214
CITROËN Connect Nav
De functie "Android Auto" werkt alleen
in combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "Android Auto"-
functie te openen.
Druk op "Android Auto" om de app in het
systeem te starten.
Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
In de Android Auto-modus wordt de
functie die uitklapmenu's weergeeft door
met drie vingers op het scherm te drukken,
uitgeschakeld.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de
apps beschikbaar zijn.
Bluetooth-verbinding®
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
"zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van
de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan: controleer of de door het
telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding ".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst van de waargenomen
telefoons weergegeven.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om de overdracht van
uw contacten en berichten te accepteren (of
niet).
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
– "Streaming" (streaming: draadloos afspelen
van audiobestanden van de telefoon),
– "Gegevens mobiel internet".
Om gebruik te kunnen maken van online navigatie moet het profiel " Gegevens
mobiel internet " zijn geselecteerd (indien uw
auto niet beschikt over de diensten
"Noodoproep en pechhulpoproep"), nadat u
eerst op uw smartphone het delen van de
mobiele dataverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand
te brengen.
216
CITROËN Connect Nav
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door het merk is
goedgekeurd, zoals een USB-lader die is
aangesloten op de 12 V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit
fenomeen is heel normaal bij de transmissie
van radiogolven, en geven in geen geval een
defect van het audiosysteem aan.
Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.
(zie de desbetreffende rubriek)
Druk op "Geheugen".
Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan lang ingedrukt.
RDS inschakelen/
uitschakelen
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de
frequentie hoeft te wijzigen. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-zenders
niet in het hele land te ontvangen doordat de
zenders niet altijd het hele land dekken.
Daardoor kan de zender tijdens het rijden
wegvallen.
Tekstberichten weergeven
De functie "Radio-tekstberichten" toont
informatie die door de radiozender wordt
uitgezonden en die betrekking heeft op de
zender, of op het nummer wat op dat moment
wordt afgespeeld.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Weergeven radiotekst " in of
uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Om te worden
geactiveerd moet deze functie een
radiozender die deze berichten uitzendt, goed
kunnen ontvangen. Zodra een
verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment
wordt weergegeven automatisch onderbroken
voor de weergave van het
TA-verkeersinformatiebericht. Zodra dit
bericht is afgelopen, wordt de weergave van
de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Selecteer "Berichten".
Inschakelen / uitschakelen "Verkeersinfo ".Druk op "OK" om te bevestigen.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio biedt een betere
geluidskwaliteit.
De verschillende "multiplex/bundels" bieden
keuze uit radiozenders die op alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer de geluidsbron.
Druk op "Band" om het golfbereik "DAB" te
selecteren.
FM-DAB volgen
“DAB" is niet overal in het land
beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt u
met "FM-DAB automatisch volgen" dezelfde
zender blijven beluisteren doordat het
systeem automatisch overschakelt op de
betreffende analoge FM-zender (indien
beschikbaar).
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
217
CITROËN Connect Nav
12Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio biedt een betere
geluidskwaliteit.
De verschillende "multiplex/bundels" bieden
keuze uit radiozenders die op alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer de geluidsbron.
Druk op "Band" om het golfbereik "DAB" te
selecteren.
FM-DAB volgen
“DAB" is niet overal in het land
beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt u
met "FM-DAB automatisch volgen" dezelfde
zender blijven beluisteren doordat het
systeem automatisch overschakelt op de
betreffende analoge FM-zender (indien
beschikbaar).
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK".
Als "FM-DAB automatisch volgen" is ingeschakeld, kan er een onderbreking
van een paar seconden zijn wanneer het
systeem overschakelt naar "FM"-analoge
radio, en soms kan het volume veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale
signaal weer goed is, schakelt het systeem
automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd, niet beschikbaar is als
FM-zender (de optie " FM-DAB" wordt grijs
weergegeven), of als "DAB/FM automatisch
volgen" niet is ingeschakeld, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-geheugenstick in de USB-aansluiting, of sluit het USB-
apparaat via een kabel (niet meegeleverd) op de
USB-aansluiting aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer als het contact wordt aangezet en als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als
deze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
AUX-aansluiting (AUX)
(afhankelijk van uitvoering en uitrusting)Sluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
218
CITROËN Connect Nav
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
CD-speler
(afhankelijk van uitvoering en uitrusting)
Plaats de CD in de speler.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "Bron".
Selecteer de geluidsbron.
Bluetooth® streaming audio
Streaming audio biedt de mogelijkheid om naar
door de smartphone verzonden audiostreams te
luisteren.
Zorg dat het Bluetooth-profiel is geactiveerd en
stel eerst het volume van het externe apparaat in
(op een hoog volume).
Stel vervolgens het volume van het
audiosysteem in.
Als de weergave niet automatisch begint, kan
het zijn dat u de audioweergave moet starten via
de telefoon.
Bediening verloopt via het externe apparaat of
via de aanraaktoetsen van het systeem.
Als de streaming audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als een
geluidsbron beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via het audiosysteem in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
genres/playlists/audiobooks/podcasts).
De standaardindeling is de indeling per
artiest. Om dit te veranderen moet u terug
naar het eerste niveau in de structuur om
vervolgens een andere indeling te selecteren
(bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze
voordat u in de structuur weer afdaalt naar de
gewenste track.
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers, BlackBerry's® of
apparatuur van Apple® die op de
USB-aansluitingen kunnen worden
aangesloten/ De kabel is niet meegeleverd.
Het apparaatbeheer wordt uitgevoerd met
bedieningselementen van het audiosysteem.
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten
niet door het systeem wordt herkend, moet
met een kabel (niet meegeleverd) op de jack-
plug worden aangesloten of via Bluetooth
streaming worden gekoppeld (indien
compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het audiosysteem speelt bestanden af met de
extensie ".wma, .aac, .flac, .ogg en .mp3" met
een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie ".wma" moeten van
het type WMA 9 Standaard zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 kHz.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "
? . ; ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-toetsen met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik bij voorkeur de originele USB-kabels van het externe apparaat.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn
geselecteerd.
Als de disc met een andere standaard is
gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard
voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een
optimale geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie-CD altijd de
standaard Joliet.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth
®-telefoon
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
219
CITROËN Connect Nav
12Gebruik bij voorkeur de originele
USB-kabels van het externe apparaat.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn
geselecteerd.
Als de disc met een andere standaard is
gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard
voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een
optimale geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie-CD altijd de
standaard Joliet.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth
®-telefoon
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
"zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van
de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan: controleer of de door het
telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken ".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst van de waargenomen
telefoons weergegeven.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
– "Streaming" (streaming: draadloos afspelen
van audiobestanden van de telefoon),
– "Gegevens mobiel internet".
Selecteren van het profiel; " Gegevens
mobiel internet " is vereist voor online
navigatie, nadat u eerst op uw smartphone
het delen van de mobiele dataverbinding hebt
geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u gevraagd om de overdracht van uw
contacten en berichten wel of niet te
accepteren.
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u terugkomt in uw auto met de
telefoon waarmee het laatst verbinding is
gemaakt, wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na het
aanzetten van het contact automatisch met
de telefoon verbinding gemaakt (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
222
CITROËN Connect Nav
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst
weer te geven.
Selecteer het tabblad "Ontvangen",
"Verzonden" of "Ongelezen”.
Selecteer het bericht dat u in een van deze
lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
De toegang tot "Email" is afhankelijk van
de compatibiliteit van de smartphone met
het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
zodanig dat de geluidskwaliteit wordt
afgestemd op het aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling voor Equalizer (keus uit 6
sferen) en ook voor Bass , Medium en
Treble zijn verschillend en apart in te stellen
voor elke geluidsbron.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen " Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen ",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling ",
en "Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de balans/
verdeling van geluid in het interieur.
Profielen configureren
Het configureren van de profielen mag,
om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de
profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeenschappelijk profiel ".
Druk op deze toets om een profielnaam in te voeren via het virtuele toetsenbord.Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe te voegen.Plaats een USB-stick met daarop de foto
in de USB-aansluiting.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven
voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de
instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een
vierkante vorm, het systeem past de
oorspronkelijke vorm van de foto aan dit
vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om de "Audio-
instellingen " aan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
223
CITROËN Connect Nav
12Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om de "Audio-
instellingen " aan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
Schakel "Automatische tekstweergave "
in of uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid van het scherm en/of het
instrumentenpaneel in te stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemparameters ".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor
afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Selecteer "Fabrieksparameters " om de
begininstellingen te herstellen.
Als het systeem wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen, wordt Engels als
taal ingesteld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in
het systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
De datum instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum ".
Selecteer "Datum".
Druk op deze toets om de datum in te stellen.Druk op "OK" om te bevestigen.
Selecteer hoe de datum wordt
weergegeven.
U kunt alleen de tijd en de datum
instellen wanneer "GPS-synchronisatie"
is uitgeschakeld.
Overschakelen naar zomer- of wintertijd
gebeurt door de tijdzone te wijzigen.
De tijd instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum ".
Selecteer "Tijd ".
Druk op deze toets om de tijd in te stellen via het virtuele toetsenbord.
224
CITROËN Connect Nav
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om de tijdzone in te
stellen.
Selecteer hoe de tijd (12h/24h) moet worden weergegeven.Schakel GPS-synchronisatie (UTC) in of uit.Druk op "OK" om te bevestigen.
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk
van het land).
Thema's
Om veiligheidsredenen mag het
kleurenschema alleen worden versteld
als de auto stilstaat.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Thema's".
Selecteer het thema in de lijst en druk
vervolgens op " OK" om te bevestigen.
Bij elke wijziging van het thema wordt het
systeem opnieuw opgestart waarbij het
scherm tijdelijk zwart wordt.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen over het systeem.
Navigatie
Ik kan het bestemmingsadres niet opgeven.
Het adres wordt niet herkend.
► Gebruik de "intuïtieve methode" door op de toets "Zoeken..." op de onderzijde van het
scherm "Navigatie" te drukken.
De route wordt niet berekend.
Het kan zijn dat de route-instellingen niet
overeenkomen met de huidige locatie
(bijvoorbeeld, wanneer geen rekening wordt
gehouden met tolwegen terwijl de auto op een
tolweg rijdt).
► Controleer de route-instellingen in het menu "Navigatie".
Ik krijg geen waarschuwingen voor
"Gevarenzones".
U heeft geen abonnement op deze online dienst.
► Wanneer u wel op deze dienst bent
geabonneerd:
- kan het zijn dat na het afsluiten van het
abonnement deze dienst pas een paar dagen
later wordt geactiveerd,
- kan het zijn dat de diensten niet in het
systeemmenu zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven. De POI's zijn niet geselecteerd.
► Stel het zoomniveau in op 200 m, of selecteer de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het
volume is te laag.
► Activeer het geluidssignaal in het menu "Navigatie", en controleer het spraakvolume in
de audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor.
De route-instellingen houden geen rekening met
de actuele verkeersinformatie.
► Configureer de functie "V
erkeersinformatie" in de lijst met route-instellingen (geen, handmatig
of automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een
"Gevarenzone" die niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar
kondigt ook alle "Gevarenzones" aan. Deze
worden met een driehoek vóór het pictogram
van de auto weergegeven. Het kan zijn dat het
systeem waarschuwt voor "Gevarenzones" op
dichtstbijzijnde of parallelwegen.
► Zoom in op de kaart om de precies locatie van de "Gevarenzone" te bekijken. U
kunt "Op de route" selecteren zodat u geen
waarschuwingen meer ontvangt. Ook kunt u de
duur van de waarschuwing beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.