10
DEALERSERVICE ................................. 240
Ruitenwisserbladen....................... 240
Uitlaatsysteem ............................ 242
Koelsysteem................................. 243
Remsysteem ............................... 244
Automatische transmissie .............. 245
HET VOERTUIG OMHOOG TE
BRENGEN ........................................... 246
BANDEN ............................................. 246
Banden — Algemene informatie..... 246
Type banden ................................ 251
Reservewielen — indien
aanwezig .................................... 252 Verzorging van velgen en
wieldoppen ................................. 254 Sneeuwkettingen en
tractiehulpmiddelen...................... 255 Aanbevelingen voor het rouleren van
banden ........................................ 256
HET VOERTUIG STALLEN ...................... 256
CAROSSERIE ....................................... 257
Onderhoud carrosserie en bodem ... 257
Behoud van de carosserie .............. 258
INTERIEUR ......................................... 261
Stoelen en bekleding .................... 261
Kunststof- en gelakte onderdelen ... 261
Lederen onderdelen ...................... 262
Ruitoppervlakken ......................... 262
TECHNISCHE SPECIFICATIES
CHASSISNUMMER (VIN) ......................263 AANHAALMOMENTEN VOOR VELGEN EN
BANDEN ..............................................263
Voorgeschreven
aanhaalmomenten ........................ 263
WIELEN ...............................................264
GEWICHTEN ........................................264 BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOR ..................................264
2.0-liter motor ............................. 264
3.6-liter motor ............................. 264
Brandstofadditieven ..................... 265
Brandstoflabel voldoet aan
EN16942 .................................... 265
BRANDSTOFVEREISTEN —
DIESELMOTOR .....................................266
Brandstoflabel voldoet aan
EN16942 .................................... 267
VLOEISTOFINHOUD ...............................268
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN .....269
Motor ......................................... 269
Chassis ...................................... 272
BRANDSTOFVERBRUIK EN
CO
2-EMISSIES ....................................273
MOPAR ACCESSOIRES .........................273
Originele accessoires en Jeep
Performance-onderdelen van
Mopar ......................................... 273
MULTIMEDIA
UCONNECT SYSTEMEN ........................275
CYBERVEILIGHEID ...............................275 UCONNECT 3 SYSTEEM MET 5-INCH
DISPLAY — INDIEN AANWEZIG .............276
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch
display .........................................276 Klok instellen ..............................276
Audio-instelling ............................276
Bediening van de radio .................277
UCONNECT 4 MET 7-INCH DISPLAY ......278
Overzicht Uconnect 4 ...................278
Menubalk slepen en neerzetten .....279
Radio ..........................................280
Android Auto™ .............................281
Integratie Apple CarPlay®..............282
Apps — indien aanwezig................283
UCONNECT 4C/4C NAV MET 8,4-INCH
DISPLAY ..............................................283
Overzicht Uconnect 4C/4C NAV .....283
Menubalk slepen en neerzetten .....284
Radio ..........................................285
Android Auto™ — indien
aanwezig ......................................286 Integratie Apple CarPlay® — indien
aanwezig .....................................289 Apps — indien aanwezig................291
UCONNECT INSTELLINGEN ...................292
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 10
11
TERREINPAGINA'S — INDIEN
AANWEZIG ......................................... 292
Statusbalk terreinpagina's ............ 292
Versnellingsbak ........................... 293
Hellingshoek en rol ...................... 293
Accessoiremeter .......................... 294
STUURBEDIENING VOOR AUDIO ............. 294
Bediening van de radio.................. 294
Media-modus ............................... 294
BEDIENING AUX/USB/MP3 .................... 295
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG ......................................... 297
Volume van gesproken aanwijzingen van
het navigatiesysteem wijzigen ........ 297 Nuttige plaatsen vinden ................ 298
Een locatie vinden door de naam in
te voeren ..................................... 298 Gesproken bestemming invoeren in
één stap ...................................... 298 Uw thuisadres instellen ................. 298
Home .......................................... 299
Een tussenstop invoegen ............... 299
Een omleiding volgen .................... 299
Kaartupdate ................................. 299
UCONNECT PHONE ............................... 300
Uconnect Phone (Handsfree bellen
met Bluetooth®) .......................... 300 Uw mobiele telefoon koppelen
(draadloos verbinden) met het
Uconnect-systeem ........................ 301 Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden) ............................... 306 Microfoon uitschakelen (of
inschakelen) tijdens gesprek ......... 306 Actieve gesprekken doorverbinden
tussen handset en voertuig ............ 306 Telefoonboek .............................. 306
Tips voor spraakbediening ............. 306
Het volume wijzigen ..................... 306
Do Not Disturb (niet storen)
gebruiken ................................... 307 Binnenkomende SMS-berichten .... 307
Handige tips en veelgestelde vragen
voor het verbeteren van de
Bluetooth®-prestaties met uw
Uconnect systeem ........................ 309
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHERKENNING
UCONNECT ..........................................310
Introductie van Uconnect .............. 310
Aan de slag.................................. 310
Basisspraakcommando's ............... 311
Radio .......................................... 311
Media ......................................... 312
Phone (telefoon) .......................... 313
Beantwoording gesproken
tekstberichten.............................. 314 Klimaatregeling ............................ 315
Siri® Eyes Free ............................ 316
Do Not Disturb (niet storen)
gebruiken ................................... 316 Android Auto™ — indien
aanwezig .....................................317 Apple CarPlay® — indien
aanwezig ......................................318 Meer informatie ............................318
KLANTENSERVICE
WANNEER U ASSISTENTIE NODIG
HEBT ..................................................319
ARGENTINIË................................320
AUSTRALIË .................................320
OOSTENRIJK ...............................320
BALANCE OF THE CARIBBEAN .....320
BELGIË .......................................320
BOLIVIA.......................................321
BRAZILIË.....................................321
BULGARIJE .................................321
CHILI ..........................................321
CHINA .........................................321
COLOMBIA...................................321
COSTA RICA ................................322
KROATIË .....................................322
TSJECHIË ....................................322
DENEMARKEN .............................322
DOMINICAANSE REPUBLIEK ........323
ECUADOR ....................................323
EL SALVADOR ..............................323
ESTLAND.....................................323
FINLAND .....................................323
FRANKRIJK .................................323
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 11
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
sensor uitschakelen wanneer het alarmsy-
steem wordt ingeschakeld. Om dit te doen,
drukt u drie keer op de vergrendeltoets van
de sleutelhouder binnen 15 seconden nadat
het systeem is ingeschakeld (terwijl het
controlelampje van het alarmsysteem snel
knippert).
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen, maar u kunt omstandigheden
vermijden die een ongewenst alarm veroor -
zaken. Omstandigheden zijn onder andere
personen of huisdieren die in het voertuig
achterblijven of hangende voorwerpen die
kunnen slingeren (bijv. aan de binnen -
spiegel, zonneklep, enz.). Ramen en dakpa -
nelen moeten worden gesloten om te
voorkomen dat wind, bladeren en ander vuil
in het voertuig wordt geblazen. Voorwerpen
die in de auto achterblijven en na bepaalde
tijd kunnen verschuiven (bijv. plastic zakken,
kleding of boodschappen), kunnen leiden tot
een ongewenst alarm.
Bovendien kunnen extreme weersomstandig -
heden (wind, regen, hagel, onweer, enz.), of
extreme geluiden (audiosystemen, verkeer -
slawaai, treinen, enz.), of directe botsingen
met het voertuig leiden tot een ongewenst
alarm. Als een van de eerder beschreven procedures
voor het inschakelen van het alarm is uitge
-
voerd, zal het alarmsysteem worden inge -
schakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm -
systeem actief nadat de accu weer is aange -
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het
alarmsysteem uit.
Alarmsysteem handmatig omzeilen
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als u de portieren vergrendelt via de handbe -
diende vergrendelknop.
PORTIEREN
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
(Indien aanwezig)
Met het "Passive Entry"-systeem kunt u
portieren en achterklep van het voertuig
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u
op de vergrendel- en ontgrendeltoetsen van
de sleutelhouder hoeft te drukken.
OPMERKING:
Passive Entry kan door middel van
programmeren worden in- en uitgescha-
keld. Raadpleeg de paragraaf "Instellingen
van Uconnect" in het hoofdstuk "Multi -
media" in het instructieboekje voor meer
informatie.
De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Passive Entry-systeem
van het voertuig wanneer deze zich naast
LET OP!
Onachtzame hantering en opslag van de
verwijderbare portierpanelen kan schade
aan de afdichtingen tot gevolg hebben,
waardoor er water in het voertuig kan
doordringen.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 20
21
een mobiele telefoon, laptop of ander
elektronisch apparaat bevindt. Dergelijke
apparaten kunnen het draadloze signaal
van de sleutelhouder belemmeren, waar-
door het Passive Entry systeem het voer -
tuig niet kan vergrendelen en
ontgrendelen.
Passive Entry Unlock initieert Illuminated
Approach (dimlicht, kentekenplaatverlich -
ting, positielampen) gedurende de gese-
lecteerde tijdsduur van 0, 30 (standaard),
60 of 90 seconden. Passive Entry Unlock
laat ook de richtingaanwijzers twee keer
knipperen.
Als u handschoenen draagt of als de
portiergreep met Passive Entry is natgere-
gend of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de
vergrendeling minder gevoelig wordt en
daardoor langzamer reageert.
Als het voertuig wordt ontgrendeld met
Passive Entry en er binnen 60 seconden
geen portier wordt geopend, worden de
portieren weer vergrendeld en het alarmsy-
steem (indien aanwezig) ingeschakeld.
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de handgreep van het bestuurdersportier en pak deze
handgreep vast om het bestuurdersportier
automatisch te ontgrendelen.
Pak de portiergreep vast om te ontgrendelen
OPMERKING:
Als "alle portieren ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" is geprogram -
meerd, worden alle portieren ontgrendeld
wanneer u de handgreep van het bestuur -
dersportier vastpakt. Raadpleeg de paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofdstuk
"Multimedia" in uw instructieboekje voor
meer informatie over de keuze tussen
"bestuurdersportier ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" en "alle
portieren ontgrendelen met eerste druk op de
ontgrendelknop". Ontgrendelen vanaf de passagierszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry op minder dan 1,5 m (5 ft) van de
handgreep van het voorste passagiersportier
en pak deze handgreep vast om alle portieren
en de achterklep automatisch te ontgren
-
delen.
OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld wanneer
de handgreep van het voorste passagierspor -
tier wordt vastgepakt, ongeacht de voorkeur -
sinstelling van de portierontgrendeling
("Unlock Driver Door 1st press" (bestuur -
dersportier ontgrendelen met één druk op de
ontgrendelknop) of "Unlock All Doors On 1st
Press" (alle portieren ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop)).
Voorkomen dat de sleutelhouder met Passive
Entry per ongeluk in de auto wordt ingesloten
(FOBIK-Safe)
Om te voorkomen dat een sleutelhouder met
Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten
in het voertuig, is het Passive Entry-systeem
uitgerust met een automatische portieront -
grendelingsfunctie, die alleen in werking
treedt wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 21
23
De portieren kunnen ook worden vergrendeld
met de vergrendelknop aan de binnenzijde
van de portieren.
Achterklep ontgrendelen/openen
De Passive Entry-ontgrendelfunctie van de
achterklep is in de handgreep van de achter-
klep ingebouwd. Houd een geldige sleutel -
houder met Passive Entry op minder dan 5 ft
(1,5 m) van de achterklep en pak de hand -
greep van de achterklep vast om de achter -
klep automatisch te ontgrendelen en open te
trekken.
OPMERKING:
Als "alle portieren ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop" is geprogram -
meerd, worden alle portieren en de achter -
klep ontgrendeld wanneer u de handgreep
van de achterklep vastpakt. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in uw instructie -
boekje voor meer informatie over de keuze
tussen "bestuurdersportier ontgrendelen met
eerste druk op de ontgrendelknop" en "alle
portieren ontgrendelen met eerste druk op de
ontgrendelknop". Locatie van de Passive Entry vergrendeltoets
voor de achterklep
De achterklep vergrendelen
Met een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 5 ft (1,5 m) van de handgreep
van de achterklep drukt u op de vergrendel -
toets met Passive Entry om de portieren en
de achterklep van het voertuig te vergren -
delen.
OPMERKING:
Neem de sleutel altijd mee zodra een portier
of de achterklep is vergrendeld om te voor -
komen dat de sleutelhouder in de auto wordt
opgesloten. Als de sleutel in de auto is opge -
sloten, kan hij weer teruggekregen worden
met de meegeleverde tweede sleutelhouder. OPMERKING:
Nadat u de portiergreepknop hebt inge-
drukt, dient u twee seconden te wachten
voordat u de portieren kunt vergrendelen
of ontgrendelen met een Passive
Entry-portiergreep. Op deze wijze kunt u
door aan de portiergreep te trekken contro-
leren of de auto is afgesloten, zonder dat
de auto reageert en de portieren ontgren
-
delt.
Als Passive Entry is uitgeschakeld via het
Uconnect systeem, blijft de toetsbeveili -
ging zoals beschreven in "Voorkomen dat
de sleutelhouder met Passive Entry per
ongeluk in het voertuig wordt ingesloten"
actief/functioneel.
Het Passive Entry-systeem werkt niet als
de batterij van de sleutelhouder leeg is.
Kinderslot — achterportieren
Voor de veiligheid van kleine kinderen die op
de achterste zitplaatsen meerijden, zijn de
achterportieren voorzien van een kinderslot.
Om het kinderslot in en uit te schakelen
opent u de achterportieren en draait u met
een platte schroevendraaier (of noodsleutel)
de draaiknop naar de stand lock of unlock
(vergrendelen of ontgrendelen).
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 23
29
Druk eenmaal op de stoelverwar-
mingstoets om de HI-instelling in te
schakelen.
Druk nogmaals op de stoelverwar -
mingstoets om de MED-instelling in te
schakelen.
Druk nogmaals op de stoelverwar -
mingstoets om de LO-instelling in te
schakelen.
Druk nogmaals op de stoelverwar -
mingstoets om de verwarmingsele -
menten uit te schakelen.
OPMERKING:
De stoelverwarming werkt uitsluitend
wanneer de motor draait.
Het geselecteerde warmteniveau blijft
geselecteerd tot het wordt gewijzigd.
Uitvoeringen met op afstand bediend
startsysteem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
verwarming van de bestuurdersstoel wordt
ingeschakeld tijdens het starten op afstand. Deze functie kan worden geprogrammeerd
via het Uconnect systeem. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in het instructie
-
boekje voor meer informatie.
Easy Entry-stoel voorpassagier —
tweedeursmodellen
Trek de hendel voor gemakkelijk in- en
uitstappen aan de buitenzijde van de rugleu -
ning omhoog en schuif de volledige stoel
naar voren.
Hendel voor gemakkelijk in- en uitstappen
Om de stoel weer terug in een zitstand te
zetten, klapt u de rugleuning rechtop totdat
deze wordt vergrendeld en duwt u de stoel
naar achteren totdat deze wordt vergrendeld
in de rail.
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie,
moeten voorzichtig zijn bij het gebruik
van de stoelverwarming. Deze kan zelfs
bij lage temperaturen brandwonden
veroorzaken, met name als de verwar -
ming langdurig wordt gebruikt.
Plaats geen voorwerpen op de zitting of
de rugleuning die warmte-isolerend
werken, zoals een deken of kussen. Hier -
door kan de stoelverwarming oververhit
raken. Een oververhitte stoel kan leiden
tot ernstige brandwonden als gevolg van
de verhoogde oppervlaktetemperatuur
van de zitting.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 29
35
Hendel verstelbare telescopische stuurkolom
Duw de hendel omlaag (in de richting van de
vloer) om de stuurkolom te ontgrendelen. Om
de stuurkolom in de hoogte te verstellen
beweegt u het stuur omhoog of omlaag naar
de gewenste positie. Om de stuurkolom in de
lengte te verstellen trekt u het stuur naar
buiten of duwt u het naar binnen naar de
gewenste positie. Om de stand van de stuur -
kolom te vergrendelen, drukt u de bediening -
shendel omhoog totdat deze volledig is
vergrendeld.
Stuurverwarming — indien aanwezig
Het stuurwiel is voorzien van een verwar -
mingselement dat bij koud weer uw handen
verwarmt. De stuurverwarming kent slechts
één temperatuurinstelling. Nadat de stuur -
verwarming is ingeschakeld, blijft deze aan
totdat de bestuurder deze uitschakelt. De
stuurverwarming wordt mogelijk niet inge -
schakeld als het stuur al warm is.
De bedieningstoets voor de stuurverwarming
bevindt zich in het midden van het instru -
mentenpaneel, onder het aanraakscherm en
binnen de toetsen van de klimaatregeling of
bediening van het aanraakscherm.
Druk één keer op de stuurverwar -
mingstoets om het verwarmingsele -
ment in te schakelen.
Druk nogmaals op de stuurverwar -
mingstoets om het verwarmingsele -
ment uit te schakelen.
OPMERKING:
De stuurverwarming werkt alleen als de
motor draait.
Uitvoeringen met op afstand bediend
startsysteem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stuurverwarming wordt ingeschakeld tijdens
het starten op afstand.
Deze functie kan worden geprogrammeerd
via het Uconnect systeem. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in het instructie -
boekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Verstel het stuur niet tijdens het rijden.
Verstellen van de stuurkolom tijdens het
rijden of rijden als de stuurkolom niet is
vergrendeld, kan ertoe leiden dat de
bestuurder de macht over het stuur
verliest. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig en zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 35
37
Multifunctionele hendel
Automatisch grootlicht — indien aanwezig
Het regelsysteem van het automatisch groot-
licht zorgt voor meer licht van de koplampen
in het donker door automatische regeling van
het grootlicht met behulp van een in het dak
gemonteerde digitale camera. Deze camera
detecteert de verlichting van andere voer -
tuigen en zorgt ervoor dat automatisch van
grootlicht naar dimlicht wordt geschakeld
totdat naderende voertuigen uit het zicht van
de camera zijn verdwenen.
OPMERKING:
De regeling van het automatische groot -
licht kan worden in- of uitgeschakeld door
"ON" (aan) te selecteren onder "Auto High
Beam" (automatisch grootlicht) in de
Uconnect-instellingen of door de koplampschakelaar in de stand AUTO en
de multifunctionele hendel in de groot
-
lichtstand te zetten. Raadpleeg de para-
graaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in het instructie-
boekje voor meer informatie.
Als de koplampen en achterlichten van
voertuigen in het blikveld van de camera
defect zijn, met modder zijn bespat of
gedeeltelijk aan het zicht worden
onttrokken, zal uw grootlicht langer blijven
branden (dichter bij het andere voertuig).
Het systeem zal ook niet correct werken
als de voorruit of cameralens zijn bedekt
met vuil, vet of andere obstakels.
Lichtsignaal
U kunt met uw koplampen een lichtsignaal
geven aan een ander voertuig door de multi -
functionele hendel kort naar u toe te trekken.
Hierdoor wordt het grootlicht ingeschakeld
en blijft dit ingeschakeld tot u de hendel
weer loslaat.
Automatisch inschakelende koplampen —
indien aanwezig
Dit systeem schakelt de koplampen automa -
tisch in of uit in overeenstemming met de
sterkte van het omgevingslicht. Om het
systeem in te schakelen draait u de koplamp -
schakelaar rechtsom naar de laatste stand
voor automatische bediening van de
koplampen. Als dit systeem is ingeschakeld,
is ook de uitschakelvertraging van de
koplampen ingeschakeld. Dit betekent dat
de koplampen nog maximaal 90 seconden
lang blijven branden nadat u de contactscha -
kelaar in de stand OFF hebt gezet. Om het
automatische systeem uit te schakelen draait
u de koplampschakelaar naar een andere
stand dan AUTO.
OPMERKING:
In de automatische modus gaan de
koplampen pas branden zodra de motor
draait.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 37