98
COROLLA HV_TMMT_EE1-5. Antidiefstalsysteem
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken die
het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende herhaalde
schokken of trillingen.
OPMERKING
■Om de inbraaksensor goed te laten
functioneren
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere pro-
ducten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
●Als u andere accessoires installeert dan
originele Toyota-onderdelen of wanneer
u voorwerpen achterlaat tussen de
bestuurdersstoel en de stoel van de
voorpassagier, werkt de inbraaksensor
mogelijk minder goed.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 98 T
hursday, October 3, 2019 10:56 AM
102
COROLLA HV_TMMT_EE2-1. Instrumentenpaneel
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-
tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze doven nadat het hybridesys-
teem is gestart of nadat er enkele
seconden verstreken zijn. Er kan een sto-
ring in een systeem aanwezig zijn als een
lampje niet gaat branden of niet uitgaat.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
Motorcontrolelampje
*1
( → Blz. 498)
Waarschuwingslampje SRS
*1
( → Blz. 498)
Waarschuwingslampje ABS
*1
( → Blz. 498)
Waarschuwingslampje Brake
Override-systeem/waarschu-
wingslampje wegrijregeling
*2
( → Blz. 499)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 499)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 499)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau ( →Blz. 499)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( → Blz. 500)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels (indien
aanwezig) ( →Blz. 500)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
*1 ( → Blz. 500)
(Oranje) Controlelampje LTA (indien aan-
wezig) (
→Blz. 501)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1 (indien aan-
wezig) ( →Blz. 502)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 502)
(Knippert) Controlelampje PKSB OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 502)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 502)
Controlelampje Traction Con-
trol*1 (→ Blz. 503)
(Knippert) Waarschuwingslampje parkeer-
rem (
→Blz. 503)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 (
→ Blz. 503)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 102 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
103
2
COROLLA HV_TMMT_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst
emen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaat branden als u
het hybridesysteem start, kan dat beteke-
nen dat deze systemen niet beschikbaar
zijn om u te beschermen in geval van een
ongeval, waardoor ernstig letsel zou kun-
nen ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de
auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers ( →Blz. 211)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 217)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 218)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 220)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) ( →Blz. 222)
Controlelampje mistachterlicht
( → Blz. 222)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 242)
Controlelampje cruise control
(indien aanwezig) ( →Blz. 257,
268)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control (indien aanwezig)
( → Blz. 257)
Controlelampje cruise control
SET (indien aanwezig)
( → Blz. 257, 268)
*3
Controlelampje LTA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 252)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*1, 4 (indien aanwezig)
( → Blz. 278)
Controlelampje BSM (indien
aanwezig) ( →Blz. 278)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 295)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 302)
Controlelampje PKSB OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 307)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
( → Blz. 271)
Controlelampje S-IPA
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 322)
(Knippert) Controlelampje Traction Con-
trol
*1 (
→ Blz. 350)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( → Blz. 350)
Controlelampje Smart entry-sys-
teem met startknop
*5
( → Blz. 203)
Controlelampje READY
( → Blz. 203)
Controlelampje EV MODE
( → Blz. 207)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem (→ Blz. 212)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem
*1
( → Blz. 215)
Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 ( → Blz. 215)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 103 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
137
3
COROLLA HV_TMMT_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
3-2.Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Instapfunctie (indien aanwezig)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1 Pak de voorportiergreep vast om
alle portieren te ontgrendelen.
*
Zorg ervoor dat u de sensor aan de achter-
zijde van de portiergreep aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
*: De instellingen voor het ontgrendelen van
de portieren kunnen worden gewijzigd.
(→ Blz. 137, 555)
2 Raak de vergrendelsensor (de uit-
holling aan de zijkant van de voor-
portiergreep) aan o m alle portieren
te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
■Afstandsbediening
1 Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
Ingedrukt houden om de ruiten
*1 en het
schuifdak*1, 2 te sluiten.
2 Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de ruiten*1 en het
schuifdak*1, 2 te openen.
*1: Deze instelling moet aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*2: Indien aanwezig
■Instellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke portie-
ren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT.
2 Schakel de inbraaksensor van het alarm-
systeem uit om tijdens het veranderen
van de instellingen het alarm niet onbe-
doeld te activeren. (indien aanwezig)
(→ Blz. 96)
3 Houd de toets of ingedrukt
en houd tegelijkertijd de toets gedu-
rende ongeveer 5 seconden ingedrukt
als het controlelampje in de sleutel uit is.
Por tieren
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 137 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
138
COROLLA HV_TMMT_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
De instelling verandert telkens wanneer een
handeling wordt uitgevoerd, zoals hieronder
is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw
wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht u
ten minste 5 seconden en herhaalt u vervol-
gens stap 2 .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt geactiveerd,
moet u de portieren ontgrendelen met de
afstandsbediening en een portier eenmaal
openen en sluiten als de instellingen zijn
gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden nadat
op is gedrukt geen portier wordt
geopend, worden de portieren weer vergren-
deld en wordt het alarm automatisch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. ( →Blz. 95)
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de instapfunctie
* of
de afstandsbediening. (Vergrendeld: een-
maal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de
ruiten en het schuifdak
* bediend worden.*: Indien aanwezig
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie (indien aanwezig) of de afstandsbe-
diening een portier wordt geopend, zorgt de
beveiligingsfunctie erv oor dat de auto weer
automatisch wordt vergrendeld.
■Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
op het oppervlak van de voorportier-
greep (auto's met instapfunctie)
Wanneer de portieren niet kunnen worden
vergrendeld als u de vergrendelsensor op het
oppervlak van de portiergreep met uw vinger
aanraakt, raak dan de ve rgrendelsensor aan
met uw handpalm.
Als u handschoenen draagt, doe deze dan
uit.
■Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met de instapfunctie (indien aan-
wezig) of de afstandsbediening wanneer een
portier niet geheel geslo ten is, klinkt er gedu-
rende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de z oemer uit te schakelen
en vergrendel de portieren opnieuw.
■Alarm (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
( → Blz. 95)
Multi-informatie-
display/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: Eén belsig- naal
Als u de portiergreep
van het bestuurders-
portier vasthoudt,
wordt alleen het
bestuurdersportier
ontgrendeld.
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier vast-
houdt, worden alle
portieren ontgren-
deld.
Exterieur: Twee piep-signalen
Interieur: Eén belsig- naal
Als u een voorportier-
greep vasthoudt,
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 138 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
146
COROLLA HV_TMMT_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij
het midden van de achterbumper bij het
ontgrendelen van de achterklep.
• De elektronische sleutel ligt op het dash- board, de hoedenplank of de vloer achter
of in een portiervak of het dashboardkastje
als het hybridesysteem wordt gestart of
met de startknop een andere stand wordt
geselecteerd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektroni sche sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel z ich in de buurt van
de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel z ich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal
achter elkaar identificatiesignalen getoond.
Vervolgens worden geen identificatiesig-
nalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 145)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 146 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
179
3
COROLLA HV_TMMT_EE 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren (auto's met binnen-
spiegel met automatische antiverblin-
dingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
1 Draai de schakelaar om een buiten-
spiegel te selecteren.
Links
Rechts
Buitenspiegels
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
WAARSCHUWING
■Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen en een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Verstel de spiegels niet tijdens het rij-
den.
●Rijd niet met de auto als de spiegels zijn
ingeklapt.
●Beide buitenspiegels dienen in de nor-
male stand te staan en goed te zijn
ingesteld alvorens met de auto wordt
gereden.
Procedure voor het verstellen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 179 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
4
189
COROLLA HV_TMMT_EE
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 190
Lading en bagage .................. 196
Rijden met een aanhangwagen (auto's
met neerklapbare
achterstoelen) ..................... 197
Rijden met een aanhangwagen (auto's
zonder neerklapbare
achterstoelen) ..................... 202
4-2. Rijprocedures
Startknop ............................... 203
EV-modus .............................. 207
Hybridetransmissie ................ 209
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 211
Parkeerrem ............................ 212
Brake Hold-systeem .............. 215
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 217
AHB (Automatic High Beam) ......................... 220
Schakelaar mistlampen ......... 222
Ruitenwissers en -sproeiers ............................ 223
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 2274-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 229
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................240
LTA (Lane Tracing Assist)....... 247
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 257
Cruise control ......................... 268
Snelheidsbegrenzer ............... 271
RSA (Road Sign Assist) ......... 273
BSM (Blind Spot Monitor)....... 277
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 294
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 302
PKSB (Parking Support Brake)..................... 306
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............ 312
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 318
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) ...... 322
Rijmodusselectie- schakelaar ........................... 348
Ondersteunende systemen .... 349
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ... 354
Rijden in de winter.................. 356
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 189 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM