210
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 422)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 211)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Center” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is ON (aan) ( →Blz. 422).
• Deze functie herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• Het Dynamic Radar Cruise Control-sys- teem werkt in de afstandsregelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 211)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 211)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
??Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelij k uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( →Blz. 209)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( →Blz. 209) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, kan
het stuurwiel trillen en een zoemer klinken
om aan te geven dat de functie tijdelijk is
uitgeschakeld. Als de persoonlijke voor-
keursinstelling voor het soort waarschu-
wing echter is ingesteld op de
stuurwieltrillingsfunc tie, waarschuwt het
systeem de bestuurder door het stuurwiel
te laten trillen in plaats van de zoemer te
laten klinken.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werk t de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz. Ook zijn trillin-
gen van het stuurwiel mogelijk niet goed
voelbaar door de wegomstandigheden,
enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk
niet vaststellen of er een gevaar bestaat
voor een aanrijding met een voertuig op
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 210 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
211
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te spo-
ren het stuurwiel vast te houden. Tevens
wordt het in de afbeelding weergegeven sym-
bool op het multi-informatiedisplay weerge-
geven. De waarschuwing stopt wanneer het
systeem signaleert dat de bestuurder het
stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen altijd
aan het stuurwiel wanneer u dit systeem
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
De zoemer klinkt ook als het type waarschu-
wing is ingesteld op de stuurwieltrillingsfunc-
tie.
●Wanneer bij een bocht het systeem vast-
stelt dat de auto niet de bocht in wordt
gestuurd maar in plaats daarvan de rij-
strook dreigt te verlaten terwijl de Lane
Centering-functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt,
als het systeem signaleert dat de auto in een
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is. Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in
werking is, klinkt de zoemer en wordt de
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de
zoemer klinkt, houdt he
t geluid hiervan langer
aan.
De zoemer klinkt ook als het type waarschu-
wing is ingesteld op de stuurwieltrillingsfunc-
tie.
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert
terwijl de waarschuwingsfunctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het
in de afbeelding weergegeven symbool op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de aut o en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het
scherm worden weergegeven als er een
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 211 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
273
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-6. Rijtips
Rijden
4-6.Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de accu con-
troleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandig-
heden aan.
Voorbereidingen voor
de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik banden met de voorgeschreven
maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet. (indien aanwezig)
●Gebruik het LDA-systeem (Lane Depar-
ture Alert met stuurregeling) niet. (indien
aanwezig)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 273 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
372
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Waarschuwingslampje lage bandenspanning
■Controlelampje LTA* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
■Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem (waarschuwingszoe-
mer)
Waarschuwings-lampjeDetails/handelingen
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende ongeveer 1 minuut
geknipperd heeft (er klinkt geen zoemer):
Storing in het bandenspannings waarschuwingssysteem
→ Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als het lampje gaat branden (er klinkt een zoemer):
Lage bandenspanning door een natuurlijke oorzaak
→ Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 417)
Lage bandenspanning door een lekke band
→ Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
Oplossing ( →Blz. 375)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing Assist)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 211)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-systeem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 372 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
378
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als “Front Camera Out of Temperature
Range Wait until Normal Temperature”
(Camera voor buiten temperatuurbereik.
Wacht tot deze weer op normale tempe-
ratuur is), “Front Camera Low Visibility
See Owner’s Manual” (Slecht zicht
camera voor, zie handleiding) of “Front
Camera Unavailable See Owner’s
Manual” (Camera voor niet beschikbaar,
zie handleiding) wordt weergegeven
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 190, 368)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien
aanwezig)
●LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
●Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
●RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
■Als “Pre-Collision System Unavailable
See Owner’s Manual” (Pre-Crash Safety-
systeem niet beschikbaar, zie handlei-
ding), “Pre-Collision System Out of Tem-
perature Range See Owner’s Manual”
(Pre-Crash Safety-systeem buiten tempe-
ratuurbereik, zie handleiding) of “Pre-
Collision System Radar In Self Calibra-
tion Unavailable See Owner’s Manual”
(Zelfkalibratie radar Pre-Crash Safety-
systeem niet beschikb aar. Zie handlei-
ding) wordt weergegeven
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 190, 368)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
●LTA (Lane Tracing Assist)
●Dynamic Radar Cruise Control
■Als Oil Maintenance Required Soon
(Olie moet binnenkort worden ververst)
wordt weergegeven
Geeft aan dat de motorolie moet worden ver-
verst.
Controleer de motorolie en ververs indien
nodig.
Zorg ervoor dat na het verversen van de
motorolie de melding wordt gereset.
(
→Blz. 323)
■Als “Oil Maintenance Required Visit
Your Dealer” (Olie moet worden ver-
verst. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Geeft aan dat de motorolie moet worden ver-
verst.
Laat de motorolie en het oliefilter door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige controleren
en/of verversen/vervangen. Zorg ervoor dat
na het verversen van de motorolie de mel-
ding wordt gereset. ( →Blz. 323)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable
See Owner’s Manual” (Dynamic Radar
Cruise Control-systeem niet beschik-
baar, zie handleiding) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem
wordt tijdelijk uitgeschakeld of tot het in de
melding aangegeven probleem is opgelost.
(Oorzaken en oplossingen: →Blz. 190)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem
kan tijdelijk niet wor den gebruikt. Gebruik het
systeem wanneer dit weer beschikbaar is.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
●Volg de bijbehorende instructies als
“Engine Coolant Temp High” (temperatuur
koelvloeistof te hoog) wordt weergegeven.
( → Blz. 405)
●Volg de bijbehorende instructies als
“Transmission Oil Temp. High” (tempera-
tuur transmissievloeistof te hoog) wordt
weergegeven. ( →Blz. 164)
●Volg de bijbehorende instructies als
“Exhaust Filter Full” (uitlaatgasfiltersys-
teem vol) wordt weergegeven. ( →Blz. 266)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 378 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
396
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het volwaardige
reservewiel (indien aanwezig)
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Gebruik van het compacte reserve-
wiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist- systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel (indien aanwezig) onder
de auto gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 396 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
427
8
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■LTA (Lane Tracing Assist)* (→Blz. 202)
*: Indien aanwezig
■RSA (Road Sign Assist)*1 ( →Blz. 225)
*1: Indien aanwezig
*2: RSA-functie keert altijd terug naar AAN wanneer de auto wordt gestart.
*3: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, klinkt de waarschuwings-
zoemer niet.
*4: Auto's met navigatiesysteem
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Lane Centering-functieAanUit—O—
Soorten waarschuwingenZoemerStuurwieltrillingsfunctie—O—
Gevoeligheid waarschuwingHoogStandaard—O—
Waarschuwingsfunctie slinge-
ren autoAanUit—O—
Gevoeligheid waarschuwing
voor slingerenStandaardHoog—O—Laag
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RSA (Road Sign Assist)*2AanUit—O—
Meldingsmethode snelheids-
overschrijding*3Alleen weergaveGeen melding—O—Weergave en zoemer
Meldingsniveau snelheids-
overschrijding2 km/h (1 mph)10 km/h (5 mph)—O—5 km/h (3 mph)
Meldingswijze inhaalverbodAlleen weergaveGeen melding—O—Weergave en zoemer
Andere meldingsmethode
(melding verboden in te rij-
den)
*4Alleen weergave
Geen melding
—O—Weergave en zoemer
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 427 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
557
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
Alfabetische index
C
Claxon ................................................... 134
Condensor ............................................ 325
Contact (startknop) ...................... 158, 159Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht .......................................... 360
Auto power off-functie ....................... 162
Wijzigen van de standen van het contact ....................... 158, 162
Contactslot.................................... 158, 159
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht .......................................... 360
Auto power off-functie ....................... 162
Wijzigen van de standen van het contact .............................. 158, 162
Controlelampje veiligheidsgordel....... 371
Controlelampjes ..................................... 84
Cruise control Dynamic Radar Cruise Control.......... 212
Curtain airbags ....................................... 35
D
Dagrijverlichting ................................... 173
Dagtellers .......................................... 87, 91
Dashboardkastje .................................. 293
Derde remlicht Lampen vervangen ........................... 352
Display
Dynamic Radar Cruise Control.......... 212
Head-up display ................................ 105
LTA (Lane Tracing Assist) .................. 208
Multi-informatiedisplay .................. 93, 99
Snelheidsbegrenzer .......................... 223
Toyota Parking Assist-sensor ............ 241
Waarschuwingsmelding .................... 377
Draaiknop koplampverstelling ............ 174
Dynamic Radar Cruise Control ........... 212
Road Sign Assist (RSA) .................... 219
Waarschuwingsmelding .................... 221
E
eCall ........................................................ 66Toets SOS........................................... 66
ECO-controlelampje ...................... 96, 101
ECO-indicator ......................... 96, 101, 109
ECO-rijmodus ....................................... 265
Elektrisch bedienbare ruiten Aan portierslot gekoppelde
werking ruiten ................................. 140
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 141
Klembeveiliging................................. 139
Werking ............................................. 139
Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ................................................... 267
Waarschuwingslampje ...................... 370
Elektronische sleutel ........................... 112 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ............................... 399
Batterij vervangen ............................. 345
Energiebesparende functie ............... 124
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)........................... 267Waarschuwingslampje ...................... 370
F
Fleshouders.......................................... 294
G
Gemiddeld brandstofverbruik....... 95, 101
Gemiddelde rijsnelheid ................. 97, 103
Gereedschap ................................ 380, 390
Gewicht ................................................. 410
GPF-systeem (benzineroetfilter)......... 266
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 557 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM