Voorverwarming/-koeling interieur (plug-in
hybride)
26, 66
Voorverwarming van het interieur
26
W
Waarschuwing kans op aanrijding 158–159
Waarschuwing oplettendheid
bestuurder
161–162
Waarschuwing vergeten verlichting
79–80
Wallbox (plug-in hybride)
179, 184
Wassen
136
Wassen (adviezen)
177, 201–202
Webbrowser
262, 266