Bedienen
Geopende portieren, motorkap en achter-
kl ep
Na ont
grendeling van de auto en tijden het
rijde toont het display van het instrumenten-
paneel of een van de portieren, motorkap of
achterklep openstaan; in dat geval klinkt ook
een akoestisch signaal. Afhankelij van de uit-
voering van het instrumentenpaneel, kan de
voorstelling variëren.
Keuzehendelstanden (versnellingsbak
met 2-voudige koppeling DSG ®
)
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt
zowel naast de keuzehendel als op het dis-
play van het instrumentenpaneel aangege-
ven. Als de hendel zich in stand D/S of in
stand Tiptronic bevindt, wordt op het display
van het instrumentenpaneel de ingeschakel-
de versnelling getoond.
Buitentemperatuurmeter
Indien de buitentemperatuur lager is dan on-
geveer +4 °C (+39 °F), gaat in de indicator
buitentemperatuur daarnaast ook het "ijskris
talsymbool" L. Dit symbool blijf branden tot de buitentemperatuur hoger is +6 °C
(+43 °F) ››› .
Al s de w
agen stilstaat met ingeschakelde in-
terieurvoorverwarming of met zeer lage snel-
heid rijdt kan de weergegeven temperatuur
door stralingswarmte van de motor iets hoger
zij dan de werkelij e buitentemperatuur. Het meetbereik varieert tussen -40 °C
(-50 °F) en +50 °C (+122 °F).
Aanbev
olen versnelling
Tijden het rijde kan op het display van het
instrumentenpaneel de aanbevolen versnel-
ling worden getoond om brandstof te bespa-
ren ››› pag. 269.
Kilometerteller
De totale kilometerteller registreert de totaal
afgelegde afstand van de wagen.
De dagteller ( t r i p ) geeft het aantal afgeleg-
de kilometer aan sinds de laatste reset.