105
1
COROLLA_TMUK_EE 1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
●De portieren worden ontgrendeld met de
sleutel of de mechanische sleutel.
●Iemand in de auto opent een portier, de
achterklep of de motorkap of ontgrendelt
de auto.
●De accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld. (
→Blz. 704)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de accu
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 105 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
212
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
*1: Deze instelling moet aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*2: Indien aanwezig
■Sleutel
Het vergrendelen en ontgrendelen van
de portieren met behulp van de sleutel
gaat als volgt:
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop
1 Ontgrendelen van alle portieren
Draaien en vasthouden om de ruiten*1 en
het panoramadak*1, 2 te openen.
2 Vergrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de ruiten*1 en het
panoramadak*1, 2 te sluiten.
*1: Deze instelling moet aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*2: Indien aanwezig
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met de
mechanische sleutel. ( →Blz. 701)
■Instellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Het is mogelijk om in te stellen welke portie-
ren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT.
2 Houd de toets of (indien
aanwezig) ingedrukt en houd tegelijker-
tijd de toets gedurende ongeveer 5
seconden ingedrukt als het controle-
lampje in de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer een
handeling wordt uitgevoerd, zoals hieronder
is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw
wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht u
ten minste 5 seconden en herhaalt u vervol-
gens stap 2.)
Voor auto's met een alarm: Om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt geactiveerd,
moet u de portieren ontgrendelen met de
afstandsbediening en een portier eenmaal
Multi-informatie-
display/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: één keer een belsignaal
Als u de portiergreep
van het bestuurders-
portier vasthoudt,
wordt alleen het
bestuurdersportier
ontgrendeld.
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier vast-
houdt, worden alle
portieren ontgren-
deld.
Exterieur: twee keer
een piepsignaal
Interieur: één keer een belsignaal
Als u een voorportier-
greep vasthoudt,
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 212 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
213
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
openen en sluiten als de instellingen zijn
gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden nadat
op is gedrukt geen portier wordt
geopend, worden de portieren weer vergren-
deld en wordt het alarm automatisch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. (
→Blz. 104)
■Feedbacksignalen
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de afstandsbedie-
ning. (Vergrendeld: één keer; ontgrendeld:
twee keer)
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de instapfunctie of
de afstandsbediening. (Vergrendeld: één
keer; ontgrendeld: twee keer)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de
ruiten en het panoramadak
* bediend worden.*: Indien aanwezig
■Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor
dat de auto weer automatisch wordt vergren-
deld.
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie of de afstandsbediening een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
■Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
op het oppervlak van de voorportier-
greep (auto's met Smart entry-systeem
en startknop)
Wanneer de portieren niet kunnen worden
vergrendeld als u de vergrendelsensor op het
oppervlak van de portiergreep met uw vinger aanraakt, raak dan de vergrendelsensor aan
met uw handpalm.
Als u handschoenen draagt, doe deze dan
uit.
■Zoemer centrale vergrendeling (auto's
met Smart entry-systeem en startknop)
Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met de instapfunctie of de
afstandsbediening wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5
seconden een zoemer. Sluit het portier volle-
dig om de zoemer uit te schakelen en ver-
grendel de portieren opnieuw.
■Alarm (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
( → Blz. 104)
■Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
(indien aanwezig) en de afstandsbedie-
ning beïnvloeden
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
→ Blz. 141
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
→ Blz. 229
■Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop (indien aanwezig) of de
afstandsbediening niet goed werkt
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
( → Blz. 642)
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
Gebruik de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen en ontgrendelen.
( → Blz. 701)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 213 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
220
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Van binnenuit openen en sluiten
van de achterklep
Houd de schakelaar ingedrukt.
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt
automatisch geopend en gesloten. Door op
de schakelaar te drukken terwijl de achter-
klep wordt geopend/gesloten, stopt de ach-
terklep met bewegen. Door nogmaals op de
schakelaar te drukken beweegt de achter-
klep in tegengestelde richting.
■Van buitenaf openen en sluiten
van de achterklep
Openen van de achterklep
Wanneer de achterklep is ontgrendeld: Druk
op de schakelaar achterklep openen.
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt
automatisch geopend. Druk op de schake-
laar terwijl de achterklep wordt geopend om
de beweging te stoppen.
Wanneer de achterklep is vergrendeld: Druk
terwijl u de elektronische sleutel bij u draagt
op de schakelaar achterklep openen.
De alarmknipperlichten knipperen twee keer
en de achterklep wordt automatisch
geopend. Druk op de schakelaar terwijl de
achterklep wordt geopend om de beweging
te stoppen.
Sluiten van de achterklep
Druk op de schakelaar.
Er klinkt een zoemer en de achterklep wordt
automatisch gesloten. Druk op de schake-
laar terwijl de achterklep wordt gesloten om
de beweging te stoppen. Door nogmaals op
de schakelaar te drukken beweegt de ach-
terklep in tegengestelde richting.
Sluiten van de achterklep en ver-
grendelen van alle portieren (functie
sluiten en vergrendelen)
Druk op de schakelaar.
Er klinkt een andere zoemer dan normaal en
de elektrisch bedienbare achterklep begint
automatisch te sluiten. Wanneer de achter-
klep is gesloten, worden alle portieren gelijk-
tijdig vergrendeld. Met feedbacksignalen
wordt aangegeven dat alle portieren zijn ver-
grendeld. Als op de schakelaar wordt
gedrukt terwijl de elektrisch bedienbare ach-
terklep bezig is te sluiten, stopt de achter-
klep met bewegen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 220 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
228
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Plaats van antenne (wagon)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd) (hat-
chback)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portiergrepen van de
voorportieren of de achterklep bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)
(wagon)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portiergrepen van de
voorportieren of de achterklep bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen op basis
van de weergegeven melding. ( →Blz. 672)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt
eenmaal gedurende 5 seconden
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 228 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
230
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren
staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( → Blz. 701)
Raadpleeg Blz. 701 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Op sommige uitvoeringen: Wanneer de
vergrendelactie is uitgevoerd met de ver-
grendelsensor, worden maximaal twee-
maal achter elkaar identificatiesignalen
getoond. Vervolgens worden geen identifi-
catiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 229)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 230 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
231
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
→ Blz. 723)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( →Blz. 229)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: → Blz. 701
●Starten van de motor: →Blz. 701
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 723)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( →Blz. 211, 701)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: →Blz. 701
●Uitzetten van de motor: →Blz. 322
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 231 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
323
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (Multidrive CVT) of het kop-
pelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) in te trappen. (De stand veran-
dert iedere keer dat op de knop wordt
gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden gebruikt.
2
ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3ON
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectie-
hendel niet in stand P staat en de motor
wordt uitgezet, wordt het contact niet UIT
maar in stand ACC gezet.
■Auto power off-functie
Multidrive CVT: Als het contact gedurende
meer dan 20 minuten in stand ACC staat of
gedurende meer dan een uur AAN staat
(zonder dat de motor draait) met de selectie-
hendel in stand P, schakelt het systeem het
contact automatisch UIT. Deze functie kan
echter niet geheel uitsluiten dat de accu ont-
laden kan raken. Laat het contact niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
Handgeschakelde transmi ssie: Als het con-
tact gedurende meer dan 20 minuten in stand
ACC staat of gedurende meer dan een uur
AAN staat (zonder dat de motor draait), scha-
kelt het systeem het contact automatisch UIT.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten
dat de accu ontladen kan raken. Laat het
contact niet gedurende langere tijd in stand
ACC of AAN staan zonder dat de motor
draait.
WAARSCHUWING
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de
motor opnieuw te starten nadat deze ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat deze ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld het koppelingspedaal in en
druk de startknop in.
Wijzigen van de standen van
het contact
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het
multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is het contact niet UIT. Verlaat de
auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 323 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM