322
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
Multidrive CVT
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 332)
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Handgeschakelde transmissie
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 332)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 328)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor
terwijl de auto rijdt, vergrendel of open de
portieren dan niet totdat de auto veilig en
volledig tot stilstand is gekomen. Als onder
deze omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de
startknop niet helemaal gaat zoals u
gewend bent, bijvoorbeeld als de start-
knop bij het indrukken iets blijft hangen,
kan dit duiden op een defect. Neem
onmiddellijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Uitzetten van de motor
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in geval van nood de motor tijdens
het rijden uit wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
( → Blz. 654)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 322 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
323
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (Multidrive CVT) of het kop-
pelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) in te trappen. (De stand veran-
dert iedere keer dat op de knop wordt
gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden gebruikt.
2
ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3ON
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectie-
hendel niet in stand P staat en de motor
wordt uitgezet, wordt het contact niet UIT
maar in stand ACC gezet.
■Auto power off-functie
Multidrive CVT: Als het contact gedurende
meer dan 20 minuten in stand ACC staat of
gedurende meer dan een uur AAN staat
(zonder dat de motor draait) met de selectie-
hendel in stand P, schakelt het systeem het
contact automatisch UIT. Deze functie kan
echter niet geheel uitsluiten dat de accu ont-
laden kan raken. Laat het contact niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
Handgeschakelde transmi ssie: Als het con-
tact gedurende meer dan 20 minuten in stand
ACC staat of gedurende meer dan een uur
AAN staat (zonder dat de motor draait), scha-
kelt het systeem het contact automatisch UIT.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten
dat de accu ontladen kan raken. Laat het
contact niet gedurende langere tijd in stand
ACC of AAN staan zonder dat de motor
draait.
WAARSCHUWING
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de
motor opnieuw te starten nadat deze ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat deze ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld het koppelingspedaal in en
druk de startknop in.
Wijzigen van de standen van
het contact
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het
multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is het contact niet UIT. Verlaat de
auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 323 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
324
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
Als de motor wordt uitgezet terwijl de
selectiehendel in een andere stand dan
P staat, wordt de stand van het contact
ACC in plaats van UIT. Voer de vol-
gende procedure uit om het contact UIT
te zetten:
1
Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
4 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het multi-informatiedisplay
uit is.
*: Indien aanwezig
*: Zet de selectiehendel onder normale
rijomstandigheden in stand D voor een zo
laag mogelijk brandstofverbruik en een zo
laag mogelijke geluidsproductie.
■Wanneer er wordt gereden met inge-
schakelde cruise control, Dynamic
Radar Cruise Control of Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snelheids-
bereik (indien aanwezig)
Ook wanneer de sportmodus wordt ingescha-
keld met als doel op de motor af te remmen,
wordt er niet op de motor afgeremd omdat de
cruise control, Dynamic Radar Cruise Control
of Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik niet wordt uitgeschakeld.
( → Blz. 500)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
→ Blz. 305
Uitschakelen van de motor als
de selectiehendel in een
andere stand dan P staat
(auto's met Multidrive CVT)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Schakel de motor niet uit als de selectie-
hendel in een andere stand dan P staat.
Als de motor wordt uitgeschakeld met de
selectiehendel in een andere stand wordt
het contact niet UIT maar in stand ACC
gezet. Als het contact in stand ACC blijft
staan, kan de accu ontladen raken.
Multidrive CVT*
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de
schakelstanden
Scha-
kelstandDoel of functie
PParkeren van de auto/starten van de motor
RAchteruit
N
Neutraal
(Toestand waarbij het vermo- gen niet wordt overgebracht)
DNormaal rijden*
M
Sequentiële shiftmatic-sport-modus met 10 versnellingen (→ Blz. 326)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 324 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
327
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
1
Opschakelen
2 Terugschakelen
Telkens wanneer de selectiehendel wordt
bediend, wordt één versnelling op- of terug-
geschakeld.
De geselecteerde schakelstap, M1 t/m M10,
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
De schakelstappen worden echter zelfs
in stand M automatisch gewijzigd als
het motortoerental te hoog of te laag is.
■Schakelfuncties
●Voor het afremmen op de motor kunt u uit
10 niveaus kiezen.
●Een lagere versnelling geeft een grotere
remkracht dan een hogere versnelling en
het toerental wordt ook hoger.
■Wanneer de auto tot stilstand komt ter-
wijl met de selectiehendel stand M is
geselecteerd
●Zodra de auto tot stilstand is gekomen, zal
de transmissie terugschakelen naar M1.
●Vervolgens zal de auto in stand M1 begin-
nen te rijden.
●Wanneer de auto tot stilstand is gekomen,
wordt de transmissie in M1 gezet.
■Waarschuwingszoemer bij beperking
terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijge-
drag niet in negatieve zin te beïnvloeden, kan
er onder bepaalde omstandigheden beperkt
worden teruggeschakeld. In sommige
omstandigheden kan er helemaal niet wor-
den teruggeschakeld met de selectiehendel.
(Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Als het controlelampje van de sequenti-
ële shiftmatic-sportmodus met 10 ver-
snellingen niet gaat branden, hoewel de
selectiehendel in stand M is gezet
Dit duidt mogelijk op een storing in de Mul-
tidrive CVT. Laat de auto onmiddellijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
(In deze situatie werkt de transmissie alsof
de selectiehendel in stand D staat.)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 327 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
330
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
De schakeladviesindicator dient om het
brandstofverbruik en de uitlaatgasemis-
sie te verlagen binnen de grenzen van
het motorvermogen.
Opschakeladviesindicator
Terugschakeladviesindicator
■Display schakeladviesindicator
De schakeladviesindica tor wordt mogelijk
niet weergegeven wanneer uw voet op het
koppelingspedaal rust.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van de iMT
De iMT is geen systeem dat een ver-
keerde bediening van de selectiehendel of
het met een te hoog toerental draaien van
de motor voorkomt.
Afhankelijk van de situatie werkt de iMT
mogelijk niet normaal en is het wellicht niet
mogelijk om de selectiehendel soepel in
een andere stand te zetten. Wanneer u te
veel op de iMT vertrouwt, kan dit leiden tot
een ongeval.
Schakeladviesindicator (indien
aanwezig)
WAARSCHUWING
■Display schakeladviesindicator
Uit veiligheidsoverwegingen dient de
bestuurder niet uitsluitend op het display
te kijken. Raadpleeg het display alleen
wanneer dit veilig kan en rekening hou-
dend met de wegcondities en de verkeers-
omstandigheden.
Anders kan zich een ongeval voordoen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 330 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
332
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
■Gebruik van de handmatige
modus
De parkeerrem kan handmatig worden
geactiveerd en gedeactiveerd.
1 Trek aan de schakelaar om de par-
keerrem te activeren
Het waarschuwingslampje parkeerrem en
het lampje van de parkeerrem gaan bran-
den.
Houd de parkeerremschakelaar omhoog
getrokken als u in geval van nood de par-
keerrem tijdens het rijden moet bedienen.
2Druk op de schakelaar om de par-
keerrem te deactiveren
• Bedien de parkeerrems chakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
• Met de functie voor het automatisch deac- tiveren van de parkeerrem kan de par-
keerrem worden gedeactiveerd door het
gaspedaal in te trappen. Trap bij gebruik
van deze functie het gaspedaal langzaam
in.
Controleer of het waarschuwingslampje par-
keerrem en het lampje van de parkeerrem
doven.
■Inschakelen van de automatische
modus
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar omhoog getrokken tot-
dat een melding wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met Mu ltidrive CVT) of
het controlelampje auto EPB OFF
uitgaat (auto's met handgeschakelde
transmissie).
Als de automatische modus wordt inge-
schakeld, werkt de parkeerrem als
volgt.
Auto's met Multidrive CVT
Wanneer u de selectiehendel uit
stand P zet, wordt de parkeerrem
gedeactiveerd en doven het waar-
schuwingslampje parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem.
Parkeerrem
De parkeerrem kan automatisch of
handmatig worden geactiveerd en
gedeactiveerd.
In de automatische modus kan de
parkeerrem automatisch worden
geactiveerd of gedeactiveerd.
Zelfs in de automatische modus
kan de parkeerrem handmatig
worden geactiveerd of gedeacti-
veerd.
Bedieningsinstructies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 332 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
333
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
Wanneer u de selectiehendel in
stand P zet, wordt de parkeerrem
geactiveerd en gaan het waarschu-
wingslampje parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem branden.
Bedien de selectiehendel bij stilstaande
auto terwijl u het rempedaal intrapt.
De parkeerrem werkt mogelijk niet automa-
tisch als de selectiehendel snel verplaatst
wordt.
In dat geval moet de parkeerremschakelaar
worden bediend. ( →Blz. 332)
Auto's met handgeschakelde trans-
missie
Als de motor niet draait, wordt de par-
keerrem geactiveerd en gaan het waar-
schuwingslampje van de parkeerrem
en het lampje van de parkeerrem bran-
den.
■Uitschakelen van de automatische
modus
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar omhoog getrokken tot-
dat een melding wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met Mu ltidrive CVT) of
het controlelampje auto EPB OFF
gaat branden (auto's met handgescha-
kelde transmissie).
■Werking van parkeerrem
●Wanneer het contact niet AAN staat, kunt u
de parkeerrem niet met de schakelaar
deactiveren.
●Wanneer het contact niet AAN staat, is de
automatische stand (automatische active-
ring en deactivering remmen [auto's met
Multidrive CVT]) niet beschikbaar.
■Functie automatisch deactiveren par-
keerrem
De parkeerrem wordt automatisch gedeacti-
veerd wanneer u het gaspedaal langzaam
intrapt.
De parkeerrem wordt in de volgende situaties
automatisch gedeactiveerd:
●Het bestuurdersportier is gesloten
●De bestuurder draagt de veiligheidsgordel
●De selectiehendel staat in een vooruit- of
achteruitversnelling.
●Het motorcontrolelampje of het waarschu-
wingslampje van het remsysteem brandt
niet.
Als de functie voor het automatisch deactive-
ren niet werkt, deactiveer de parkeerrem dan
handmatig.
■Als “Parking Brake Temporarily
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedurende
korte tijd bediend wordt, zal het systeem de
werking beperken om oververhitting te voor-
komen. Gebruik de parkeerrem niet als dit
gebeurt. Na ongeveer 1 minuut zal de wer-
king weer normaal zijn.
■Als “Parking Brake Unavailable” (par-
keerrem niet beschikbaar) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de
melding niet verdwijnt nadat de schakelaar
een aantal keer is bediend, zit er mogelijk
een storing in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 333 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
334
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
■Werking van parkeerrem
●Afhankelijk van de stand van het con-
tact/de modus gaan het waarschuwings-
lampje van de parkeerrem en het lampje
van de parkeerrem branden en blijven ze
branden zoals hieronder beschreven:
AAN: Gaat branden totdat de parkeerrem
wordt gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15
seconden branden.
●Wanneer het contact UIT wordt gezet en
de parkeerrem geactiveer
d is, blijven het
waarschuwingslampje parkeerrem en het
lampje van de parkeerrem gedurende
ongeveer 15 seconden branden. Dit is nor-
maal en duidt niet op een storing.
■Bij een storing in de parkeerremschake-
laar
De automatische modus (automatisch active-
ren en deactiveren parkeerrem) wordt auto-
matisch ingeschakeld.
■Parkeren van de auto
→ Blz. 303
■Waarschuwingszoemer geactiveerde
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt
gereden terwijl de parkeerrem is geactiveerd.
“Parking Brake ON” (parkeerrem geacti-
veerd) wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
■Als het waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden
→ Blz. 663
■Gebruik in de winter
→ Blz. 507
WAARSCHUWING
■Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto achter.
De parkeerrem kan onbedoeld worden
gedeactiveerd en er bestaat het gevaar
dat de auto in beweging komt. Dit kan lei-
den tot een ongeval waarbij ernstig letsel
kan ontstaan.
■Parkeerremschakelaar
Plaats geen objecten in de buurt van de
parkeerremschakelaar.
Objecten kunnen de schakelaar hinderen
en er mogelijk toe leiden dat de parkeer-
rem onverwachts wordt bediend.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Voordat u de auto verlaat, moet u de par-
keerrem activeren, de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of in de neutraal-
stand (handgeschakelde transmissie) zet-
ten en ervoor zorgen dat de auto niet
beweegt.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer de waarschuwings-
meldingen.
■Wanneer de parkeerrem niet gedeac-
tiveerd kan worden door een storing
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin
kunnen worden beïnvloed en de onderde-
len van het remsysteem sneller slijten.
Laat, als dit gebeurt, de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 334 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM