563
5
COROLLA_TMUK_EE 5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
WAARSCHUWING
●Alvorens Bluetooth®-apparaten te
gebruiken, moeten gebruikers van
medische apparatuur anders dan geïm-
planteerde pacemakers, CRT-pacema-
kers en geïmplanteerde
hartdefibrillatoren contact opnemen met
de fabrikant of leverancier van deze pro-
ducten om te informeren of radiosigna-
len invloed uitoefenen op deze
apparatuur. Radiogolven kunnen onver-
wachte effecten hebben op de werking
van dergelijke medische apparatuur.
OPMERKING
■Bij het verlaten van de auto
Laat uw draagbare audiospeler of mobiele
telefoon niet achter in de auto. De tempe-
ratuur in de auto kan hoog oplopen, waar-
door uw draagbare audiospeler of mobiele
telefoon beschadigd kan raken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 563 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
608
COROLLA_TMUK_EE7-1. Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil met een vochtige,
zachte doek of synthetische zeem.
Veeg daarna het resterende vocht
van het leder af met een droge,
schone doek.
■Schoonmaken van de metaalaccenten
met satijnglans
De metalen delen hebben een oppervlak van
echt metaal. Deze moeten regelmatig worden
schoongemaakt. Als de vuile delen gedu-
rende langere tijd niet worden schoonge-
maakt, zal het schoonmaken moeilijker gaan.
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met
een zachte doek die is bevochtigd
met een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht
van het leder af met een droge,
schone doek. Laat de lederen bekle-
ding drogen in een geventileerde
ruimte in de schaduw.
■Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te
houden, raadt Toyota u aan het ten minste
twee keer per jaar schoon te maken.
OPMERKING
●Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte delen
van het interieur kunnen beschadigd
raken.
■Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om beschadiging en vroegtijdige
slijtage van lederen bek leding te voorko-
men:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer
vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water.
Water dat in contact komt met elektrische
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water
kan bovendien roest aan de carrosserie
veroorzaken.
■Bij het reinigen van de binnenzijde
van de voorruit (auto's met Toyota
Safety Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan. ( →Blz. 355)
■Schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit
●Gebruik geen ruitenreiniger om de ach-
terruit schoon te maken. Hierdoor kun-
nen de verwarmingsdraden en antenne
beschadigd raken. Veeg de ruit voor-
zichtig schoon met een doek en lauw
water. Veeg de ruit schoon in dezelfde
richting als de verwarmingsdraden en
antenne.
●Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden en de antenne.
Schoonmaken van de
metaalaccenten met
satijnglans
Schoonmaken van lederen
bekleding
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 608 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
670
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Controlelampje Brake Ho
ld-systeem in werking
■Controlelampje iMT
■Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoor-
baar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
■Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het
controlelampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het
rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcon-
trolelampje branden als de brandstoftank
geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank
onmiddellijk als deze leeg is. Het motorcon-
trolelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt
of de spanning tijdelijk daalt, kan het waar-
schuwingslampje van de elektrische stuurbe-
krachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: →Blz. 674, 685
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-systeem
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de iMT
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 670 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
672
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde waarschuwingsmel-
dingen verschillen mogelijk van de werkelijke
meldingen overeenkomstig de bedrijfscondi-
ties en voertuigspecificaties.
■Waarschuwingszoemer
Er klinkt mogelijk een zoemer wanneer er
een melding wordt weergegeven.
Mogelijk is de zoemer niet hoorbaar als de
auto zich in een lawaaierige omgeving
bevindt of als het volume van het audiosys-
teem hard staat.
WAARSCHUWING
●Auto's met bandenreparatieset: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er een
band lek is. Controleer de banden.
Repareer een lekke band met de ban-
denreparatieset.
●Vermijd plotselinge stuurbewegingen en
hard remmen.
De banden kunnen beschadigd raken,
waardoor u de controle over het stuur-
wiel of de remmen kunt verliezen.
■Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet meteen in
werking treedt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende merken,
anders werkt het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem mogelijk niet goed.
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven
Het multi-informatiedisplay waar-
schuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen,
of geeft meldingen over noodzake-
lijk onderhoud weer. Voer de juiste
corrigerende maatregelen uit wan-
neer er een melding wordt weerge-
geven.
Als een waarschuwingsmelding
weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende hande-
lingen, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als tevens een waarschuwings-
lampje gaat branden of knippert
terwijl er een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, tref dan
corrigerende maatregelen over-
eenkomstig het waarschuwings-
lampje. (→Blz. 663)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 672 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
704
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
5
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Open en sluit een van de
portieren terwijl het contact UIT
staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact
AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aanslui-
ten als de motor van uw auto aan-
geslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aan-
geslagen is, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als de motor is uitges chakeld. (Auto's met
Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de
motor is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem.)
●Schakel niet-noodzakelij ke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de accu volledig is
ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (→ Blz. 733)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen infor-
matie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt
veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het
effect van bepaalde elektrische apparatuur.
Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de accu ontladen en kan de auto moge-
lijk niet meer worden gestart. (De accu laadt
automatisch op tijdens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
accu
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Wanneer de accu is ontladen, is het
in sommige gevallen niet mogelijk om de
portieren te ontgrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Mogelijk start de motor niet bij de
eerste poging nadat de accu weer is opge-
laden, maar start hij wel normaal na de
tweede poging. Dit duidt niet op een sto-
ring.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: De stand van het contact wordt door
de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór
het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de
accu ontladen raakte.
●Auto's met Stop & Start-systeem: Na het
losnemen en weer aansluiten van de accu-
klemmen of nadat de accu is vervangen,
schakelt het Stop & Start-systeem gedu-
rende ongeveer 5 tot 60 minuten de motor
mogelijk niet automatisch uit.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 704 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
724
COROLLA_TMUK_EE9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere func-
ties. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instellingen die u met beh ulp van het scherm van het navigatie-/multimediasys-
teem kunt wijzigen (auto's me t navigatie-/multimediasysteem)
Instellingen die u met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel kunt
wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota- dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = bes chikbaar, — = niet beschikbaar
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay ( →Blz. 108, 113, 117, 123)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Functie*1Standaardinstel-
lingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Ta a l*2Engels*3—O—
Eenheden*2l/100 kmkm/l—O—mijlen (MPG)*4
Weergave snelheidsmeter*5AnaloogDigitaal—O—Digitaal+*4
ECO-controlelampje*4AanUit—O—
Weergave brandstofverbruik
Totaal gemiddelde
(gemiddeld brand-
stofverbruik [sinds resetten])
Ritgemiddelde (gemid-
deld brandstofverbruik [sinds starten])
—O—Gemiddelde per tank-
beurt (gemiddeld brand- stofverbruik [sinds
tanken])
Audiosysteemgekoppeld dis-
play*4AanUit—O—
Type rij-informatieSinds startenSinds resetten—O—
Rij-informatie-items (eerste
item)AfstandGemiddelde rijsnelheid—O—Verstreken tijd
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 724 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
725
9
COROLLA_TMUK_EE 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
*1: Voor meer informatie over elke functie:
→Blz. 123
*2: De standaardinstelling verschilt per land.
*3: Arabisch, Spaans, Russisch, Frans, Duits, Ita liaans, Nederlands, Turks, Pools, Hebreeuws,
Noors, Zweeds, Deens, Oekraïens, Fins, Grie ks, Tsjechisch, Portugees, Roemeens, Slo-
waaks, Hongaars, Vlaams
*4: Indien aanwezig
*5:7 inch display
■Head-up display* ( → Blz. 130)
*: Indien aanwezig
■Portierslot ( →Blz. 211, 216, 700)
Rij-informatie-items (tweede
item)Verstreken tijdGemiddelde rijsnelheid—O—Afstand
Pop-updisplayAanUit—O—
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Head-up displayAanUit—O—
Informatie van instrumenten-
paneelToerentellerECO-indicator*
—O—Geen inhoud
Routebegeleiding naar
bestemming/straatnaam*AanUit—O—
Weergave ondersteunend sys-
teemAanUit—O—
Kompas*AanUit—O—
Status bediening audiosys-
teem*AanUit—O—
FunctieStandaardinstel-lingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Ontgrendelen met de sleutel
Alle portieren in
één keer ontgren- delenBestuurdersportier ont-grendelen in één keer, overige portieren in
twee keer
——O
Functie*1Standaardinstel- lingPersoonlijke voorkeurs- instelling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 725 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
739
COROLLA_TMUK_EEAlfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave ............................................ 127
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave ............... 127, 130
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 46
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 501 Waarschuwingslampje ...................... 665
ACA (Active Cornering Assist) ............ 502
Accessoireaansluiting ......................... 595
Accu Accu controleren ............................... 620
Als de accu ontladen is ..................... 702
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 507
Waarschuwingslampje ...................... 664
Achterklep ............................................. 216
Achterlichten Lampen vervangen ........................... 648
Lichtschakelaar ................................. 337
Achterruitenwisser ............................... 351
Achterruitverwarming Achterruit ................................... 568, 573
Buitenspiegels ........................... 568, 573
Voorruit ...................................... 568, 573
Achterstoelen ....................................... 285 Hoofdsteunen .................................... 287
Stoelverwarming ............................... 578
Achteruitrijlicht Lampen vervangen ........................... 648
Actieradius .................................... 125, 126
Active Cornering Assist (ACA)............ 502
Actueel brandstofverbruik................... 125
Adaptive High Beam-systeem ............. 343
Afdekplaat ............................................. 587
Afmetingen............................................ 712
Afstand .................................................. 127
Afstand tot de motorolie
moet worden ververst ............... 114, 120
Afstandsbediening Batterij vervangen ............................. 642
Energiebesparende functie ............... 229
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 140 Airbags
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 46
Airbags................................................ 37
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags ............................................. 41
De juiste houding achter het stuur ...... 31
Plaats van airbags .............................. 37
Voorwaarden voor activering curtain airbags .................................. 39
Voorwaarden voor activering side airbags ...................................... 39
Voorwaarden voor activering van airbags ....................................... 39
Voorwaarden voor activering van
de side airbags en curtain airbags ... 39
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ................................... 41
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags .................................. 41
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 41
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............................. 41
Waarschuwingslampje SRS.............. 664
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags ....................................... 44
Airconditioning Automatische airconditioning ............ 571
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus
voorstoel (S-FLOW-modus) ........... 576
Handmatig bediende
airconditioning ................................ 566
Interieurfilter ...................................... 640
Alarm
Alarm ................................................ 104
Waarschuwingszoemer..................... 663
Alarmknipperlichten ............................ 654
Antennes (Smart entry-systeem
met startknop) ........................... 227, 228
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 501
Waarschuwingslampje ...................... 665
Antidiefstalsysteem Alarm ................................................ 104
Startblokkering .................................... 86
Supervergrendeling .......................... 103
Armsteun .............................................. 601
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 739 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM