
1142-1. Instrumentenpaneel
HIGHLANDER HV_EE Houd ingedrukt om de instellingen van
de volgende onderwerpen te wijzigen:
• “HUD Brightness/Position” (helder-
heid/positie HUD)
Hiermee kan de helderheid/positie van het
head-up display worden ingesteld.
• “HUD Driving Support” (rijondersteuning HUD)
Hiermee kunt u de weergegeven onderwer-
pen van de ondersteunende systemen op
het head-up display wijzigen.
• “HUD Rotation” (rotatie HUD)
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig) ( →Blz. 311)
Druk op om de Road Sign Assist in of
uit te schakelen.
• RSA (Road Sign Assist) aan/uit
Hiermee kunt u de Road Sign Assist in- of
uitschakelen.
Houd ingedrukt om de instellingen van
de volgende onderwerpen te wijzigen:
• “Notification Method” (meldingsmethode)
Hiermee kunt u elke meldingsmethode die
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een te hoge
snelheid, een verkeers bord voor een inhaal-
verbod of een verkeersbord voor verboden
in te rijden signaleert, wijzigen.
• “Notification Level” (meldingsniveau)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau dat
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een ver-
keersbord met een snelheidslimiet
signaleert, wijzigen.
■ Voertuiginstellingen
Houd ingedrukt om de instellingen
van de volgende onderwerpen te wijzi-
gen:
PBD (elektrisch bedienbare ach-
terklep) (indien aanwezig)
(→Blz. 139)
• “System settings” (systeeminstellingen)
Hiermee kan de functie elektrisch bedien-
bare achterklep worden in- of uitgeschakeld.
• “Kick Sensor” (sens or regeling voetbedie-
ning)
*
Hiermee kunt u de sensor regeling voetbe-
diening in- of uitschakelen.
• “Opening Adjustment” (aanpassen ope- ning)
Selecteer de positie openen wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep geheel is
geopend.
•“Volume”
Hiermee kunt u het volume instellen van de
zoemer die klinkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep in werking is.
*: Auto's met handsfree elektrisch bedien- bare achterklep
“TPWS” (bandenspanningswaar-
schuwingssysteem) ( →Blz. 436)
• “Set Pressure” (stel bandenspanning in)
(initialisatie bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Hiermee kan het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
• “Change Wheel” (wielen wijzigen) (regis- treer de identificatiecodes van het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)
Hiermee kunt u de identificatiecodes van de
bandenspanningssensoren registreren in
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem.
■ Instellingen instrumentenpa-
neel
Houd ingedrukt om de instellingen
van de volgende onderwerpen te wijzi-
gen:
Ta a l
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 114 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

2384-2. Rijprocedures
HIGHLANDER HV_EE
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai het
stuurwiel in een willekeurige richting) weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat. Druk kort en krachtig op de startknop
terwijl u het stuurwiel naar links en rechts
beweegt.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt in-
en uitgeschakeld. Schakel het hybridesys-
teem in dat geval niet in of uit. Na onge-
veer 10 seconden zal de elektromotor van
het stuurslot weer functioneren.
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Wanneer er een storing in het hybride-
systeem aanwezig is
→ Blz. 83
■Batterij elektronische sleutel
→ Blz. 458
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem
niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 513 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 238 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM

449
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
HIGHLANDER HV_EE
5
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en houd
vervolgens ingedrukt.
6 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk
vervolgens op .
7 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Change Wheel”
(wielen wijzigen) en druk vervol-
gens op totdat het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning
3 keer langzaam knippert.
De modus voor het wijzigen van de wielen-
set wordt geactiveerd en de registratie wordt
gestart.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. Als de
registratie wordt uitgevoerd, gaat het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
gedurende ongeveer 1 minuut knipperen en
blijft het vervolgens branden. “--” wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band.
8Rijd met een snelheid van ongeveer
40 km/h of hoger gedurende 10 tot
30 minuten.
Als de registratie is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning en
wordt de bandenspanning van elke band
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
registratie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden. Als
de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de procedure
vanaf het begin.
9Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
(→Blz. 447)
■Bij het registreren van identificatieco-
des
●De identificatiecoderegistratie wordt uitge-
voerd als rijsnelheid ongeveer 40 km/h of
hoger is.
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
●Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
●De identificatiecodes kunt u zelf registre-
ren maar afhankelijk van de rijomstandig-
heden en de rijomgeving kan het enige tijd
duren voordat de registratie voltooid is.
■Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●Zet, om de identificatiecoderegistratie te
annuleren nadat deze is gestart, het con-
tact UIT voordat u gaat rijden. Als er met
de auto wordt gereden nadat de identifica-
tiecoderegistratie is gestart, start dan de
identificatiecoderegistratieprocedure nog-
maals om de registratie te annuleren en
zet het contact vóór het rijden UIT.
●Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut wanneer het contact
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning dooft.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
■Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
In de onderstaande situaties duurt de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk langer dan
gebruikelijk of is regist ratie niet mogelijk. Nor-
maliter duurt de registratie ongeveer 30
minuten.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 449 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM