Page 63 of 118

Gebruik en belan grijke rij-informatie5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAUM3632
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
In dat geval gaat ook het waarschu-
wingslampje motorstoring branden,
maar dit is geen storing. Schakel de
machinevoeding uit en vervolgens
weer in om het waarschuwingslampje
uit te zetten. Wanneer u dit niet, doet
zal de motor niet aanslaan, ook al pro-
beert de startmotor de motor op gang
te brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU84361
De motor startenZet onder normale omstandigheden de
versnellingsbak in de vrijstand alvorens de
motor te starten. Om de motor te starten
met een versnelling in geschakeld, moet de
zijstandaard zijn opgeklapt en moet de
koppelingshendel zijn ingeknepen.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar “ON” en zet de noodstopschakelaar op “ ”.
2. Controleer of de volgende lampjes een circuitcontrole doorlopen. Waarschuwingslampje motor-
storing
ABS-waarschuwingslampje
Controlelampje tractieregeling
Controlelampjes cruise control
Schakelcontrolelampje
Waarschuwingslampje motorolie
en koelvloeistof
Controlelampje startblokkeringOPMERKING Het ABS-waarschuwingslampje moet
uitgaan wanneer een rijsnelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt be-
reikt.
UB1JD1D0.book Page 1 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 104 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-38
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwij der de koelvloeistofra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
Bren g na verwij deren van d e bor gbout voor de rad iatorvuld op een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra-
d iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk
d e dop omlaa g zo dra
het sis gelui d stopt en draai deze linksom en verwij der de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UB1JD1D0.book Page 38 Friday, October 5, 2018 2:13 PM
Page 115 of 118

Index
10-2
10
Stand van het stuur, afstellen ............... 3-37
Startblokkeersysteem............................. 3-1
Startspersysteem ................................. 3-43
Stationair toerental, controleren ........... 6-16
Stop/Run/Start-schakelaar ..................... 3-4
Storingzoekschema’s ........................... 6-37
Stuurschakelaars .................................... 3-3
Stuursysteem, controleren ................... 6-29TTankdop ............................................... 3-29
Tankoverloopslang ............................... 3-31
TCS-schakelaar ...................................... 3-4
Tractieregeling ...................................... 3-27UUitlaatkatalysator .................................. 3-32VVeiligheidsinformatie .............................. 1-1
Voertuigidentificatienummer................... 9-1
Voertuigverlichting ................................ 6-34
Voor- en achterremblokken
controleren ......................................... 6-21
Voorvork, afstellen ................................ 3-38
Voorvork, controleren ........................... 6-29
Vrije slag koppelingshendel, afstellen .............................................. 6-19
Vrije slag van gasgreep, controleren .... 6-16
Vrije slag van remhendel, controleren ......................................... 6-20
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-5WWaarschuwingslampje motorolie en
koelvloeistof ......................................... 3-7
Waarschuwingslampje motorstoring ...... 3-6
Weergave, hoofdscherm ...................... 3-10 Weergave, menuscherm ...................... 3-14
Wielen .................................................. 6-19
Wiellagers controleren ......................... 6-30
YYamalube ............................................. 6-14ZZadels .................................................. 3-32
Zekeringen, vervangen......................... 6-31
Zijstandaard ......................................... 3-42
UB1JD1D0.book Page 2 Friday, October 5, 2018 2:13 PM