Periodiek on derhoud en afstelling
6-32
6
DAU84650
De zekerin gen vervan genDe zekeringenkastjes en afzonderlijke ze-
keringen bevinden zich onder het bestuur-
derszadel (zie pagina 3-26) en achter
paneel A (zie pagina 6-9).
Om toegang te krijgen tot zekeringenkastje
1, de hoofdzekering en de ABS-motorzeke-
ring, verwijdert u het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-26.)
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de ABS-motorze-
kering verwijdert u de kap van het startmo-
torrelais door deze omhoog te trekken.
Om toegang te krijgen tot zekeringenkastje
2, zekeringenkastje 3, de remlichtzekering
en de zekering van de cruise control verwij-
dert u paneel A. (Zie pagina 6-9.)
1. Reservezekering ABS-pompmotor
2. Zekering ABS-motor
3. Zekeringenkastje 1
4. Hoofdzekering
1 2
34
1. Zekering brandstofinjectiesysteem
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
5. Verwarmingszekering
6. Reservezekering
1234
65
1. Kap van startmotorrelais
2. Reservezekering ABS-pompmotor
3. Zekering ABS-motor
2 3
1
UB5BD1D0.book Page 32 Tuesday, October 15, 2019 9:17 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
6-33
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen zekerin
gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekeringenkastje 3
3. Cruise-controlzekering
4. Remlichtzekering
2
3
4
1
1. Zekering signaleringssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Extra zekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering alarmverlichtingssysteem
6. Aansluitzekering 1 (voor gelijkstroom aan-
sluitcontact voor accessoires)
7. Aansluitzekering 2 (voor gelijkstroom aan- sluitcontact voor accessoires)
8. Koplampzekering
9. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
10.Zekering linker radiatorkoelvinmotor
11.Reservezekering
11 1
2
3
11
10 9876 5 4
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering: 50.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Voor geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 1):
Zekering brandstofinjectiesysteem: 25.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Verwarmingszekering: 10.0 A
UB5BD1D0.book Page 33 Tuesday, October 15, 2019 9:17 AM
Periodiek on derhoud en afstelling
6-34
6
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU72980
Voertui gverlichtin gDit model is volledig uitgerust met lampen
van het LED-type. Er zijn geen vervangbare
gloeilampen.
Als een lampje niet gaat branden, contro-
leer dan de zekeringen en laat vervolgens
een Yamaha dealer de machine controle-
ren.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op d e
koplamplens.
DAU25872
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
Voo r
geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 2):
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid:
5.0 A
Extra zekering: 5.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Voo r geschreven zekerin gen (zeke-
rin genkastje 3):
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem:
7.5 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Aansluitzekering 2: 2.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A × 2
Koplampzekering: 10.0 A
1. Parkeerlicht
2. Koplamp (dimlicht)
3. Koplamp (grootlicht)
1
2
3
1
2
3
UB5BD1D0.book Page 34 Tuesday, October 15, 2019 9:17 AM
Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-2
7
stoffen zoals oplosmi ddelen, benzi-
ne, roestverwijd eraars, remvloei-
stof, antivries etc.
Voor het wassen 1. Plaats de machine buiten direct zon- licht en laat deze afkoelen. Dit helpt
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri- sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor-
beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een hoogwaardig ontvettingsmiddel en
een kunststof borstel of spons. LET
OP: Ge bruik geen ontvettin gsmi d-
d el op ged eelten die gesmeer d
moeten wor den, zoals af dichtin gen,
pakkin gen en wielassen. Vol g d e in-
structies bij het pro duct.
[DCA26290]
Wassen
1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht- streeks in de uitlaatdemper, het in-
strumentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar-
dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone
doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te ko-
men. LET OP: Gebruik kou d water
als het voertui g is b lootgestel d aan
zout. Warm water ver groot de bij-
ten de ei genschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
a g ressieve chemicaliën om de
kuipruit te reini gen. Daarnaast kun-
nen bepaal de reini gin gsmi ddelen
voor kunststof krassen achterlaten
op de kuipruit, dus test een reini-
g in gsmi ddel altij d eerst voor dat u
het toepast.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa-
ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen 1. Droog de machine met een zeem of vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje.
2. Voor modellen met een aandrijfket- ting: Aandrijfketting drogen en vervol-
gens smeren om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
thermische verkleuringen op roestvrij-
stalen uitlaatsystemen verwijderen
door deze op te poetsen.
4. Breng een corrosiewerende spray aan
op alle metalen onderdelen, inclusief
verchroomde en vernikkelde opper-
vlakken. WAARSCHUWING! Bren g
g een siliconen- of oliespray aan op
za dels, han dgrepen, ru bber voet-
steunen of ban dprofielen. An ders
wor den deze on der delen gla d,
waar door u de controle over de ma-
chine kunt verliezen. Reini g d e op-
UB5BD1D0.book Page 2 Tuesday, October 15, 2019 9:17 AM
10-1
10
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-25
ABS ....................................................... 3-20
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-6
Accu ...................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-28
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-29BBalhoofdlagers, smeren ........................ 6-30
Banden ................................................. 6-17
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-24
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-4CClaxonschakelaar ................................... 3-4
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-5
Controlelampjes cruise control ............... 3-5
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-5
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-5
Controlelampje startblokkering............... 3-6
Controlelampje tractieregeling................ 3-6
Cruise control ......................................... 3-7
Cruise-controlschakelaars ...................... 3-4DDe motor starten ..................................... 5-2
Diagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar .......................... 3-3
D-mode (rijmodus) ................................ 3-18FFilterbus ................................................ 6-11
GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .......................................... 6-26
Gelijkstroom aansluitcontacten voor
accessoires ........................................ 3-32
Gereedschapsset ................................... 6-2HHelmborgkabel ..................................... 3-28IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-1KKabels, controleren en smeren ............ 6-26
Klepspeling ........................................... 6-16
Koelvloeistof ......................................... 6-14
Koppelingshendel................................. 3-18LLuchtfilterelement ................................. 6-15MMatkleur, let op ...................................... 7-1
MENU-schakelaar .................................. 3-4
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 6-28
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie .............................................. 6-11
Motor raakt oververhit .......................... 6-37
Multifunctionele meter .......................... 3-10OOnderhoud ............................................. 7-1
Onderhoud en smering, periodiek.......... 6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Opbergcompartiment ........................... 3-28
Overloopslang brandstoftank ............... 3-25
PPaneel, verwijderen en aanbrengen ........6-9
Parkeren ..................................................5-4
Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................6-34RRegistratie van gegevens, voertuig .........9-2
Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................6-27
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren........................6-26
Remhendel ............................................3-20
Remlichtschakelaars .............................6-21
Rempedaal ............................................3-20
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-22
Remvloeistof, verversen........................6-23
Richtingaanwijzerschakelaar...................3-4
Rijmodusschakelaar................................3-4SSchakelaar alarmverlichting ....................3-4
Schakelcontrolelampje............................3-6
Schakelen ...............................................5-3
Schakelpedaal ......................................3-19
Schokdemperunit, afstellen ..................3-30
SELECT-schakelaar ................................3-4
Serienummer motorblok .........................9-1
Snelschakelsysteem .............................3-19
Spanning aandrijfketting .......................6-24
Specificaties............................................8-1
Stallen .....................................................7-3
Startblokkeersysteem .............................3-1
Startspersysteem ..................................3-34
Stationair toerental, controleren ...........6-16
Stop/Run/Start-schakelaar .....................3-4
UB5BD1D0.book Page 1 Tuesday, October 15, 2019 9:17 AM