374
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LTA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige indien de wielophanging
enz. moet worden vervangen.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 378) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 378) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 378) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 378) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 374 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
375
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen
zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto krijgt een windstoot door een
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 375 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
384
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige indien de wielophanging
enz. moet worden vervangen.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 384 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
385
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen
zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto is net van rijstrook gewisseld of
een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of van
verschillende fabrikanten of merken.
●Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 385 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
605
7
COROLLA_TMUK_EE 7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit
(auto's met ruitenwissers met regen-
sensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht
in werking treden. Hierdoor kunnen uw
handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de rui-
tenwisserbladen beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaat-
pijp niet aan totdat deze voldoende is
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie
van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag
gaan corroderen.
■Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met
een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 605 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
648
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer het vermogen van de
defecte lamp. (
→Blz. 721)
→Blz. 727
Hatchback
Kentekenplaatverlichting
WagonKentekenplaatverlichting
■Lampen die vervangen moeten
worden door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Koplampen
Parkeerlichten voor
Dagrijverlichting
Richtingaanwijzers
Mistlampen voor (indien aanwezig)
Achterlichten
Remlichten
Achteruitrijlicht
Mistachterlicht
Derde remlicht
■LED-lampen
De verlichting, behalve de kentekenplaatver-
lichting, bestaat uit een aantal leds. Laat een
defecte led vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van
het koplampglas is normaal. Neem in de vol-
gende gevallen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
Lampen
U kunt de onderstaande lampen
desgewenst zelf vervangen. Som-
mige lampen zijn eenvoudiger te
vervangen dan andere lampen.
Aangezien de onderdelen bescha-
digd zouden kunnen raken, raden
wij u aan om de vervanging te
laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Voorbereiden van het
vervangen van een lamp
Uitschakelen van de elektrisch
bedienbare achterklep (indien
aanwezig)
Plaats lampen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 648 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
649
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige voor meer informatie:
●Als er erg veel
condens aan de binnenzijde
van het koplampglas zit.
●Als de binnenzijde van de koplamp nat is
en blijft.
■Bij het vervangen van lampen
→ Blz. 647
■Kentekenplaatverlichting
Hatchback
1 Verwijder de lichtmodule.
Steek een platte schroevendraaier of een
dergelijk gereedschap in de opening naast
de lamp en verwijder deze zoals aange-
geven in de afbeelding.
Omwikkel de schroevendraaier met tape om
te voorkomen dat de auto wordt beschadigd.
2Draai de lamphouder linksom en
verwijder hem.
3 Verwijder de lamp.
4 Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Wagon
1 Verwijder de afdekkap.
Steek een sleufkopschroeven-
draaier of iets dergelijks in de ope-
ning aan de rechterzijde en maak
de klauw los.
Lampen vervangen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 649 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
650
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Steek een sleufkopschroeven-
draaier of iets dergelijks in de ope-
ning aan de linkerzijde, maak de
klauw los en verwijder vervolgens
het deksel.
Omwikkel het uiteinde van de schroeven-
draaier met tape om te voorkomen dat de
auto wordt beschadigd.
2
Steek een kleine sleufkopschroe-
vendraaier of iets dergelijks in een
van de gaten links of rechts in het
lampglas.
Lampglas
3 Verwijder het lampglas.
Duw de schroevendraaier gekanteld in de
richting van de pijl, zoals aangegeven in de
afbeelding, om de haak los te maken en ver-
wijder het lampglas.
Haak 4
Verwijder de lamp.
5 Plaats een nieuwe lamp.
6 Plaats het lampglas.
1 Plaats het lampglas in de haak
links of rechts.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 650 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM