84
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende systemen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u
de motor start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers ( →Blz. 170)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 172)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 174)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 176)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) ( →Blz. 179)
Controlelampje mistachterlicht
( → Blz. 179)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 195)
Controlelampje cruise control
*3
(indien aanwezig) ( →Blz. 212)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*3 (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 212)
Controlelampje cruise control
SET
*3 (indien aanwezig)
( → Blz. 212)
*4
Controlelampje LTA*3 (indien
aanwezig) ( →Blz. 208)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*1, 5 (indien aanwezig)
( → Blz. 236, 246)
Controlelampje BSM OFF
*2
(indien aanwezig) ( →Blz. 236)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 242)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 247)
Controlelampje PKSB OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 251)
Controlelampje Stop & Start-sys-
teem
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 229)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 230)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
( → Blz. 223)
(Knippert) Controlelampje Traction Con-
trol
*1 (
→ Blz. 268)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( → Blz. 268)
Controlelampje Smart entry-sys-
teem met startknop
*3 (indien
aanwezig) ( →Blz. 159)
Schakeladviesindicator
*6 (indien
aanwezig) ( →Blz. 170)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem ( →Blz. 171)
ECO-controlelampje
*1, 6 (indien
aanwezig) ( →Blz. 96, 101)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur
*3, 7 ( → Blz. 86, 90)
Controlelampje antidiefstalsys-
teem ( →Blz. 76, 78)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 84 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
99
2
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Werkingsduur Stop & Start-systeem
(sinds starten)/melding status
Geeft de actuele totale tijd aan dat de motor
is gestopt door de werking van het Stop &
Start-systeem.
Toont tevens de status van het Stop & Start-
systeem met een pop-updisplay.
(→ Blz. 233)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditi oning is ingeschakeld
met de toets A/C kan op 2 verschillende
niveaus worden ingesteld via op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 233)
■Display
Displayzone status ondersteunend
systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer de
onderstaande systemen in werking zijn en
een ander menu-icoon dan wordt gese-
lecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe- zig) ( →Blz. 202)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig) ( →Blz. 212)
• RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig) (→ Blz. 225)
Displayzone inhoud
Door menu-iconen te selecteren op het
multi-informatiedisplay kunnen verschil-
lende soorten rijgerelateerde informatie wor-
den weergegeven. Het multi-
informatiedisplay kan ook worden gebruikt
voor het wijzigen van de display-instellingen
en andere voertuiginstellingen.
Daarnaast worden in bepaalde situaties
pop-updisplays met waarschuwingen of tips
weergegeven.
Informatie St op & Start-
systeem (indien aanwezig)Multi-infor matiedisplay
(horizontaal display)
Weergave en menu-iconen
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 99 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
104
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Pop-updisplay
Hiermee kunt u pop-updisplays voor elk rele-
vant systeem in- of uitschakelen.
Multi-informatiedisplay UIT
Hiermee kunt u het multi-informatiedisplay
uitzetten.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
/ / / / / om het multi-
informatiedisplay weer aan te zetten.
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset naar de standaardinstelling.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→Blz. 422
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
Werkingsduur Stop & Start-systeem
(sinds starten)/melding status
Geeft de actuele totale tijd aan dat de motor
is gestopt door de werking van het Stop &
Start-systeem.
Toont tevens de status van het Stop & Start-
systeem met een pop-updisplay.
(→ Blz. 233)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditi oning is ingeschakeld
met de toets A/C kan op 2 verschillende
niveaus worden ingesteld via op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 233)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadel ijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt,
dient de motor te draaien terwijl de dis-
playinstellingen worden aangepast.
Informatie Stop & Start-
systeem (indien aanwezig)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 104 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
124
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert. Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: → Blz. 399)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurderspor-
tier.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 124 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
4
143
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 144
Lading en bagage .................. 151
Rijden met een aanhangwagen.................... 152
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 158
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 159
Multidrive CVT ....................... 164
Handgeschakelde transmissie .......................... 168
Richtingaanwijzerschakelaar . 170
Parkeerrem ............................ 171
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 172
Automatic High Beam-systeem ............ 176
Schakelaar mistlampen ......... 179
Ruitenwissers en -sproeiers .. 180
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 183
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 1854-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 187
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................192
LTA (Lane Tracing Assist)....... 202
Dynamic Radar Cruise Control ...................... 212
Snelheidsbegrenzer ............... 223
RSA (Road Sign Assist) ......... 225
Stop & Start-systeem ............. 229
BSM (Blind Spot Monitor)....... 236
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 241
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 246
PKSB (Parking Support Brake) ...... 250
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............ 255
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 261
Rijmodusselectieschakelaar... 265
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 266
Ondersteunende systemen .... 267
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 273
MK0001toeuenvhch04.fm Page 143 Thursday, February 25, 2021 3:28 PM
144
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→158, 159
■Rijden
Multidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 164)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 171)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 168)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 171)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal langzaam in om de auto
in beweging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het
Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt
de motor uitgeschakeld bij het intrappen van
het rempedaal. ( →Blz. 229)
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 164)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in stand N.
(→ Blz. 168)
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het
Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt
de motor uitgeschakeld als de selectiehen-
del in stand N wordt gezet en het koppe-
lingspedaal wordt losgelaten. ( →Blz. 229)
■Parkeren van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 171)
en zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 164)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
4 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 144 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
161
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
Multidrive CVT
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 171)
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Handgeschakelde transmissie
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 171)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 168)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap nooit het gaspedaal in
terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor
terwijl de auto rijdt, vergrendel of open de
portieren dan niet totdat de auto veilig en
volledig tot stilstand is gekomen. Als onder
deze omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de
startknop niet helemaal gaat zoals u
gewend bent, bijvoorbeeld als de start-
knop bij het indrukken iets blijft hangen,
kan dit duiden op een defect. Neem
onmiddellijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Uitzetten van de motor
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 161 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
164
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-2. Rijprocedures
*: Indien aanwezig
*: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor een zo
laag mogelijk brandstofverbruik en een zo
laag mogelijke geluidsproductie.
■Beschermen van de Multidrive CVT
Als de Multidrive-vloeistoftemperatuur hoog
is, wordt de melding “Transmission Oil Temp.
High Stop in a safe place and See owner’s
manual” (temperatuur transmissievloeistof
hoog, stop op een veilige plaats en raadpleeg
handleiding) weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en schakelt de auto automa-
tisch over naar de
transmissiebeschermingsmodus. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Failsafe-regeling Multidrive CVT
Het systeem signaleert storingen in onderde-
len (alle solenoids die zijn betrokken bij het
schakelen) die door de zelfdiagnose worden
gecontroleerd en voert failsafe-regelingen uit
zoals een beperking van het schakelbereik of
van de regeling van de overbrengingsverhou-
ding. In dat geval gaat het motorcontrole-
lampje branden.
■Tijdens het rijden met de Dynamic
Radar Cruise Control ingeschakeld
(indien aanwezig)
Ook wanneer er van de rijmodus naar de
POWER-modus wordt geschakeld om op de
motor af te remmen, wordt er niet afgeremd
op de motor omdat het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem niet wordt uitgescha-
keld. ( →Blz. 265)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
→ Blz. 145
■AI-SHIFT-functie
De AI-SHIFT-functie schakelt automatisch de
optimale overbrengingsverhouding in, daarbij
rekening houdend met de prestaties die de
bestuurder van de auto verlangt en met de
rijomstandigheden. De Al-SHIFT-functie
wordt automatisch geactiveerd als de rijmo-
dusselectieschakelaar in de normale modus
staat en de selectiehendel in stand D staat.
(De functie wordt uitgeschakeld als de selec-
tiehendel in stand M wordt gezet.)
■G AI-SHIFT-functie
De G AI-SHIFT-functie schakelt automatisch
een passende versnelling in voor sportief rij-
den overeenkomstig de handelingen van de
bestuurder en de rijomstandigheden. De G
AI-SHIFT-functie werkt automatisch wanneer
de selectiehendel in stand D staat en de
POWER-modus is gesel ecteerd als rijmodus.
(De functie wordt uitgeschakeld als een
andere modus dan de POWER-modus wordt
geselecteerd of als de selectiehendel in een
andere stand wordt gezet.)
■Na het opladen/aansluiten van de accu
→ Blz. 403
Multidrive CVT*
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de
schakelstanden
Schakel-
standDoel of functie
PParkeren van de auto/starten van de motor
RAchteruit
N
Neutraal
(Toestand waarbij het vermo- gen niet wordt overgebracht)
DNormaal rijden*
M
Sequentiële shiftmatic-sport-modus met 10 versnellingen (→ Blz. 167)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 164 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM