230
PEUGEOT Connect Nav
Druk op "Voertuig-apps" om de startpagina van
de apps te openen.
Internet-browser
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functie
"Connected-apps" te openen.
Druk op "Connected-apps" om de startpagina
van de browser te openen.
Selecteer het land waar u woont.
Druk op "OK" om uw keuze op te slaan
en de browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via
een van de netwerkverbindingen van de
auto of van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de smartphone om
te kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn
ingeschakeld, en de smartphone moet
zijn ingesteld op "zichtbaar voor alle
apparaten".
Controleer of de door de smartphone en het
systeem weergegeven code identiek zijn om het
koppelen, met wat voor methode dan ook (via de
smartphone of via het systeem), te voltooien.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de smartphone de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de smartphone te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding ".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
smartphones weergegeven.
Selecteer in de lijst de naam van de
gekozen smartphone.
Afhankelijk van het type smartphone, wordt u gevraagd om de overdracht van
uw contacten en berichten goed te keuren.
Verbinding delen
De smartphone kan via 3 verschillende profielen
via het systeem worden verbonden:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de smartphone afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online
navigatie (wanneer voor de auto geen
"noodoproep of pechhulpoproep"-diensten
beschikbaar zijn), nadat eerst het delen van
de verbinding van de smartphone is
geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad " Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand
te brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding
delen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het
systeem.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen ".
Selecteer het tabblad " Activering" om Wi-Fi-
verbinding delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad " Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het
systeem te wijzigen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om alle systemen te beschermen tegen
niet-geautoriseerde toegang en om deze
zo goed mogelijk te beveiligen, wordt het
233
PEUGEOT Connect Nav
12Schakel "FM-DAB" in of uit.
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK".
Als "FM-DAB automatisch volgen" is geactiveerd, kan er een onderbreking
van een paar seconden zijn wanneer het
systeem schakelt naar "FM"-analoge radio,
en in sommige gevallen kan het volume
veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale
signaal weer goed is, schakelt het systeem
automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is als
FM-zender (de optie " FM-DAB" wordt grijs
weergegeven), of als "DAB/FM automatisch
volgen" niet is geactiveerd, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de
USB-poort, of sluit het USB-apparaat via
een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poort
aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt
ingeschakeld of wanneer er een USB-
geheugenstick wordt ingestoken, worden de
afspeellijsten bijgewerkt. Het audiosysteem
slaat deze lijsten op, zodat deze sneller worden
geladen wanneer ze niet gewijzigd zijn.
AUX-aansluiting (AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-
speler, enz.) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (op een hoog geluidsniveau). Stel
dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN ".
Selecteer de geluidsbron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering/afhankelijk van het land.
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
De video kan alleen via het touchscreen
worden bediend.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN ".
Selecteer Video om de video te starten.
Druk om de USB-geheugenstick te
verwijderen op de pauzetoets om de
video te stoppen en verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden met de
indelingen MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-
1, H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo
afspelen.
Streaming via Bluetooth®
Met streaming kunt u via uw smartphone naar
audio luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden
geactiveerd.
234
PEUGEOT Connect Nav
Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het
audiosysteem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het
zijn dat u het afspelen van de audio moet starten
via de smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of
via de aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums
/ genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De standaardindeling is de indeling per
artiest. Om dit te veranderen moet u terug
naar het eerste niveau in de structuur en
kiest u een andere indeling (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig uw keuze voordat u
in de structuur weer afzakt naar het gewenste
nummer. De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten en Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel
wordt niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de
bedieningstoetsen van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet
door het systeem worden herkend, moeten met
een kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug
worden aangesloten of via Bluetooth-streaming
worden gekoppeld (indien compatibel).
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wma", ".aac",
".flac", ".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen
32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.)
kunnen niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen
te kiezen van maximaal 20 tekens die geen
speciale tekens bevatten (zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel
voor het draagbare apparaat te
gebruiken.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de telefoon om te
kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn
ingeschakeld, en de telefoon moet zijn
ingesteld op "zichtbaar voor alle apparaten"
(in de telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit
vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan:
controleer of de door de telefoon en het systeem
weergegeven code identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de
lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
– "Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
– "Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online
235
PEUGEOT Connect Nav
12Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de
lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online
navigatie nadat eerst verbinding delen via de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u
gevraagd om de overdracht van uw contacten en
berichten goed te keuren.
De mogelijkheid van het systeem om
maar één profiel te koppelen hangt af
van de telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het
laatst verbinding is gemaakt, terugkomt in
uw auto wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na
het inschakelen van het contact automatisch
verbinding gemaakt met de telefoon (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten
of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in
de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
241
PEUGEOT Connect Nav
12Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken.
►
Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
U kunt op de website van het merk (
diensten) controleren of uw telefoon compatibel
is.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar
.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen,
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
. U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
SIM-kaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen SMS-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen geen SMS-
berichten naar het systeem worden verzonden.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
243
Trefwoordenregister
12V-accu 154, 175–176
A
Aanhanger 81, 146
Aanhangergewichten
185–187
Aansluiten MirrorLink
208–209, 229
Aansluiting 12 V
49–50
Aansluiting 220 V
51
ABS
79
Accessoires
75, 99
Accu
149, 175, 177
Accu laden
176–177
Achterbank
48
Achterdeuren
29–31
Achterklep
29–30, 32
Achterlichten
171
Achterportierruiten
41
Achterruitverwarming
45, 63
Achteruitrijcamera
113, 137
Achteruitrijlicht
171
Actief dodehoekbewakingssysteem
134
Actieradius AdBlue
153
Active Safety Brake
126–128
Adaptieve cruise control met Stop-functie
11 6
Adaptieve snelheidsregelaar
122
AdBlue®
155
AdBlue® bijvullen
157
AdBlue®-reservoir
157
Advanced Grip Control
81–82
Afmetingen
181
Afstandsbediening 24–29, 31, 96
Afstellen van de koplamphoogte
71
Afzetten van de motor
97, 99
Airbags
86, 88–89, 91
Airbags vóór
87–88, 91
Airconditioning
58, 61
Airconditioning (handbediend)
59, 62
Airconditioning met gescheiden regeling
62
Alarmknipperlichten
79
Alarmsysteem
38–40
Algemeen menu
190
Allesdragers
149–150
Android Auto verbinding
229
Antiblokkeersysteem (ABS)
79–80
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
25
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling
80, 82
Apple®-speler
195, 207, 234
Apple CarPlay verbinding
209, 228
Apps
229
Armleuning
43
Armleuning vóór
49
Audiokabel
233
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
60
Automatische ruitenwissers
72, 74
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
100, 104–108, 110, 155
Automatisch inschakelen verlichting
68, 70
Automatisch noodremsysteem
126–128
AUX-aansluiting
194, 207, 233B
Banden 155, 188
Banden oppompen
155, 188
Bandenreparatieset
161
Bandenspanning
155, 163, 167, 188
Bandenspanningscontrole (met set)
161, 163
Bandenspanning te laag (detectie)
11 0
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij
32–33, 65
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
32
Bediening autoradio aan
stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen
aan stuurkolom
190, 202, 217
Bekerhouder
49
Beladen
53, 149
Benzinemotor
151, 185
Bijvullen AdBlue®
153, 157
Binnenspiegel
46
BlueHDi
153, 160
Bluetooth
(handsfree set)
196–197, 210–211, 234–235
Bluetooth (telefoon)
210–211, 234–236
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
199
Bluetooth-
verbinding
197, 210–211, 230, 234–236
Boordcomputer
22–23
Boordgereedschap
160–161
Brandstof
7, 143
Brandstofadditief
153–154
Brandstofniveaumeter
143–144
247
Trefwoordenregister
R
Radar (waarschuwingen) 11 2
Radio
191–192, 205, 207, 231–232
Radiozender
191, 205, 231–232
RDS
205, 232
Regeling luchtopbrengst ~
Aanjager, regeling
60
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling
60
Regelmatige controles ~ Controles
154–155
Regelmatig onderhoud
113, 154
Regeneratie roetfilter
154
Reinigen (adviezen)
158–159
Rembekrachtigingsysteem
79–80
Remblokken
155
Remlichten
171
Remmen
155
Remschijven
155
Remvloeistof
153
Reservewiel
111, 155, 160–161, 164–165, 167
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
153
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
111
Richtingaanwijzers
68, 68–69, 68–69,
168, 170–171, 171
Rijadviezen
7, 95
Rijden
95
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
11 2
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
11 2
Rijstrookcontrolesystemen
79–80
Rijverlichting
67
Roetfilter 153–154
Ruitensproeier achter
72
Ruitensproeiers vóór
72
Ruitenwisser achter
72
Ruitenwisserbladen (vervangen)
73
Ruitenwisserbladen vervangen
73
Ruitenwissers
71, 74
Ruitenwisserschakelaar
71–72, 74
Ruitenwissers vóór
72
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
44
Schakel sneeuwketting
145
Schuifdeuren
36
SCR (Selective Catalytic Reduction)
155
SCR-systeem
155
Selectiehendel automatische
transmissie ~ Schakelen
automatische versnellingsbak
105–108
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak
104–105
Selectieve ontgrendeling
26, 28
Sensoren (waarschuwingen)
11 3
Serienummer auto
188
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
160–164
Sierdeel
167
Signalering onoplettendheid
134–135
Sjorogen 52
Sleepoog
179
Slepen
178
Slepen van een auto
178–180
Sleutel
24–25, 27–29, 31
Sleutel met afstandsbediening
29–30
SMS
237
Sneeuwkettingen
111, 145
Snelheidsbegrenzer
116–119, 126
Snelheidslimietherkenning
114–115
Snelheidsregelaar
116, 119, 121–122, 125–126
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
11 6
Soort lamp
168
Spaarfase
149
Sproeiers, verwarmd
62
Starten
175
Starten dieselmotor ~
Dieselmotor starten
143
Starten van de auto
98, 100, 105–108
Starten van de motor
97
Steunstang voor lange voorwerpen
37
Stickers
159
Stickerset
159
Stilzetten van de auto
99–100, 105–108
Stoelen achter ~ Achterbank
42, 46, 48, 90
Stoelen verstellen
43
Stoelverwarming
44
Stop & Start
23, 59, 62, 109–110,
143, 150, 154, 175, 178
Streaming audio Bluetooth
195, 207, 233
Stuurwiel (verstellen)
45