126
Rijden
– Wanneer u een voertuig inhaalt en het verschil in
snelheid minder dan 10 km/h is.
–
W
anneer u door een ander voertuig wordt ingehaald
en het verschil in snelheid minder dan 25
km/h is.
–
Het verkeer stroomt vloeiend door
.
–
De inhaalmanoeuvre duurt langer dan normaal en
het ingehaalde voertuig blijft in de dode hoek.
–
U rijdt in een rechte lijn of in een flauwe bocht.
–
Uw auto trekt geen aanhanger of caravan enzovoort.
Werkingslimieten
In de volgende gevallen wordt er geen waarschuwing
gegeven:
–
W
anneer stilstaande objecten (zoals geparkeerde
auto's, vangrails, lantaarnpalen) aanwezig zijn.
–
Bij tegemoetkomende voertuigen.
–
Op kronkelige wegen of bij scherpe bochten.
–
Bij het inhalen of ingehaald worden door een erg
lang voertuig (zoals een vrachtwagen, bus) dat wordt
gedetecteerd in een dode hoek aan de achterzijde en
dat tegelijkertijd aanwezig is in het gezichtsveld van de
bestuurder.
–
Bij een snelle inhaalmanoeuvre.
–
Bij erg druk verkeer: de voertuigen die voor en achter
worden gedetecteerd, worden aangezien voor een
vrachtwagen of een stilstaand object.
–
W
anneer de functie Park Assist wordt ingeschakeld.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden en wordt er
een melding weergegeven.
Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-
dealer of door een gekwalificeerde werkplaats.
Onder bepaalde weersomstandigheden (zoals regen, hagel) werkt het systeem mogelijk
tijdelijk niet goed.
Vooral het rijden op een nat wegdek of het van een
droog wegdek op een nat wegdek terechtkomen
kan tot een vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden aangezien
voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter altijd op dat
de sensoren niet met modder, sneeuw of ijs bedekt
zijn.
Plak geen stickers of andere voorwerpen op
het gedeelte van de buitenspiegels waar het
waarschuwingsgebied zich bevindt of op de
detectiezones op de voor- en achterbumper, omdat
de dodehoekbewaking dan mogelijk niet goed
werkt.
Active Safety Brake met Collision Risk
Alert en Intelligente
noodremassistentie
Raadpleeg de algemene adviezen over het
gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen
voor meer informatie.
Dit systeem:
– Waarschuwt de bestuurder wanneer er een risico
bestaat op een aanrijding met de voorligger, een
voetganger of, afhankelijk van de uitvoering, een fietser.
– Vermindert de snelheid van de auto om een
aanrijding te voorkomen of de ernst van de aanrijding
te beperken.
De snelheid wordt verlaagd met maximaal 25 km/h bij uitvoeringen met alleen camera of
met maximaal 50 km/h bij uitvoeringen met camera
en radar.
Het systeem houdt tevens rekening met motorfietsen en dieren, maar dieren kleiner
dan 0,5 m en voorwerpen op de weg worden niet
altijd gedetecteerd.
Dit systeem heeft drie functies: