
51
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
• Vastgezet met een veiligheidsgordel:
Blz. 62
• Vastgezet met een onderste ISOfix- bevestigingspunt: Blz. 63
• Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: Blz. 64
Geef prioriteit aan de waarschuwin-
gen en neem deze in acht. Houd u
daarnaast ook aan de wetgeving en
voorschriften met betrekking tot
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de stan-
daard gemonteerde veiligheidsgor-
del op de juiste wijze te gebruiken.
K i e s e e n b a b y - o f k i n d e r z i t j e d a t p a s t
bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
Let erop dat niet alle baby- of kinder-
zitjes in alle auto's kunnen worden
gemonteerd.
Controleer, voorda t u een baby- of
kinderzitje koopt of gebruikt, of het
zitje geschikt is vo or de stoelposi-
ties. ( Blz. 55)
Punten om rekening mee te
houden
WAARSCHUWING
■Wanneer er een kind in de auto mee-
rijdt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Voor de meest effectieve bescherming
van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen moet een kind goed vast-
zitten, met een veiligheidsgordel of een
baby- of kinderzitje dat op de juiste
wijze is geplaatst. Raadpleeg voor infor-
matie over het plaatsen de bij het baby-
of kinderzitje bijgesloten handleiding. In
deze handleiding vindt u algemene aan-
wijzingen met betrekking tot het plaat-
sen.
●Toyota adviseert met klem gebruik te
maken van een geschikt zitje dat past bij
het gewicht en de lengte van het kind en
dat op de achterstoel is geplaatst. In
ongevallenstatistieken is aangetoond
dat kinderen minder verwondingen oplo-
pen als zij op de achterstoelen op de
juiste wijze vastzitten dan als zij op de
voorstoel zitten.
●Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een
baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan
een kind dan de voorruit raken of klem
komen te zitten tussen degene die het
kind vasthoudt en delen van het interi-
eur.
■Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt
vastgezet, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen, een uitwijk-
manoeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
●Als de auto een hevige impact te verdu-
ren krijgt, bijvoor beeld als gevolg van
een ongeval, kan er schade ontstaan
aan het baby- of kinderzitje die niet
direct zichtbaar is. G ebruik het baby- of
kinderzitje in dergelijke gevallen niet
meer.
●Afhankelijk van het baby - of kinderzitje
kan het zijn dat dit moeilijk of onmogelijk
kan worden geplaatst. Controleer in der-
gelijke gevallen of het baby- of kinder-
zitje geschikt is voor plaatsing in de auto
( Blz. 55). Houdt u zich bij het plaatsen
en gebruik aan de voorschriften voor het
vastzetten van het zitje in deze handlei-
ding en de handleiding van het baby- of
kinderzitje. Lees deze voorschriften
zorgvuldig.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 51 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

57
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichti ng geplaatst kinderzitje
een opening aanwezig is tussen het kin-
derzitje en de rugleuning, stel de rugleu-
ning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
*3: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de werking van het baby- of
kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
*4: Auto's zonder aan/uit-schakelaar airbag:
Gebruik alleen een i n de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje.
Auto's met aan/uit-schakelaar airbag:
Gebruik alleen een i n de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kinder-
zitje dat is vermeld in de tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen
baby- en kinderzitjes (
Blz. 59).
Geschikt voor i-Size- en ISOfix-
baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
Auto's zonder aan/uit-schakelaar
airbag: Gebruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst zitje op de
voorstoel.
Auto's met aan/uit-schakelaar air-
bag: Gebruik nooit een tegen de rij-
richting in geplaatst baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel als de aan/uit-schakelaar voor
de airbag in stand ON staat.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 57 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

581-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschille nde “bevestigingen”.
Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitpositie s voor de in de boven-
staande tabel genoemde “bevesti gingen”. Raadpleeg de onderstaan de tabel voor
het soort “bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informa-
tie niet in de onderstaande tabe l kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid o f informeer bij de ver-
koper van uw kinderzitje.
Zitpositie
Stoelpositienummer
Auto's
zonder
aan/uit-
schake- laar
airbagAuto's met aan/uit- schakelaar airbag
Aan/uit-schakelaar airbag
ONOFF
Zitpositie geschikt voor
universeel zitje vastge-
zet met gordel (Ja/Nee)Ja
Alleen in
de rijrich- tingJa
Alleen in
de rijrich- ting
JaJaJaJa
Zitpositie i-Size
(Ja/Nee)NeeNeeNeeJaNeeJa
Zitpositie geschikt voor
zijwaarts geplaatst zitje
(L1/L2/Nee)
NeeNeeNeeNeeNeeNee
Geschikte bevestiging
voor tegen de rijrich-
ting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)
NeeNeeNeeR1, R2X, R2, R3NeeR1, R2X, R2, R3
Geschikte bevestiging
voor in de rijrichting
geplaatst zitje
(F2X/F2/F3/Nee)
NeeNeeNeeF2X, F2,
F3NeeF2X, F2, F3
Geschikte bevestiging
voor zitkussen
(B2/B3/Nee)
NeeNeeNeeB2, B3NeeB2, B3
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 58 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

61
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Indien bij het plaatsen van een zit-
kussen het kind in het baby- of kin-
derzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als he t schouderbevesti- gingspunt van de veiligheidsgordel
zich vóór de gordelgeleider van het
kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijg esloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
PlaatsingsmethodeBladzijde
Bevestiging met veiligheids- gordelBlz. 62
Bevestiging onderste ISOfix-bevestigingspuntBlz. 63
Bevestiging bevestigingspunt bovenste gordelBlz. 64
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 61 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

63
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaats en van het zitje mogelijk
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby-
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Labels ge ven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
■Plaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesl oten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzit je voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. ( Blz. 55, 56)
1 Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen
van een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzitje en de rugleu-
ning, stel de rugleuning dan af tot-
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als d e veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het
kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet
kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen geplaatst
is altijd of de schoudergordel over het
midden van de schouder van het kind
loopt. De gordel mag niet langs de nek
van het kind lopen, maar mag ook niet
van de schouder van het kind vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd d e gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 63 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

714Alfabetische index
Airconditioning ............................. 524, 529 Automatische airconditioning ............ 529
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 534
Handmatig bediende
airconditioning................................. 524
Interieurfilter ...................................... 596
Persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager .......................................... 531
Alarm ..................................................... 110 Alarm ................................................. 110
Waarschuwingszoemer ..................... 630
Alarmknipperlichten............................. 620
Antenne
Radio ................................................. 478
Smart entry-systeem met startknop .. 191
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 458 Functie .............................................. 458
Waarschuwingslampje ...................... 632
Antidiefstalsysteem Alarm ................................................. 110
Hellingsensor .................................... 111
Inbraaksensor ................................... 111
Startblokkering .................................... 84
Supervergrendeling ........................... 109
Armsteun............................................... 557
Asbak..................................................... 550
Audiosysteem ....................................... 472 Audio-ingang ..................................... 474
Audiotoetsen op het stuurwiel ........... 473
AUX-aansluiting/USB-aansluiting ...... 474
Bluetooth
®-audio ............................... 496
CD-speler .......................................... 479
Draagbare audioapparatuur .............. 474
iPod ................................................... 486
MP3/WMA/AAC-disc ......................... 479
Optimaal gebruik ............................... 475
Radio ................................................. 477
USB-geheugen .................................. 474
Automatic High Beam-systeem .......... 325
Automatische airconditioning............. 529 Interieurfilter ...................................... 596
Persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager .......................................... 531 Automatische transmissie .................. 304
Stand S ............................................. 307
Automatische verlichting .................... 322
Automatische verticale koplampverstelling............................ 323
AUX-aansluiting ................................... 474
B
Baby- en kinderzitjes ............................. 50 Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel ................................ 64
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje ......................................... 61
Punten om rekening mee te houden... 51
Rijden met kinderen in de auto ........... 49
Vastgezet met een onderste ISOfix- bevestigingspunt .............................. 63
Vastgezet met een veiligheidsgordel .. 62
Baby- of kinderzitje plaatsen op de
voorpassagiersstoel ........................... 52
Bagageafdekking ................................. 548
Bagagehaken........................................ 545
Bagageruimteverlichting ............. 180, 184 Vermogen ......................................... 691
Banden .................................................. 579
Als uw auto een lekke band heeft ....................................... 643, 654
Bandenspanning ............................... 593
Bandenspanningswaarschuwings- systeem .......................................... 581
Controle ............................................ 579
Reservewiel ...................................... 654
Sneeuwkettingen .............................. 467
Vervangen................................. 643, 654
Waarschuwingslampje ...................... 637
Winterbanden ................................... 465
Wisselen van banden ....................... 580
Bandenspanning .................................. 690 Waarschuwingslampje ...................... 637
Bandenspanningswaarschuwings- systeemFunctie .............................................. 581
Initialisatie ......................................... 591
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 714 Monday, October 7, 2019 3:26 PM