121
Met de handelingen in de bovenstaande tabel wordt de geavanceerde frontairbag aan passagierszijde uitgeschakeld (OFF). Het controlelampje
Passagiersairbag UITGESCHAKELD (OFF) op de Sport Bar gaat branden om aan te geven dat de geavanceerde frontairbag aan passagiers-
zijde niet wordt geactiveerd bij een aanrijding.
De geavanceerde frontairbag aan passagierszijde inschakelen (ON)
Ga naar het hoofdmenu van het display in de instrumentengroep. Druk hiervoor op de pijl omhoog of omlaag op het stuurwiel en voer de
volgende acties uit: Druk op de knop "OK" op het stuurwiel om "YES" (ja) te selecteren
OPMERKING:
Als u deze stap niet voltooit binnen 1 minuut, treedt er een time-out
op voor deze optie en moet de procedure worden herhaald.
Er klinkt een geluidssignaal waarbij het controlelampje Passagier-
sairbag UIT gedurende 4 tot 5 seconden blijft branden om te
bevestigen dat de geavanceerde frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Het controlelampje Passagiersairbag UIT blijft continu branden
om de bestuurder en de voorpassagier te laten weten dat de geavan -
ceerde frontairbag aan passagierszijde is UITGESCHAKELD (OFF).
Actie Informatie
Blader omhoog of omlaag naar "Vehicle Set-Up" (voertuiginstellin -
gen)
Druk op "OK" op het stuurwiel van het voertuig om "Vehicle Set-Up"
(voertuiginstellingen) te openen
Blader omhoog of omlaag met pijltoetsen op het stuur en selecteer
"Security" (beveiliging)
Actie Informatie
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 121
STARTEN EN RIJDEN
150
5. Als de rijsnelheid hoger is dan 8 km/h(5 mph), moet de knop ENGINE START/
STOP twee seconden ingedrukt worden
gehouden (of drie keer achtereen kort
worden ingedrukt) om de motor uit te
schakelen. Het contact blijft in de stand
ACC (NIET de stand OFF) als de motor
wordt uitgeschakeld wanneer de trans -
missie niet in de stand PARK staat.
OPMERKING:
Het systeem wordt automatisch uitgescha -
keld en het contact gaat in de stand OFF na
30 minuten zonder activiteit als het contact
in de stand ACC of RUN (motor draait niet)
is blijven staan en de versnellingsbak in
PARK staat.
Functies van knop ENGINE START/STOP —
rempedaal NIET ingetrapt (in de stand PARK of
NEUTRAL)
De ENGINE START/STOP knop werkt
hetzelfde als een contactslot. Er zijn drie
standen: OFF, ACC en RUN. Om het contact
in een andere stand te zetten zonder het voertuig te starten en om de accessoires te
kunnen gebruiken, volgt u de onderstaande
stappen:
1. U begint met het contact in de stand
OFF.
2. Druk eenmaal op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
ACC te zetten (de instrumentengroep
geeft "ACC" weer).
3. Druk nogmaals op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
RUN te zetten (de instrumentengroep
geeft "ON/RUN" weer).
4. Druk een derde keer op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
OFF te zetten (de instrumentengroep
geeft "OFF" weer).
Automatische handremfunctie
De automatische handremfunctie is een
extra functie voor ondersteuning in het voer -
tuig in PARK mochten de situaties op de
volgende pagina's optreden. Het is een
back-up systeem en is niet de hoofdmethode
waarmee de bestuurder de versnellingsbak in
de stand PARK schakelt. De omstandigheden waaronder de automati
-
sche handremfunctie wordt ingeschakeld
zijn beschreven op de volgende pagina's.
WAARSCHUWING!
Onoplettendheid van de bestuurder kan
ertoe leiden dat het voertuig niet in de
stand PARK wordt gezet. CONTROLEER
ALTIJD VISUEEL of uw voertuig in de
stand PARK staat door te kijken of er een
stabiel brandende (niet-knipperende) "P"
op het display van de instrumentengroep
en op de schakelhendel staat. Als het
"P"-indicatielampje knippert, staat uw
voertuig niet in de stand PARK. Trek als
een extra voorzorgsmaatregel altijd de
handrem aan wanneer u het voertuig
verlaat.
De automatische handremfunctie is een
extra functie. Deze is niet bedoeld om de
noodzaak weg te nemen dat u uw voer -
tuig in de stand PARK moet zetten. Het
is een back-up systeem en is niet de
hoofdmethode waarmee de bestuurder
de versnellingsbak in de stand PARK
schakelt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 150
STARTEN EN RIJDEN
152
4WD LOW
De automatische handremfunctie wordt uitge-
schakeld wanneer het voertuig in 4WD LOW
staat.
Het bericht " AutoPark Disabled " (Automati-
sche handremfunctie uitgeschakeld) wordt
weergegeven in de instrumentengroep.
Extra waarschuwingen voor de klant worden
gegeven wanneer aan beide van de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Het voertuig staat niet in de stand PARK
Het bestuurdersportier is open
Het bericht " AutoPark Not Engaged " (Automa-
tische handremfunctie niet ingeschakeld)
wordt weergegeven in de instrumentengroep.
Er blijft een geluidssignaal klinken totdat u het voertuig in de stand PARK zet of totdat
het bestuurdersportier wordt gesloten.
CONTROLEER ALTIJD VISUEEL
of uw voertuig in
de stand PARK staat door te kijken of "P" op
het display van de instrumentengroep en op
de schakelhendel staat. Trek als een extra
voorzorgsmaatregel altijd de handrem aan
wanneer u het voertuig verlaat.
Normaal starten — dieselmotor
1. De schakelhendel moet in de stand NEUTRAL of PARK staan voordat u de
motor kunt starten.
2. Zet het contact in de stand ON.
3. Kijk naar het controlelampje "Wachten met starten" in de instrumentengroep.
Raadpleeg de paragraaf "Instrumenten -
groep" in het hoofdstuk "Uw instrumen -
tenpaneel leren kennen" voor meer
informatie. Dit brandt 2 tot 10 seconden
of langer, afhankelijk van de motortem -
peratuur. Wanneer het controlelampje
"Wachten met starten" uitgaat, is de
motor gereed om te worden gestart.
4. Tipstartfunctie:
Druk niet op het gaspedaal. Zet het con -
tactslot in de stand START en laat het los. De startmotor blijft draaien en slaat
automatisch af als de motor begint te
draaien. Als de motor niet aanslaat, slaat
de startmotor automatisch binnen 25 se
-
conden af. Als dit gebeurt, zet u het con -
tactslot in de stand LOCK, wacht u 25 tot
30 seconden en herhaalt u de procedure
voor normaal starten.
OPMERKING:
In zeer koude omstandigheden kan de start -
motor maximaal 30 seconden blijven lopen
voordat de motor aanslaat. De startmotor kan
worden uitgeschakeld door het contactslot in
de stand OFF te zetten, indien gewenst.
5. Laat de motor na het starten nog ca. 30 seconden stationair draaien
voordat u gaat rijden. Dit zorgt ervoor
dat de olie circuleert en de turbocom -
pressor wordt gesmeerd.
Warmdraaien van dieselmotor
Geef nooit volgas als de motor koud is. Bij
het starten van een koude motor brengt u de
motor langzaam op het bedrijfstoerental,
zodat de oliedruk wordt gestabiliseerd naar -
mate de motor warmdraait.
WAARSCHUWING!
Als de rijsnelheid hoger is dan 1,2 mph
(1,9 km/u), schakelt de transmissie
automatisch naar NEUTRAL totdat de
rijsnelheid daalt tot onder de 1,2 mph
(1,9 km/u). Een voertuig dat in de stand
NEUTRAL wordt gelaten, kan wegrollen. Trek
als een extra voorzorgsmaatregel altijd de
handrem aan wanneer u het voertuig verlaat.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 152
STARTEN EN RIJDEN
166
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De melding STOP/START READY (Stop/
Start-systeem gereed) wordt weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het gedeelte Stop/Start. Raadpleeg de
paragraaf "Instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen" in het instructieboekje voor meer
informatie.
Het voertuig moet volledig tot stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel moet in een vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet zijn
ingetrapt.
De motor wordt uitgeschakeld, de toeren -
teller gaat naar de nulstand en het controle -
lampje Stop/Start gaat branden om aan te
geven dat autostop is ingeschakeld. De
instellingen van de klant blijven gehand -
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" in uw
instructieboekje voor meer informatie.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt
Voor het uitschakelen van de motor, contro -
leert het systeem vele veiligheids- en
comfortvoorwaarden om te controleren of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde informatie worden weerge -
geven over de werking van het Stop/
Start-systeem. In de volgende situaties zal
de motor niet stoppen:
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
De accu is bijna leeg.
Het voertuig bevindt zich op een steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen bij een hoge aanjagersnel -
heid.
De klimaatregeling is ingesteld op MAX A/C.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
Motortemperatuur te hoog.
De transmissie staat niet in een vooruitver -
snelling.
De motorkap is geopend.
De tussenbak staat in 4L of Neutral.
Het rempedaal is niet ingedrukt met
voldoende druk.
Andere factoren die het gebruik van Autostop
verhinderen:
Bediening van het gaspedaal.
Drempelwaarde rijsnelheid niet bereikt bij
vorige Autostop.
Stuurhoek boven drempelwaarde. (Alleen
ESS-modellen)
ACC is ingeschakeld en snelheid is inge-
steld.
De auto bevindt zich op grote hoogte.
Systeemfout aanwezig.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem de status STOP/START
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 166
167
READY (Stop/Start gereed) aanneemt,
wanneer de omstandigheden extremer zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In de vooruitversnelling start de motor
wanneer het rempedaal niet is ingetrapt of
het gaspedaal wordt ingetrapt. De trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha -
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden waarin de motor automatisch
opnieuw start in de stand autostop:
De schakelhendel wordt uit DRIVE gezet.
De comfortstand van de temperatuur in
het interieur wordt gehandhaafd.
De werkelijke cabinetemperatuur bedui -
dend afwijkt van de temperatuur die is
ingesteld in het klimaatsysteem.
Het klimaatsysteem in volle ontwase-
mingsmodus is.
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de aanjagersnelheid wordt handmatig
versteld.
De accuspanning daalt naar een te lage
waarde.
Lage vacuümwaarde van remsysteem
(bijv. na meerdere keren na elkaar
remmen).
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt.
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem.
De duur van modus STOP/START AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief) langer is dan vijf minuten.
De vierwielaandrijving is in de stand 4L of
NEUTRAL gezet.
Het stuur is voorbij de drempelwaarde
gedraaid. (Alleen ESS-modellen)
Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft. Schakelaar Stop/Start OFF
2. De melding STOP/START OFF (Stop/ Start-systeem uit) wordt weergegeven in
het gedeelte Stop/Start van het display in
de instrumentengroep. Raadpleeg de
paragraaf "Instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
3. Bij de volgende stop van het voertuig (nadat het Stop/Start-systeem is uitge -
schakeld) zal de motor niet worden uitge -
schakeld.
4. Het Stop/Start-systeem schakelt elke keer zelfstandig weer in wanneer het
contact uit- en weer ingeschakeld wordt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 167
STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg voor uitgebreide informatie over
het Stop/Start-systeem de paragraaf "Stop/
Start-systeem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" van uw instructieboekje.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem een
storing voordoet, zal het systeem de motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep wordt de melding "SERVICE
STOP/START SYSTEM” (onderhoud Stop/
Start-systeem) weergegeven. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Als in het display in de instrumentengroep
de melding "SERVICE STOP/START
SYSTEM" wordt weergegeven, moet u het
systeem laten controleren door een erkende
dealer.
ACTIEVE
SNELHEIDSBEGRENZER -
INDIEN AANWEZIG
Knop actieve snelheidsbegrenzer
De knop voor de actieve snelheidsbegrenzer
bevindt zich aan de rechterzijde van het
stuur.
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel -
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De actieve snelheidsbegrenzer kan worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe -
grenzer om de functie te activeren. Er verschijnt dan een mededeling samen met
een controlelampje op het display van de
instrumentengroep om aan te geven dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de rechterkant van het stuur om de actieve
snelheidsbegrenzer te verhogen en te
verlagen tot de gewenste waarde. Door de
SET (+) of SET (-) toetsen ingedrukt te
houden, neemt de snelheid toe/af met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke keer dat actieve snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst geprogrammeerde waarde van de
vorige activering.
OPMERKING:
De cruisecontrol (indien aanwezig) en de
adaptieve cruisecontrol (indien aanwezig)
functies zijn niet beschikbaar terwijl de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
De ingestelde snelheid overschrijden
Door het gaspedaal volledig in te drukken,
kan de geprogrammeerde maximale snelheid
worden overschreden terwijl het apparaat
actief is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 168
169
In het geval dat de ingestelde waarde van de
actieve snelheidsbegrenzer handmatig wordt
overschreden door een acceleratie van de
bestuurder, klinkt er een hoorbaar geluid,
gaat het controlelampje snel knipperen en
verschijnt er een bericht op het scherm van
de instrumentengroep.
De functie blijft uitgeschakeld totdat de
voertuigsnelheid tot onder de ingestelde
waarde van de actieve snelheidsbegrenzer
daalt, waar hij weer automatisch ingescha-
keld wordt.
Uitschakelen
Druk op de schakelaar voor de actieve snel -
heidsbegrenzer aan de rechterkant van het
stuur, om de actieve snelheidsbegrenzer uit
te schakelen. Er verschijnt een melding op
het display van de instrumentengroep om te
bevestigen dat de functie is uitgeschakeld.
CRUISECONTROL
Indien ingeschakeld neemt de cruisecontrol
bij snelheden boven 32 km/u (25 mph) de
werking van het gaspedaal over.
De knoppen voor de cruisecontrol bevinden
zich aan de rechterzijde van het stuur. Cruisecontrol-knoppen
OPMERKING:
Om de correcte werking te waarborgen, is
de cruisecontrol zodanig ontworpen dat
het systeem wordt uitgeschakeld als u
gelijktijdig meerdere functies van de cruis-
econtrol bedient. Als dit gebeurt, kan het
systeem opnieuw in werking worden
gesteld door op de aan/uit-knop van de
cruisecontrol te drukken en de gewenste
snelheid opnieuw in te stellen.
Plaats de versnellingshendel niet in
NEUTRAL wanneer de snelheidsregeling
is ingeschakeld. Als u dat wel doet, wordt
het systeem uitgeschakeld.
Activeren
Druk op de toets Aan/uit om de cruisecontrol
in te schakelen. Het controlelampje van de
cruisecontrol gaat branden in het display in
de instrumentengroep. Druk nogmaals op de
toets Aan/uit om het systeem uit te scha -
kelen. Het controlelampje van de cruisecon -
trol gaat uit. Het systeem moet worden
uitgeschakeld wanneer het niet wordt
gebruikt.
1 — SET (+)/Accel
2 — Aan/uit
3 — RES/Resume
4 — SET (-)/Decel
5 — CANC/Cancel
WAARSCHUWING!
De cruisecontrol kan gevaarlijk zijn in
situaties waar het systeem geen constante
snelheid kan aanhouden. Uw auto kan
gezien de omstandigheden te snel gaan,
waardoor u de controle over de auto kunt
verliezen en mogelijk een ongeval
veroorzaakt. Gebruik de cruisecontrol nooit
in druk verkeer of op bochtige, beijzelde,
besneeuwde of anderszins gladde wegen.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 169
171
Wanneer de ACC-sensor een voorligger
detecteert, zorgt de ACC dat uw auto auto-
matisch gematigd afremt of versnelt om een
vooraf ingestelde volgafstand aan te houden,
waarbij de snelheid van de voorligger wordt
overgenomen.
Als de sensor geen voor u rijdend voertuig
detecteert, houdt ACC een vaste ingestelde
snelheid aan.
De functie in- of uitschakelen
Druk kort op de toets aan/uit van de adap -
tieve cruise control (ACC). Het ACC-menu op
het display in de instrumentengroep geeft de
melding weer "ACC ready" (ACC gereed).
Om het systeem uit te schakelen, drukt u
nogmaals kort op de toets aan/uit van de
adaptieve cruise control (ACC). Het systeem
wordt dan uitgeschakeld en in de instrumen -
tengroep wordt de melding "Adaptive Cruise
Control (ACC) Off" (adaptieve cruisecontrol
uitgeschakeld) weergegeven.Gewenste ACC-snelheid instellen
Wanneer het voertuig de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de knop SET (+) of
op knop de SET (-). Op het display in de
instrumentengroep wordt de ingestelde snel -
heid weergegeven.
Als het systeem wordt ingesteld op een rijs -
nelheid lager dan 30 km/u (19 mph), zal de
ingestelde snelheid automatisch veranderen
in 30 km/u (19 mph). Als het systeem wordt
ingesteld op een rijsnelheid hoger dan
30 km/u (19 mph), zal de ingestelde snel -
heid overeenkomen met de huidige snelheid
van het voertuig. OPMERKING:
ACC kan niet worden ingesteld als zich een
stilstaand voertuig vlak vóór uw voertuig
bevindt.
Neem uw voet van het gaspedaal. Doet u dat
niet, dan kan de auto blijven versnellen tot
voorbij de ingestelde snelheid. Als dat
gebeurt:
Het bericht "DRIVER OVERRIDE" (ingreep
door de bestuurder) verschijnt in het
display in de instrumentengroep.
Regelt het systeem niet langer de afstand
tussen uw auto en uw voorligger. Wordt de
voertuigsnelheid alleen bepaald door de
stand van het gaspedaal.
Hervatten
Als er een ingestelde snelheid in het
geheugen is, drukt u op de knop RES
(hervatten) en haalt u daarna uw voet van het
gaspedaal af. Op het display in de instru
-
mentengroep wordt de laatst ingestelde snel -
heid weergegeven.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de adaptieve
cruisecontrol (ACC) ingeschakeld te laten
wanneer u deze niet gebruikt. U kunt het
systeem dan per ongeluk instellen en
sneller rijden dan u wilt. U zou de macht
over het stuur kunnen verliezen en een
aanrijding kunnen veroorzaken. Laat het
systeem altijd uitgeschakeld als u het niet
gebruikt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 171