265
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Druk op een willekeurige toets, behalve
de volgende:
Uitschakelen.
Achterruitverwarming.
Stoelverwarming.
Het volledige systeem:
De automatische airconditioning zorgt
ervoor dat de ingestelde temperatuur
zo snel mogelijk wordt bereikt, waarbij
indien nodig maximaal wordt gekoeld of
verwarmd. Deze temperatuur wordt
vervolgens gehandhaafd. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Climate comfort” (klimaatregeling)
4 “Temperature adjustment, upper
body” (temperatuurregeling, boven-
lichaam)
5 Stel de gewenste temperatuur in.
Voorkom het snel achter elkaar instel-
len van verschillende temperaturen. De
automatische airconditioning heeft tijd
nodig om de ingestelde temperatuur te
bereiken.
De naar het interieur gevoerde lucht
wordt gekoeld en gedroogd, en afhan-
kelijk van de ingestelde temperatuur
weer verwarmd.
Het koelen van het interieur is alleen
mogelijk als de Drive Ready-modus is
ingeschakeld.
Stoelverwarming, zie
blz. 116.
Handmatige bediening lucht-
stroom, zie blz. 267.
In-/uitschakelen
Inschakelen
Uitschakelen
Houd de toets ingedrukt.
Temperatuur
Principe
ToetsFunctieInstellen
Draai de knop rechtsom om
de temperatuur te verhogen
en linksom om de temperatuur
te verlagen.
Koelfunctie
Principe
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 265 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
266
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
De koelfunctie wordt ingeschakeld bij
draaiende motor.
De koelfunctie wordt automatisch inge-
schakeld tijdens de recirculatiemodus
om de lucht te drogen en condensatie
te voorkomen.
Afhankelijk van de weersomstandighe-
den kunnen de voorruit en zijruiten
even beslaan als de Drive
Ready-modus wordt ingeschakeld.
In het AUTO-programma wordt de
koelfunctie automatisch ingeschakeld.
Als de automatische airconditioning in
werking is, vormt zich condens die
onder de auto wegloopt.
Als de Drive Ready-modus wordt inge-
schakeld, wordt het systeem ingesteld
op de laagste temperatuur in combina-
tie met een optimale luchtstroom en de
recirculatiemodus.
Deze functie is beschikbaar boven een
buitentemperatuur
van ongeveer 0°C
en als de Drive Ready-modus is inge-
schakeld. De led brandt om aan te geven dat het
systeem is ingeschakeld.
De lucht stroomt uit de buitenste uit-
stroomopeningen ter hoogte van het
bovenlichaam. Zet deze uitstroomope-
ningen daarom open.
De luchtstroom kan worden aangepast
terwijl dit programma actief is.
In het AUTO-programma wordt het inte-
rieur automatisch gekoeld, geventileerd
of verwarmd.
Het programma doet dit door afhanke-
lijk van de temperatuur in het interieur
en de ingestelde temperatuur automa-
tisch de luchtstroom, de luchtverdeling
en de temperatuur te regelen.
De led brandt om aan te geven dat het
AUTO-programma is ingeschakeld.
Afhankelijk van de geselecteerde tem-
peratuur en de omgevingscondities
wordt de lucht naar de voorruit, de
zijruiten, het bovenlichaam en de voe-
ten geleid.
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
Maximaal koelen
Principe
Algemeen
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
AUTO-programma
Principe
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 266 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
267
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
In het AUTO-programma wordt de
koelfunctie (zie blz. 265) automatisch
ingeschakeld.
Het AUTO-programma wordt automa-
tisch uitgeschakeld als de luchtverde-
ling handmatig wordt ingesteld.
Bij stank of een slechte kwaliteit van de
buitenlucht kan de toevoer van buiten-
lucht naar het interieur worden afgeslo-
ten. De lucht wordt dan in het interieur
van de auto gerecirculeerd.
De led brandt om aan te geven dat de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
Als de led links brandt: Automatische
recirculatiemodus
Als de luchtvervuilingssensor schadelijke
stoffen in de buitenlucht signaleert, wordt
automatisch van de buitenluchtmodus over-
geschakeld op de recirculatiemodus.
Als de led rechts brandt: Recirculatie-
modus
Er vindt een permanente recirculatie van de
lucht in het interieur plaats.
Wanneer de recirculatiemodus is uitge-
schakeld, wordt er frisse lucht in de
auto toegevoerd.
Afhankelijk van de omgevingscondities
wordt de recirculatiemodus na een
bepaalde tijd automatisch uitgescha-
keld om condensvorming te voorko-
men.
De koelfunctie wordt ook automatisch
ingeschakeld om condensatie te voor-
komen.
Het langdurig ingeschakeld houden van
de recirculatiemodu
s verslechtert de
luchtkwaliteit in het interieur en veroor-
zaakt condensvorming op de ruiten.
Als er sprake is van condensvorming,
schakel de recirculatiemodus dan uit of
verwijder de condens, zie blz. 268.
De luchtstroom voor de airconditioning
kan handmatig worden ingesteld.
Schakel om de luchtstroom handmatig
te kunnen instellen eerst het
AUTO-programma uit.
De geselecteerde instelling van de
luchtstroom wordt op het scherm van
de klimaatregeling weergegeven.
Indien nodig wordt de luchtstroom
beperkt om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
Recirculatiemodus.
Principe
Bediening
Druk herhaaldelijk op de toets
tot de gewenste functie is
ingeschakeld.
Handmatige regeling van de
luchtstroom
Principe
Algemeen
Bediening
Druk op de linker- of rechter-
zijde van de toets om de lucht-
stroom te verkleinen of
vergroten.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 267 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
270
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
nadat even met de auto is gereden, is het
systeem weer beschikbaar.
Zorg ervoor dat de datum en tijd cor-
rect in de auto zijn ingesteld.
Zet de uitstroomopeningen open om
lucht in het interi eur te laten stro-
men.
Het systeem kan op verschillende
manieren worden in- of uitgeschakeld.
Het systeem wordt na enige tijd auto-
matisch uitgeschakeld. Het blijft nadat
het is uitgeschakeld nog korte tijd wer-
ken.
■Algemeen
Als de auto in de standby-modus is,
kan de onafhankelijke ventilatie worden
in- of uitgeschakeld via de toetsen van
de automatische airconditioning.
■Inschakelen
Druk op een willekeurige toets,
behalve:
Achterruitverwarming.
Onderste deel van de luchtcirculatie-
toets.
Stoelverwarming.
■Uitschakelen
Het systeem wordt ui tgeschakeld nadat
u de auto hebt verlaten en vergrendeld.
Houd de schakelaar DOWN
ingedrukt. 1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Climate comfort” (klimaatregeling)
4 “Auxiliary ventilation” (extra ventila-
tie)
5 “Activate now” (nu inschakelen)
Om ervoor te zorgen dat de tempera-
tuur in de auto al vóór vertrek op een
aangenaam niveau is, kunnen verschil-
lende vertrektijden worden ingesteld.
Eenmalige vertrektijd: stel de tijd in.
Het systeem wordt één keer ingeschakeld.
Vertrektijd met dag van de week: de
tijd en dag(en) van de week kunnen
worden ingesteld.
Het systeem wordt op de geselecteerde
dagen van de week tijdig vóór de ingestelde
vertrektijd ingeschakeld.
De voorselectie v an de vertrektijd
gebeurt in twee fasen:
Ingestelde vertrektijden.
Vertrektijd activeren.
Direct in-/uitschakelen
Algemeen
Met de toets
Via Toyota Supra Command
Display
SymboolBeschrijving
Symbool op de automatische
airconditioning geeft aan dat
het systeem is ingeschakeld.
Op het airconditioningsys-
teem wordt REST weergege-
ven. De restwarmte van de
motor wordt gebruikt.
Vertrektijd
Principe
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 270 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
271
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Er moeten ten minste 10 minuten ver-
strijken tussen het aanpassen/activeren
van de vertrektijd en de geplande ver-
trektijd, zodat de klimaatregeling vol-
doende tijd heeft om te werken.
■Via Toyota Supra Command
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Climate comfort” (klimaatregeling)
4 “Auxiliary ventilation” (extra ventila-
tie)
5 Selecteer de gewe nste vertrektijd.
6 Vertrektijd instellen.
7 Selecteer de dag van de week,
indien gewenst.
■Voorwaarden voor werking
Voor een geprogrammeerde werking
van de onafhankelijke ventilatie moet
de ingestelde vertrektijd eerst worden
geactiveerd.
■Via Toyota Supra Command
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Climate comfort” (klimaatregeling)
4 “Auxiliary ventilation” (extra ventila-
tie)
5 “For departure time” (voor vertrek-
tijd)
6 Activeer de gewenste vertrektijd. Het symbool op de automatische
airconditioning geeft aan dat een ver-
trektijd is geactiveerd.
Vertrektijd instellen
Vertrektijd activeren
Display
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 271 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
285
5
Handleiding Supra 5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Schakel het dimlicht in om uw auto
beter zichtbaar te maken voor andere
weggebruikers als het zicht slecht is
door mist, zelfs overdag. Rijd voorzich-
tig met een lage snelheid en gebruik de
rijstrookmarkering in het midden van de
weg, de vangrails, de achterlichten van
een voorligger, enz. ter oriëntatie.
Verlaag uw snelheid en houd het stuur-
wiel steviger vast dan normaal als de
auto uit koers raakt door zijwind.
De auto is met name gevoelig voor zij-
wind bij het verlaten van een tunnel of
onderdoorgang, bij het rijden op een
brug of dijk en bij het passeren van of
gepasseerd worden door een vrachtwa-
gen of een ander groot voertuig.
Tijdens een regenbui of als het weg-
dek nat is, kan de weg glad zijn en
kan het zicht beperkt zijn. Schakel in
dergelijke gevallen het dimlicht in om
uw auto beter zichtbaar te maken
voor andere weggebruikers. Ver-
groot de afstand tussen uw auto en
voorliggers, rijd veilig met een lagere
snelheid dan normaal en vermijd
abrupt accelereren, remmen en stu-
ren.
Gebruik de achterruitverwarming en
de airconditioning om te voorkomen
dat de ruiten beslaan.
Aquaplaning zal zi ch sneller voor-
doen bij spoorvorming en bij het rij-
den door grote plassen.
Op natte wegen en wegen met smel-
tende sneeuw kan zich een dun laagje
water vormen tussen de banden en het
wegdek.
Bij dit verschijnsel, dat bekendstaat als
aquaplaning, kunnen de banden het
contact met het wegdek geheel verlie-
zen, waardoor de auto onbestuurbaar
Rijden bij slecht weer
Als het zicht slecht is door mist
Bij harde wind
Als het regent
Aquaplaning
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 285 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
287
5
Handleiding Supra 5-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
■Algemeen
Gebruik, als u een lange of steile hel-
ling af rijdt, de versnelling waarbij u het
minst hoeft te remmen. Anders kan het
remsysteem oververhit raken en kan de
remwerking verslechteren.
De effectiviteit van de motorremwerking
kan worden vergroot door handmatig
terug te schakelen, indien mogelijk
zelfs naar de eerste versnelling.
■Veiligheidsaanwijzingen Corrosie van de remschijven en vervui-
ling van de remblokken doen zich
onder de volgende omstandigheden
eerder voor:
Weinig kilometers.
Langere perioden waarin de auto
niet wordt gebruikt.
Weinig gebruikmaken van de rem-
men.
Gebruik van agressieve, zure of
alkalische reinigingsmiddelen.
Als de remschijven gecorrodeerd zijn,
zullen de remmen trillen, wat over het
algemeen niet opgelost kan worden.
Als de automatische airconditioning in
werking is, vormt zich condens die
onder de auto wegloopt.
De hogere mechanische en thermische
belasting die voortkomen uit het rijden
op circuits leiden tot snellere slijtage.
Deze slijtage wordt niet gedekt door de
garantie. De auto is niet ontwikkeld om
in autoraces te worden gebruikt.
Laat de auto voor en na het rijden op
een circuit nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Helling af rijden
WAARSCHUWING
Zelfs het licht, maar continu bedienen van
het rempedaal kan oververhitting, slijtage
van de remblokken en zelfs uitvallen van
het remsysteem veroorzaken. Er bestaat
een kans op ongevallen. Vermijd overma-
tige belasting van de remmen.
WAARSCHUWING
Bij stationair draaien of als de motor uit is,
is de werking van veiligheidsgerelateerde
functies beperkt of zijn
deze functies niet
beschikbaar, bijvoorbeeld de motorrem-
werking en de bekrachtiging van de rem-
men en de stuurinrichting. Er bestaat een
kans op ongevallen. Laat de auto niet rol-
len bij stationair toerental of als de motor
uit is.
Corrosie van de remschijven
Condensvorming als de auto
geparkeerd is
Rijden op een circuit
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 287 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
349
6
Handleiding Supra 6-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
F4
F67, F68
SymboolBetekenis
VSC (Vehicle Stability Con-
trol-systeem)
Parkeerrem
Airconditioning
De voorruit ontdooien en ont-
wasemen
Aanjagermotor, interieurventila-
tie
Achterruitverwarming
Stoelverwarming
Stoelinstelling
Crash-Security Module
Instellen stuurkolom, lichtscha-
kelaar, stuurinrichting, bedie-
ningspaneel audio
Hifiversterker, videomodule tv
Binnenspiegel
Functie dakconsole midden,
elektronica buitenportiergreep
Instrumentenpaneel
Extra accu: Dual Accumulator
System (DSS)
Elektronica brandstofpomprege-
ling, NVLD-lekdetectie, gasge-
nerator voor aansluiting
accubeveiliging, ontvanger
afstandsbediening
Openingssysteem elektrisch
bedienbare ruit
Verwarming en airconditioning
Diagnoseaansluiting (interface)
auto
Interieurverlichting in de baga-
geruimte
Vertical Dynamic Platform
Vertical Dynamic Platform
Vertical Dynamic Platform
Monocamera (Kafas)
Hoofdeenheid
Active Sound Design
USB-hub
SymboolBetekenis
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
349 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM