143
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
Blz. 581)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 141)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
●Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
de elektronische sleutel niet te dicht bij de
auto als u het systeem van buitenaf
bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
wellicht niet.)
●Laat de elektronische sleutel niet in de
bagageruimte achter.
De beveiligingsfunctie tegen het insluiten
van de sleutel functioneert mogelijk niet als
de sleutel zich op bepaalde locaties
bevindt, zoals in de binnenrand van de
bagageruimte, of door de omstandighe-
den waarin de sleutel zich bevindt (zoals in
een tas van metaal(folie) of dicht bij een
metalen voorwerp) of in de buurt van sto-
rende radiogolven. ( Blz. 138)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren (auto's met instapfunctie): Blz. 558
●Starten van het hybridesysteem:
Blz. 558
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 581)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren (auto's met instapfunctie): Gebruik
de afstandsbediening of de mechanische
sleutel. ( Blz. 133, 558)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact:
Blz. 558
●Uitschakelen van het hybridesysteem:
Blz. 219
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 143 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
185
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
●Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten
voldoende afstand bewaren tot de
antennes van het Smart entry-systeem
met startknop. (
Blz. 139)
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie wor-
den uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequen-
tie van de radiogolven en de momenten
waarop deze worden uitgezonden, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Raadpleeg vervol-
gens uw arts om na te gaan of de
instapfunctie moet worden uitgescha-
keld.
●Gebruikers van el ektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en
geïmplanteerde hartdefibrillatoren moe-
ten contact opnemen met de fabrikant
van deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op de
werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effec-
ten hebben op de werking van derge-
lijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het uitschakelen van de instap-
functie.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 185 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
2624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE • Bij het passeren van een signaleerbaar
object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomend verkeer om rechtsaf of
linksaf te slaan
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt voordat
het zich in de rijrichting van uw auto
bevindt
• Als de voorzijde van uw auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, staalplaat, enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen voor uw auto bevinden
• Wanneer onder een object (verkeersbord, billboard, enz.) door wordt gereden
• Bij het naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij een
parkeerterrein of andere afscheiding die
open en dicht gaat
• Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek • Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere-
den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozender , elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogel ijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeel d een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 262 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5
377
5
Audiosysteem
COROLLA HV_TMMT_EE
Audiosysteem
.5-1. BasishandelingenSoorten audiosystemen ......... 378
Gebruik van de audiotoetsen op het stuurwiel ................... 379
USB-aansluiting ..................... 380
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem ......... 381
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio...................... 383
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler ............. 385
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod ......................... 391
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen........ 396
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ..... 401
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel ................... 406
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat ........... 406
5-7. Menu SETUP (instellingen) Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (“Bluetooth”-
menu) .................................. 407
Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (menu TEL) .... 4095-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler ................................... 414
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ..................................... 416
Een telefoongesprek ontvangen ............................ 417
Voeren van een telefoongesprek ................... 417
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®.............................. 419
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 377 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
3785-1. Basishandelingen
COROLLA HV_TMMT_EE
5-1.Basishandelingen
*: Indien aanwezig
Auto's met navigat ie-/multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Auto's zonder navigatie-/multimediasysteem
CD-speler met AM/FM-radio
■Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de luidsprekers als het
audiosysteem ingeschakeld is.
■Handelsmerken en geregistreerde handelsmerken
De bedrijfsnamen en productnamen die bet rekking hebben op het audiosysteem zijn de han-
delsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven.
Soorten audiosystemen*
Overzicht
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat het audiosysteem niet langer ingeschakel d dan noodzakelijk is als het hybridesysteem
is uitgeschakeld.
■Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of andere vloeist of over het audiosysteem.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 378 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
379
5
5-1. Basishandelingen
Audiosysteem
COROLLA HV_TMMT_EE
Vo l u m e
• Indrukken: verhogen/verlagen van het
volume
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort: volume onafgebroken verhogen/verlagen
Toets MODE
• Indrukken: Inschakelen van het systeem, selecteren van een audiobron
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort:
Radio-modus: dempen
CD, MP3/WMA/AAC-disc, iPod, USB of
Bluetooth
®-audiomodus: de actuele weer-
gave onderbreken. Druk de toets nogmaals in en houd hem
ingedrukt om het dempen of onderbreken
ongedaan te maken.
Radio geselecteerd:
• Indrukken: selecteren van een radiozen-
der die als voorkeuzezender is opgesla-
gen.
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort:
omhoog/omlaag zoeken
CD, MP3/WMA/AAC-disc, iPod, USB of
Bluetooth
®-audiomodus:
• Indrukken: selecteren van een num- mer/bestand
• Ingedrukt houden totdat u een piepsignaal hoort: selecteren van een map of album
(MP3/WMA/AAC-disc, USB of
Bluetooth
®-audio)
■Selecteren van de audiobron
Druk op de toets MODE wanneer het audio-
systeem is ingeschak eld. De audiobron wij-
zigt in onderstaande volgorde, elke keer als
de toets wordt ingedrukt. Als een modus niet
kan worden gebruikt, wordt deze overgesla-
gen.
AM FM CD of MP3/WMA/AAC iPod of
USB-geheugen Bluetooth
®-audio
Gebruik van de
audiotoetsen op het
stuurwiel
Sommige functies van het audio-
systeem kunnen worden bediend
met behulp van de toetsen op het
stuurwiel.
De werking kan verschillen afhan-
kelijk van het type audio- of navi-
gatiesysteem. Raadpleeg de
handleiding van het audio- of navi-
gatiesysteem voor meer informa-
tie.
Bedienen van het
audiosysteem met de
stuurwieltoetsen
WAARSCHUWING
■Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op
het stuurwiel de nodige voorzichtigheid in
acht.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 379 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
381
5
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Audiosysteem
COROLLA HV_TMMT_EE
5-2.Gebruik van het audiosysteem
Knop TUNE•SELECT
Indrukken: Weergeven van het menu
SETUP (instellingen)/selecteren van de
modus
Draaien: Wijzigen van de volgende instellin-
gen
• “Sound Setting” (geluidsinstelling)
Blz. 381
•Radio
Blz. 383
• Bluetooth
Blz. 407
•TEL
Blz. 409
Dagmodusschakelaar Als de koplampen worden ingescha-
keld, wordt het scherm gedimd.
Het scherm kan echter wel weer wor-
den teruggezet in de dagstand door de
dagmodus te selecteren.
De dagmodus blijft vervolgens inge-
schakeld zolang de verlichting brandt,
tot opnieuw de dagmodus wordt gese-
lecteerd.
■Wijzigen van geluidskwaliteitsin-
stellingen
1 Druk op de knop TUNE•SELECT.
2 Draai de knop om “Sound setting”
(geluidsinstellingen) te selecteren.
3 Druk op de knop.
4 Draai de knop afhankelijk van de
gewenste stand.
“Bass”, “Treble”, “Fader”, “Balance”, of “ASL”
kan worden geselecteerd.
5Druk op de knop.
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem
De geluidskwaliteit , de balans en
de ASL-instellingen kunnen wor-
den gewijzigd en de dagmodus
kan worden geselecteerd.
Bediening
Dagmodus
Gebruik van toonregeling en
geluidsverdeling
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 381 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
383
5
5-3. Gebruik van de radio
Audiosysteem
COROLLA HV_TMMT_EE
5-3.Gebruik van de radio
AAN/UIT/volumeknop
Indrukken: in- of uitschakelen van het audiosysteem
Draaien: regelen van het volume
Toets AM/FM
Voorkeuzetoetsen
Knop TUNE•SELECT
Aanpassen van de frequentie
Dempen
Zoeken van frequentie
Bediening radio
Druk op de toets MODE totdat AM of FM wordt weergegeven.
Bedieningspaneel
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book
Page 383 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM