
34
ProaceVerso_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed2019_V02
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Als het contact wordt aangezet, knippert dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en de melding " Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".Het AdBlue®-reser voir is leeg: het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Wij raden u aan om contact op te nemen met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om de motor te kunnen starten.Als u zelf vloeistof bijvult, moet het reser voir met minimaal 3,8 liter AdBlue® worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over AdBlue®, het SCR-systeem en in het bijzonder het bijvullen van AdBlue®.
Resterende actieradius is tussen 800 en 100 kmDe resterende actieradius is kleiner dan 100 km.
Als het contact A AN gezet wordt, gaat dit waarschuwingslampje branden, vergezeld door een geluidssignaal (1 piepsignaal) en de weergave van een melding (“Top up AdBlue: Starting impossible in x miles/km” (vul AdBlue bij: starten niet mogelijk over x mijl/km)) waarmee de resterende actieradius wordt aangegeven in mijlen of kilometers.
Tijdens het rijden is elke 100 km het geluidssignaal hoorbaar en wordt de melding weergegeven totdat het reser voir is bijgevuld. Het is noodzakelijk zo snel mogelijk bij te vullen en voordat het reser voir helemaal leeg is, omdat het anders niet mogelijk is de motor te starten.
Als het contact A AN gezet wordt, gaat dit waarschuwingslampje knipperen, vergezeld door een geluidssignaal (1 piepsignaal) en de weergave van een melding (“Top up AdBlue: Starting impossible in x miles/km” (vul AdBlue bij: starten niet mogelijk over x mijl/km)) waarmee de resterende actieradius wordt aangegeven in mijlen of kilometers.
Tijdens het rijden is elke 10 km het geluidssignaal hoorbaar en wordt de melding weergegeven totdat het AdBlue-reser voir is bijgevuld. Het is noodzakelijk zo snel mogelijk bij te vullen en voordat het reser voir helemaal leeg is, omdat het anders niet mogelijk is de motor te starten.
Instrumentenpaneel

278
AdBlue® en SCR-systeem (diesel)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen, heeft Toyota er voor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij het roetfilter (DPF) wordt gecombineerd met een SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction) voor de behandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van de vloeistof AdBlue®, die ureum bevat, zet een katalysator tot 85% van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en water, stoffen die onschadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
De AdBlue® is opgeslagen in een speciaal reser voir met een inhoud van: - Euro 5.0: ongeveer 22 liter, goed voor een actieradius van ongeveer 17.000 km; - Euro 6.2: ongeveer 20 liter, goed voor een actieradius van ongeveer 4 tankbeurten, ongeveer 5.000 km; hierna wordt er een waarschuwing geactiveerd als de resterende hoeveelheid nog maar genoeg is voor 2.400 km.
Tijdens elk gepland onderhoud aan uw auto door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige wordt het AdBlue®-reser voir bijgevuld voor een normale werking van het SCR-systeem.
Als het AdBlue®-reser voir leeg is, zorgt een wettelijk verplicht systeem er voor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart.Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw auto te veel schadelijke stoffen uit, waardoor hij niet meer aan de Euro 6-emissienorm voldoet.Als er een defect is vastgesteld in het SCR-systeem, dient u zo snel mogelijk naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te gaan: nadat u 1.100 km hebt gereden, wordt automatisch een systeem ingeschakeld om te voorkomen dat de motor kan worden gestart.
Tijdens het vullen mag de opbrengst niet groter zijn dan 40 liter per minuut.
Als het geschatte aantal gereden kilometers tussen twee onderhoudsbeurten hoger is dan 20.000 km voor Euro 5.0 of er meer dan 4 keer is getankt, ongeveer 5.000 km, voor Euro 6.2, raden we u aan om naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te gaan om het bijvullen te laten uitvoeren.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om te bevestigen dat u aan de Euro-emissienorm voldoet.
Praktische informatie

279
Bijvullen van AdBlue®
Het AdBlue®-reservoir wordt bij elk routineonderhoud aan uw auto bijgevuld door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Vanwege de inhoud van het reser voir kan het echter noodzakelijk zijn om het reservoir tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door een waarschuwing (verklikkerlampjes en melding) op wordt geattendeerd.U kunt hier voor naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige gaan.Als u zelf het reser voir wilt bijvullen, lees dan eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van kinderen, in de originele flacon.Als het AdBlue® niet in de originele flacon wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
Gebruik uitsluitend AdBlue® die aan de norm ISO 22241 voldoet.
Verdun de AdBlue® nooit met water.Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
Het bijvullen d.m.v. een druppelvrije fles vereenvoudigt het bijvullen. Flessen van 1,89 liter zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vul nooit AdBlue® bij vanuit een vulsysteem dat is bedoeld voor vrachtwagens.
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).Als het additief in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en met zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende ten minste 15 minuten met kraanwater of met een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.Als additief AdBlue® wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink vervolgens een ruime hoeveelheid water.Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Deze ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
BelangrijkAls het AdBlue®-reser voir van uw auto helemaal leeg is (dit wordt aangegeven door de waarschuwingsmeldingen en u kunt in dat geval de motor niet meer starten) moet u het reser voir vullen met minimaal 3,8 liter additief (twee flacons van 1,89 liter).
7
Praktische informatie

280
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw auto.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam de flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren.Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten minste één jaar houdbaar.Als de vloeistof bevroren is geweest, kan deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel of druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op de START/STOP-knop om de motor af te zetten.
F Open voor toegang tot het AdBlue®-reservoir het linker voorportier.F Trek van onderen aan de zwarte dop.
F Draai de blauwe dop een zesde omwenteling linksom.F Trek de knop omhoog om hem te verwijderen.
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als huisvuil af, maar deponeer ze in een daartoe bestemde container of breng de flacons naar uw verkooppunt.
Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het AdBlue® waardoor u het niet in het reser voir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul ver volgens het reservoir bij.
Praktische informatie

281
F Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten met behulp van een vochtige doek eventuele vloeistofsporen van de rand van de vulopening van het reservoir.
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek.Als het additief is gekristalliseerd, ver wijder het dan met een spons en warm water.
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reser voir en draai de dop een zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
Belangrijk: wanneer u bijvult terwijl het reser voir leeg is, aangegeven via de melding “Top up emissions additive: Starting prevented” (Vul additief bij: het starten wordt voorkomen), moet u ongeveer 5 minuten wachten alvorens het contact weer A AN te zetten. Doe hierbij de volgende zaken NIET: het bestuurdersportier openen, de auto ontgrendelen, de sleutel met afstandsbediening in het contactslot steken of de elektronische sleutel van het Smart entry-systeem met startknop in de auto plaatsen.
F Pak een flacon AdBlue®. Controleer de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue®-reser voir van uw auto giet.
Bevriezing van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C.Het SCR-systeem is voorzien van een voorverwarmingssysteem voor het AdBlue®-reser voir waardoor u ook in zeer koude omstandigheden kunt blijven rijden.
F Breng de zwarte afdekplaat van bovenaf aan.F Sluit het portier.
7
Praktische informatie

322
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed2019_V02
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval van een lege brandstoftank noodzakelijk om het brandstofsysteem te ontluchten.Raadpleeg voor alle versies, behalve die met AdBlue, het desbetreffende overzicht van de motorruimte.
Brandstoftank leeg (diesel)
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de dieseltankbeveiliging.
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.F Open de motorkap.F Maak indien nodig de sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen bereiken.F Bedien de handopvoerpomp totdat er weerstand wordt gevoeld (de eerste keer indrukken kan zwaar zijn).F Bedien de startmotor om de motor te starten (als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan ongeveer 15 seconden en start de motor opnieuw).F Als de motor na meerdere pogingen niet aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en ver volgens de startmotor opnieuw.F Plaats de sierkap terug en klem deze vast.F Sluit de motorkap.
1.6 D-motor
(behalve AdBlue)
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw startpoging en herhaal de procedure.
AdBlue-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.F Zet het contact aan (zonder de motor te st a r te n).F Wacht ongeveer 6 seconden en zet het contact af.F Herhaal de handelingen 10 keer.
F Bedien de startmotor om de motor te starten.
Overige motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.F Open de motorkap.F Maak indien nodig de sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen bereiken.F Bedien de handopvoerpomp totdat er weerstand wordt gevoeld (de eerste keer indrukken kan zwaar zijn).F Bedien de startmotor om de motor te starten (als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan ongeveer 15 seconden en start de motor opnieuw).F Als de motor na meerdere pogingen niet aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en ver volgens de startmotor opnieuw.F Plaats de sierkap terug en klem deze vast.F Sluit de motorkap.
Storingen verhelpen

410
ProaceVerso_nl_Chap11_index-alpha_ed2019_V02
180° te openen ................................................79180° zicht naar achteren ...............................255
Aanhanger.............................................19 4, 265Aanhangergewichten ............................325, 326Aanjager, regeling .........................................127Aansluiting 12V .............................................113Aansluiting 230V ...........................................114ABS ...............................................................159Accessoires...........................................19 9, 267Accu ......................................266, 276, 316-320Accucapaciteit ...............................................320Accu laden ....................................................318Achterbank ................................95, 98, 101, 109Achterklep ..........................56, 58, 81, 308, 309Achterportieren ...............................................79Achterruit openen ...........................................82Achterruitverwarming ...........................132, 13 3Achterstoel en -bank op rails ................101, 109Achteruitrijcamera .........................................255Achteruitrijcamera (op binnenspiegel) .........254Achteruitrijlicht .....................................305, 308
Actieradius ......................................................40Actieradius AdBlue® ........................................33Adaptieve snelheidsregelaar ................223, 232AdBlue® .....................................24, 33, 278-280Additief AdBlue .......................................24, 280Afmetingen ....................................................323Afstandsbediening ..................45-47, 49, 52-54, 59, 60, 63, 65Afstandsbediening, batterij .........51, 62, 63, 13 8Afstandsbediening, batterij vervangen .....51, 62Afstandsbediening synchroniseren ..........51, 62Afstellen van de koplamphoogte ..................15 3AFU ...............................................................159Afzetten van de motor ...................................195Airbags ............................................22, 168, 176Airbags vóór ..........................................169, 172Airconditioning ................................11, 126, 12 9Airconditioning, automatische ......................13 4Airconditioning (handbediend) ....................125, 131, 13 4, 13 5Airconditioning met gescheiden regeling ...............................................131, 13 5Alarmknipperlichten ..............................15 8, 282Alarmsysteem .................................................83Allesdragers ..................................................268Allesdragers monteren .................................268Antiblokkeersysteem (ABS) ..........................159Antislipregeling .......................................23, 159Armleuning vóór ..............................................91ASR ...............................................................159Audio-aansluitingen ......................................113Automatische airconditioning met gescheiden regeling ...................................127Automatische ruitenwissers ..................15 4, 15 5Automatisch grootlicht ..................................152
A
B
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten ....................................15 8Automatisch inschakelen verlichting ...................................14 4, 147, 148Automatisch noodremsysteem ...................21, 239, 2 41-243Autonome noodstopsysteem ..........21, 239, 242Autoradio .........77, 148-15 0, 152, 15 3, 15 6, 216, 222, 2 41, 243, 245, 247, 250, 253, 260
Bagageafdekking ..................................115, 11 8Bagagenet .....................................................11 6Bagagenet voor hoge belading.............115, 11 6Bagageruimte ..................................................81Bagageruimte openen ........................45, 54, 81Banden ............................................................11Bandencompressor ......................................285Banden, noodreparatie .................................285Bandenreparatieset ......................................285Bandenspanning .............11, 285, 290, 297, 327Bandenspanningswaarschuwingssysteem (TPWS) ........................20, 258, 260, 290, 297Bandenspanningscontrole (met set) .............285Bandenspanning te laag (detectie) ...............258Bandreparatieset .................................284, 285Bekerhouder .................................................115Beladen ...................................................11, 268
Trefwoordenregister

411
ProaceVerso_nl_Chap11_index-alpha_ed2019_V02
a
C
b
Dagrijverlichting ....................14 4, 147, 299-301Dagteller ..........................................................36Dagteller resetten ...........................................36Dashboardkastje ...........................................111Dashboardverlichting (dimmer) ......................37Datum (instellen) .............................................44Datum instellen ...............................................44Derde remlicht ......................................306, 309Diesel ............................................................263Dieselmotor ............19, 263, 272, 322, 325, 326
Bijvullen additief AdBlue® .............................280Binnenspiegel ...............................................143BlueHDi ....................................29, 33, 204, 278Bochtverlichting, statisch ..............................15 0Boordcomputer .........................................38-40Boordgereedschap ...............................282, 284Brake Assist System (BAS) ..................159, 243Brandstof .................................................11, 263Brandstofadditief ...................................275, 276Brandstofaddititiefniveau ......................275, 276Brandstofniveau ......................................18, 261Brandstofniveaumeter ...................................261Brandstofsysteem ontluchten .......................322Brandstoftank ..........................................18, 261Brandstoftankdop ..........................................261Brandstof tanken ...................................261, 263Brandstoftank (inhoud) .................................261Brandstoftankklep .........................................261Brandstoftank leeg (diesel) ...........................322Brandstofverbruik .....................................11, 40Buitenlandse reizen ......................................14 6Buitenspiegels...............132, 13 3, 141, 142, 249
Centrale vergrendeling .............................54, 56Claxon ...........................................................159Contact ..................................................197, 19 9Contact aangezet ..........................................19 9Controlelampjes ..............................................15Controles .......................................272, 276, 277Cruise control bij Road Sign Assist ..............223
Eco-modus ....................................................266Eco-rijden (adviezen) ......................................11Eendelige vaste bank ......................................95Een lamp ver vangen (achterdeuren) ............305Een lamp ver vangen (kofferklep)..................308Electronic Brake Force Distribution (EBD) ...159Electronic Stability Program (ESC) ....................................23, 159, 161, 162Elektrisch bedienbare schuifdeur .......................46, 52, 56, 58, 68-72Elektrisch kinderslot .....................................19 0Elektrisch verstelbare stoelen ........................90Elektronische remdrukregelaar (REF) .........159Elektronische sleutel ..............................45, 200Elektronisch gestuurde versnellingsbak ........................11, 13, 14, 198, 202, 210, 214, 215, 277Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP).....................................................23, 159
Dimlicht ...........................27, 14 4, 299, 301, 303Display instrumentenpaneel ............13, 14, 38, 39, 204Dodehoekbewaking ..............................249, 2 51Dodehoekdetectie ...........................................27
.
Trefwoordenregister