Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU65680
(Parkeren)
De alarmverlichting kan worden ingescha-
keld, maar alle andere elektrische syste-
men zijn uit. De sleutel kan worden
uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA22330
Als u d e alarmverlichtin g lan gduri g laat
b ran den, kan d e accu ontla den raken.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU85481
Dimlichtschakelaar/lichtsi
gnaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u de schakelaar omlaag naar “PASS” terwijl
de koplampen op dimlicht staan.OPMERKINGAls de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaan alleen de twee buitenste kop-
lampen branden. Als de schakelaar op
grootlicht wordt ingesteld, gaan de twee
binnenste koplampen ook branden.
1. Drukken.
2. Draaien.
1 2
1. “MENU”-schakelaar
2. “SELECT”-schakelaar
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”
1
2
34
5
6
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1
3
2
UBD5D1D0.book Page 3 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66061
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU66010
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wo rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU84250
Cruise-controlschakelaars
Zie pagina 3-7 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU84521
“MENU”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in de multifunctionele meter te wijzi-
gen. (Zie pagina 3-10.)
DAU84530
“SELECT”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in de multifunctionele meter te wijzi-
gen. (Zie pagina 3-10.)
DAU84260
Rijmo dusschakelaar “MODE”
Zie pagina 3-17 voor uitleg over de rijmo-
dus.
UBD5D1D0.book Page 4 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Periodiek on derhoud en afstelling
6-33
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge scha
de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering signaleringssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Extra zekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering alarmverlichtingssysteem
6. Aansluitzekering 1
7. Aansluitzekering 2
8. Koplampzekering
9. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
10.Zekering linker radiatorkoelvinmotor
11.Reservezekering
11 1
2
3
11
10 9876 5 4
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Remlicht zekering:
1.0 A
Voor geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 1):
Zekering brandstofinjectiesysteem: 25.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
Verwarmingszekering: 10.0 A
Voor geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 2):
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid:
5.0 A
Extra zekering: 5.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Voor geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 3):
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem:
7.5 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Aansluitzekering 2: 2.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A × 2
Koplampzekering: 10.0 A
UBD5D1D0.book Page 33 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
10-1
10
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-25
ABS....................................................... 3-19
ABS-waarschuwingslampje.................... 3-6
Accu ..................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-28
Achteruitkijkspiegels............................. 3-28BBalhoofdlagers, smeren ....................... 6-29
Banden ................................................. 6-17
Bougies, controleren ............................ 6-10
Brandstof .............................................. 3-23
Brandstofverbruik,
tips voor een zuinig .............................. 5-4CClaxonschakelaar ................................... 3-4
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-5
Controlelampjes cruise control............... 3-5
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-5
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 3-5
Controlelampje startblokkering .............. 3-6
Controlelampje tractieregeling ............... 3-6
Cruise control ......................................... 3-7
Cruise-controlschakelaars...................... 3-4DDe motor starten..................................... 5-2
Diagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar .......................... 3-3
D-mode (rijmodus) ................................ 3-17FFilterbus ................................................ 6-11
GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ....................... 6-26
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 3-31
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires ........................................ 3-32
Gereedschapsset ................................... 6-2HHelmborgkabel..................................... 3-27IIdentificatienummers.............................. 9-1
Inrijperiode ............................................. 5-1KKabels, controleren en smeren ............ 6-26
Klepspeling .......................................... 6-16
Koelvloeistof......................................... 6-14
Koppelingshendel ................................ 3-17LLuchtfilterelement ................................ 6-15MMatkleur, let op ...................................... 7-1
MENU-schakelaar .................................. 3-4
Modelinformatiesticker........................... 9-1
Motorolie .............................................. 6-11
Motor raakt oververhit .......................... 6-37
Multifunctionele meter ......................... 3-10OOnderhoud ............................................. 7-1
Onderhoud en smering, periodiek ......... 6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 6-3
Opbergcompartiment........................... 3-27
Overloopslang brandstoftank............... 3-24
PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-9
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-34RRegistratie van gegevens, voertuig ........ 9-2
Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-27
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren ....................... 6-26
Remhendel............................................ 3-19
Remlichtschakelaars............................. 6-21
Rempedaal............................................ 3-19
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-22
Remvloeistof, verversen ....................... 6-23
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-4
Rijmodusschakelaar ............................... 3-4SSchakelaar alarmverlichting.................... 3-4
Schakelcontrolelampje ........................... 3-6
Schakelen ............................................... 5-3
Schakelpedaal ...................................... 3-18
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-29
SELECT-schakelaar ................................ 3-4
Serienummer motorblok ......................... 9-1
Snelschakelsysteem ............................. 3-18
Spanning aandrijfketting ....................... 6-24
Specificaties ........................................... 8-1
Stabilisatorstang ................................... 6-34
Stallen ..................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Startspersysteem.................................. 3-33
Stationair toerental, co ntroleren ........... 6-16
UBD5D1D0.book Page 1 Friday, October 25, 2019 2:28 PM