
247
Praktische informatie
7
Met keuzeschakelaar
(elektrisch) en elektrisch
bedienbare parkeerrem /
Procedure voor in vrijloop zetten
► Trap het rempedaal in en selecteer stand N terwijl de auto stilstaat en de motor draait.Binnen 5 seconden:► Houd het rempedaal ingetrapt en doe het volgende in de juiste volgorde: zet het contact UIT en beweeg de keuzeschakelaar naar voren of achteren.► Laat het rempedaal los en zet het contact weer AAN.► Plaats uw voet op het rempedaal en druk op de hendel van de elektrisch bedienbare parkeerrem om de auto in de vrijloop te zetten.► Laat het rempedaal los en zet het contact UIT.
WARNI NG
Er wordt een melding weergegeven op het instrumentenpaneel om het in de vrijloop zetten van de wielen gedurende 15 minuten te bevestigen.In de “Wash”-modus wordt er mogelijk een melding weergegeven op het instrumentenpaneel om aan te geven dat het audiosysteem niet kan worden geüpdatet.
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor opnieuw.
NOTIC E
Smart Entry & StartTrap het rempedaal niet in bij het AAN en weer UIT zetten van het contact. Als u dat wel doet zal de motor starten, waardoor u opnieuw moet beginnen met de procedure.
Onderhoudstips
Algemene adviezen
Houd u aan de volgende voorschriften om schade aan uw auto te voorkomen.
Exterieur
WARNI NG
Gebruik nooit een hogedrukreiniger voor het reinigen van de motorruimte, omdat hierdoor het elektrische systeem beschadigd kan raken!Was de auto niet in fel zonlicht of in extreem koude omstandigheden.

269
In geval van pech
8
NOTIC E
Neem voor meer informatie over de montage van een trekhaak of taxi-uitrusting contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F415Claxon.
F520Ruitensproeierpomp voor/achter.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F620Ruitensproeierpomp voor/achter.
F71012V-accessoireaansluiting achter.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Interne/externe sloten, voor en achter.
F145Alarm, noodoproep en pechhulpoproep.
F245Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeersensoren.
F2920Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F321512V-accessoireaansluiting voor.
Versie 2 (volledig)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F55Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeersensoren.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Interne/externe sloten, voor en achter.
F123Alarm.
F171012V-accessoireaansluiting achter.

270
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F331512V-accessoireaansluiting voor.
F3620Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringenkast bevindt zich in de motorruimte, naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
► Maak de twee vergrendelingen A los.► Verwijder het deksel.► Vervang de zekering.
► Sluit wanneer u klaar bent voorzichtig het deksel en maak de twee vergrendelingen A vast voor een goede afdichting van de zekeringenkast.De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F1425Ruitensproeierpomp voor en achter.
F1930Ruitenwissermotor voor.
F2015Ruitensproeierpomp voor en achter.
F2215Claxon.
F2315Grootlicht rechts.
F2415Grootlicht links.
12V-accu/accu
Procedure voor het starten van de motor met een hulpaccu of het opladen van een ontladen accu.
Loodzuurstartaccu's
EC O
Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavelzuur en lood.Ze moeten worden afgevoerd overeenkomstig de regelgeving en mogen in geen geval met het huishoudelijke afval worden weggegooid.Lever lege batterijen van de afstandsbediening en accu's in bij een speciaal inleverpunt.
WARNI NG
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u de accu aanraakt.Voer handelingen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van open vuur en vonken, om het risico op explosies of brand te vermijden.Was na de werkzaamheden uw handen.

271
In geval van pech
8
Elektromotor
NOTIC E
Lege accuHet is niet meer mogelijk om de elektromotor te starten of om de tractiebatterij op te laden.
WARNI NG
Voorzorgsmaatregelen alvorens werkzaamheden aan de accu uit te voerenSchakel stand P in, zet het contact UIT en controleer of het instrumentenpaneel uit is en de auto niet is aangesloten.
WARNI NG
Andere auto starten met startkabelsGebruik de accu niet om een andere auto te starten met startkabels of om de accu van een andere auto op te laden.
WARNI NG
Vervang de accu altijd door een gelijkwaardig exemplaar.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
► Open de motorkap met de hendel in het interieur en breng de veiligheidshaak onder de motorkap omhoog.► Bevestig de motorkapsteun.
► Verwijder het kunststof kapje om bij de pluspool (+) te kunnen (indien aanwezig).De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.Er is een afzonderlijk massapunt aangebracht in de buurt van de accu.
NOTIC E
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over de motorkap en de motor.
Starten met een hulpaccu
Als de accu ontladen is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels, of met een startbooster.
WARNI NG
Start de motor nooit als een acculader is aangesloten.Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.Controleer eerst of de hulpaccu een nominale spanning van 12 V heeft en een capaciteit die minimaal gelijk is aan die van de ontladen accu.De twee auto's mogen elkaar niet raken.Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting, enz.) van beide auto's uit.Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de buurt van bewegende delen van de motor (ventilator, aandrijfriemen, enz.) bevinden.Neem de pluspool (+) niet los terwijl de motor draait.

272
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog (indien aanwezig).► Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A (bij het gebogen metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) van hulpaccu B of de startbooster.► Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van hulpaccu B of de startbooster (of op een massapunt van de auto met de hulpaccu).► Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op massapunt C.► Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien.► Stel de startmotor van de auto met de ontladen accu in werking en laat de motor draaien.Als de motor niet direct start, zet dan het contact UIT en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.► Wacht tot de motor stationair draait.► Neem vervolgens de startkabels in omgekeerde volgorde los.
► Plaats het kunststof kapje van de pluspool (+) terug (indien aanwezig).► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, bij stilstaande auto, om de ladingstoestand van de accu op een correct peil te krijgen.
WARNI NG
Wanneer u direct gaat rijden zonder dat de accu voldoende is geladen, kan dit een negatieve invloed hebben op de werking van de auto.
WARNI NG
Neem de kabels in omgekeerde volgorde los.
WARNI NG
Automatische transmissieHet aanduwen van de auto om de motor te starten is niet toegestaan.
De accu opladen met een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om de ladingstoestand van de accu op peil te houden.In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de accu op te laden:– Als u voornamelijk korte ritten maakt.– Voordat de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Als u zelf de accu van uw auto gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodzuuraccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
WARNI NG
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
NOTIC E
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
► Zet het contact UIT.► Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting, enz.).

273
In geval van pech
8
► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te sluiten.► Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog (indien aanwezig).► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:• de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van accu A,• de zwarte minkabel (-) op massapunt C van de auto.► Zet na afloop van het laden eerst acculader B uit voordat u de kabels losneemt van accu A.
WARNI NG
Als dit label is aangebracht, mag uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt. Anders kunnen de elektrische componenten ernstig beschadigd raken.
24V
12V
WARNI NG
Probeer nooit om een bevroren accu op te laden: risico van explosie!Als de accu bevroren is geweest, laat hem dan nakijken door een Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Deze zal controleren of de interne onderdelen niet zijn beschadigd en of de behuizing niet is gescheurd waardoor er een giftig en bijtend zuur zou kunnen lekken.
De accu losnemen
Om ervoor te zorgen dat de accu voldoende geladen blijft om de motor te kunnen starten, raden we aan de accu los te nemen als de auto langere tijd niet wordt gebruikt.
Vóór het losnemen van de accu:► Sluit alle portieren, deuren en ruiten en de achterklep.► Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting, enz.).► Zet het contact UIT en wacht vier minuten.Neem bij de accu alleen de pluspool (+) los.
Accupoolklem met snelsluiting
Losnemen van de pluspool (+)
► Beweeg, afhankelijk van de uitrusting, het
kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog.► Trek hendel A helemaal omhoog om accupoolklem B te ontgrendelen.► Beweeg accupoolklem B omhoog om hem te verwijderen.

288
Bluetooth®-audiosysteem
NOTIC E
De beschreven functies en instellingen kunnen afwijken van die van het systeem in de auto.
WARNI NG
Het koppelen van een Bluetooth-telefoon met het Bluetooth handsfree-systeem van uw
audiosysteem mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handelingen de volledige aandacht van de bestuurder vragen, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met het contact AAN.
WARNI NG
Uw audiosysteem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto functioneert.Alle werkzaamheden aan het systeem mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een dealer of een gekwalificeerde werkplaats, om het gevaar van elektrocutie, brand en mechanische storingen te voorkomen.
NOTIC E
Om leegraken van de accu te voorkomen wordt het audiosysteem enkele minuten na het uitzetten van de motor automatisch uitgeschakeld.
Eerste stappen
Indrukken: aan/uit.Draaien: instellen van het volume.Kort indrukken: wijzigen van de audiobron (radio, USB, AUX (mits apparatuur is aangesloten), CD, streaming).Lang indrukken: weergeven van het menu Telefoon (mits een telefoon is aangesloten).Audio-instellingen aanpassen:Balans voor/achter, balans links/rechts, lage/hoge tonen, loudness, geluidssfeer.Inschakelen/uitschakelen automatische volumeaanpassing (op basis van de rijsnelheid).Radio:Kort indrukken: weergeven van de lijst met radiozenders.Lang indrukken: bijwerken van de lijst.Media:Kort indrukken: weergeven van de lijst met mappen.Lang indrukken: weergeven van de verschillende sorteeropties.
Selecteren van de weergave op het scherm:datum, audiofuncties, boordcomputer, telefoon.Bevestigen of weergeven van het contextmenu.Toetsen 1-6.Kort indrukken: selecteren van de voorkeuzezender.Lang indrukken: opslaan van de radiozender als voorkeuzezender.

289
Bluetooth®-audiosysteem
10
Radio:Automatisch stapsgewijs zoeken naar een radiozender met een lagere/hogere frequentie.Media:Selecteren van het vorige/volgende nummer van de CD, USB, gestreamde audio.Scrollen in een lijst.Radio:Handmatig stapsgewijs zoeken naar een radiozender met een lagere/hogere frequentie.Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.Media:Selecteren van vorige/volgende map/genre/artiest/afspeellijst van het USB-apparaat.Scrollen in een lijst.Annuleren van de huidige bewerking.Eén niveau omhooggaan in een structuur (menu of map).Toegang tot het hoofdmenu.
In- of uitschakelen van TA-functie (verkeersinformatie).
Lang indrukken: selecteren van berichtensoort.Selecteren van het type radiosignaal (FM/DAB/AM).
Stuurkolomschakelaars
Stuurkolomschakelaars -
Type 1
Radio:Selecteren van de vorige/volgende voorkeuzezender.Selecteren van het vorige/volgende item uit een menu of lijst.Media:Selecteren van het vorige/volgende nummer.Selecteren van het vorige/volgende item uit een menu of lijst.Radio:Kort indrukken: weergeven van de lijst met radiozenders.Lang indrukken: bijwerken van de lijst.Media:Kort indrukken: weergeven van de lijst met
mappen.Lang indrukken: weergeven van de verschillende sorteeropties.Bij ander gebruik dan telefoon:Kort indrukken: wijzigen van de audiobron (radio, USB, AUX (mits apparaat is aangesloten), CD, streaming), bevestiging als het menu “Telefoon” geopend is.Lang indrukken: openen van het menu “Telefoon”.
Bij een binnenkomend gesprek:Kort indrukken: aannemen van het gesprek.Lang indrukken: weigeren van het gesprek.Tijdens het gebruik van de telefoon:Kort indrukken: openen van het contextuele telefoonmenu.Lang indrukken: beëindigen van het gesprek.Bevestigen van een selectie.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Onderbreken/weer inschakelen van het geluid door gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Stuurkolomschakelaars -
Type 2
Toegang tot de hoofdmenu.
Verhogen van het geluidsvolume.
Onderbreken/weer inschakelen van het geluid.Verlagen van het geluidsvolume.
Bij ander gebruik dan telefoon:Kort indrukken: wijzigen van de audiobron (radio, USB, AUX (mits apparaat is aangesloten),