229
In geval van pech
8Loskoppelen
Voorkom onherstelbare schade en
koppel altijd los volgens de aangegeven
stappen!
►
Koppel de de minpool (-)
van de achterste
accu los met de zwarte aansluiting met
snelkoppeling.
► Koppel de de pluspool (+) van de voorste
accu los door de rode klem los te koppelen: •
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem B te ontgrendelen.
•
Beweeg de accupoolklem B
omhoog om
hem te verwijderen.
Vastkoppelen
Voorkom onherstelbare schade en
koppel altijd vast volgens de aangegeven
stappen!
► Koppel de de pluspool (+) van de voorste
accu vast door de rode klem vast te koppelen: •
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.
•
Plaats de geopende accupoolklem B
op de
pluspool (+).
•
Druk de accupoolklem B
volledig omlaag.
•
Beweeg de hendel A
omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
►
Koppel de de minpool (-)
van de achterste
accu vast met de zwarte aansluiting met
snelkoppeling.
Na het aansluiten van de kabels
Als de accukabels weer zijn aangesloten,
moet u het contact aanzetten en vervolgens 1
minuut wachten voordat u de motor start, zodat
de elektronische systemen kunnen worden
geïnitialiseerd.
Bij een auto met rechtse besturing
waarvan de kilometerteller de 100 km
heeft bereikt, moet u ongeveer 15 minuten
wachten voordat u de motor start.
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Aan de hand van het desbetreffende hoofdstuk
moet u bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Afstandsbediening of elektronische sleutel
(afhankelijk van de uitvoering).
–
Schuif-/kanteldak en elektrisch zonnescherm.
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.
Slepen van de auto
U kunt de auto laten slepen door een andere
auto of een andere auto slepen met behulp van
het afneembaar mechanisme.
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
kabels, touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
265
PEUGEOT Connect Radio
11de toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op "Gesprekkenlijst".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
De beltoon instellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Volume beltoon: " om de
volumebalk weer te geven.
Druk op de pijlen of verplaats de
schuifbalk om het volume van de beltoon
in te stellen.
Configuratie
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeensch.prof.".
Druk op deze toets om een profielnaam in
te voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Druk op deze toets om het profiel te
activeren.
Druk nogmaals op de pijl Terug om te
bevestigen.
Druk op deze toets om het geselecteerde
profiel te resetten.
Helderheid instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op Lichtsterkte .
Verplaats de schuifbalk om de helderheid
van het scherm en/of het
instrumentenpaneel (afhankelijk van de
uitvoering) in te stellen.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Configuratie" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Systeemconfiguratie".
Druk op het tabblad " Eenheden" om de
eenheden voor afstand, brandstofverbruik en
temperatuur te wijzigen.
Druk op het tabblad " Fabrieksparameters " om
de begininstellingen te herstellen.
Als het systeem wordt teruggezet op de fabrieksinstellingen, wordt Engels als taal
ingesteld (afhankelijk van de uitvoering).
Druk op het tabblad " Systeeminfo" om de
versie van de verschillende in het systeem
geïnstalleerde modules te controleren.
Druk op het tabblad " Privacy",
of
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Privacy " om de
privégegevensmodus in of uit te
schakelen.
Schakel het volgende in of uit:
–
"Niet delen (gegevens, locatie van de
auto)".
–
"Alleen gegevens delen"
–
"Gegevens en locatie van de auto delen "
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Configuratie" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Schermconfig.".
267
PEUGEOT Connect Radio
11De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Ik kan sommige opgeslagen radiozenders in
de lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd.
►
Druk op de ronde pijl op het tabblad "Lijst"
van het scherm "Radio".
Sommige zenders sturen in plaats van een
naam andere informatie mee (bijv
. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.
►
Druk op de ronde pijl op het tabblad "Lijst"
van het scherm "Radio".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick. Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken.
►
Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
Controleer op de website van het merk
(diensten) of de telefoon compatibel is.
Android
Auto en CarPlay werken niet. Android Auto en CarPlay worden niet
ingeschakeld wanneer de USB-kabels van
slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar
.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen,
enz.).
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
291
PEUGEOT Connect Nav
12Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de verdeling van
geluid in het passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de
profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeenschappelijk profiel".
Druk op deze toets om een profielnaam in
te voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe
te voegen.
Steek een USB-geheugenstick met
daarop de foto in de USB-poort.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven
voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de
instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een
vierkante vorm, het systeem past de
oorspronkelijke vorm van de foto aan dit
vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde
profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om " Audio-
instellingen " hieraan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer vervolgens " Equalizer", "Verdeling";
"Geluid ", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen van het
geselecteerde profiel op te slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
Schakel Automatische tekstweergave
in of uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid
van het scherm en/of het
instrumentenpaneel in te stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemparameters".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor
afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Selecteer "Fabrieksparameters " om de
begininstellingen te herstellen.
Wanneer de "Fabrieksparameters" van
het systeem worden hersteld, worden
Engels en graden Fahrenheit ingesteld en
wordt zomertijd uitgeschakeld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in
het systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
De datum instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum ".
294
PEUGEOT Connect Nav
Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken.
►
Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
U kunt op de website van het merk (
diensten) controleren of uw telefoon compatibel
is.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar
.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen,
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
. U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
SIM-kaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen SMS-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen geen SMS-
berichten naar het systeem worden verzonden.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
300
Trefwoordenregister
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
90, 195
Niveaus controleren
194–195
Niveaus en controles
193–195
Noodbediening achterklep
39
Noodbediening portieren
34–35
Noodoproep ~ Urgence-oproep
94–95
Noodprocedure afzetten van de motor
126
Noodprocedure starten
126, 224
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS)
97, 159
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
97
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
22
O
Oliefilter 196
Oliefilter (vervangen)
196
Olieniveau
18, 194
Oliepeilstok
18, 194
Olieverbruik
194
Onder de motorkap ~ Motorruimte
192–193
Onderhoud
198
Onderhoud (adviezen)
180, 201
Onderhoudsadviezen
180, 201
Onderhoudscontroles
17, 196
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator
17, 21
Ontdooien
69
Ontgrendelen
30, 32
Ontgrendelen achterklep 30, 32
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte
ontgrendelen
30, 32
Ontgrendelen portieren ~ Portieren
ontgrendelen
34
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
34
Ontluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten
203
Ontwasemen
69
Ontwasemen achter
69
Ontwasemen achter ~
Achterruitverwarming
70
Ontwasemen voor
69
Op afstand bedienbare
functies
27–28, 70, 184–185
Opbergvak
71, 82
Opbergvakken
71, 73–74, 76–78, 77, 82
Opbergvakken portieren
71
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
32, 39
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
192
Openen portieren ~ Portieren openen
32, 38
Openen ruiten ~ Ruiten openen
30
Oplaadbaar
hybridesysteem
5, 27, 125, 136, 180
Opschakelindicator
137
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
239
Overzicht van het verbruik
27–28
Overzicht zekeringen ~
Zekeringentabel
219, 222P
Panoramisch schuifdak 44–46
Park Assist
173–175
Parkeerhulp achter
167
Parkeerhulp achter met grafische weergave
en geluidssignalen
167
Parkeerhulpsystemen (algemene
adviezen)
141
Parkeerhulp vóór
168
Parkeerlichten
84–85, 85, 216–217
Persoonlijke instellingen
10
Plafonniers
75
Portieren
38–39
Portieren sluiten
32–33, 39
Profielen
265, 291
Programmeerbare verwarming
28, 70
Pyrotechnische gordelspanners
104
R
Radar (waarschuwingen) 141
Radio
244–245, 258, 260, 284–285
Radiozender
244, 258, 284–285
RDS
258, 285
READY (verklikkerlampje)
192
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)
134
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling
67–68
301
Trefwoordenregister
Regeling luchtverdeling ~
Luchtverdeling
64, 67–68
Regelmatige controles ~ Controles
196–197
Regelmatig onderhoud
142, 196
Regeneratie roetfilter
196
Reinigen (adviezen)
180, 201–202
Rembekrachtigingsysteem
96–97
Remblokken
197
Remlichten
217
Remmen
197
Remmen
134
Remschijven
197
Remvloeistof
195
Reservewiel
197, 204–206, 210–212
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
195
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
140
Resetten van het traject
23
Richtingaanwijzers
84, 84–85, 84–85,
216, 216–218, 216–217
Rijadviezen
7, 121–122
Rijden
47–48, 121–122
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
141
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
141
Rijstrookcontrolesystemen
96–97
Rijverlichting
83
Roetfilter
195–196
Ruitensproeier achter
90
Ruitensproeiers
90
Ruitensproeiers vóór
89
Ruitenwisser achter
90
Ruitenwisserbladen (vervangen)
90–91Ruitenwisserbladen vervangen 90–91
Ruitenwissers
88, 91–92
Ruitenwisserschakelaar
88, 90–92
Ruitenwissers vóór
89, 91
S
Schakelaar 123–124
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
51–52
SCR (Selective Catalytic Reduction)
20, 198
SCR-systeem
20, 198
Selectiehendel
130–134
Selectiehendel automatische transmissie ~
Schakelen automatische versnellingsbak
131
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak
129
Sensoren (waarschuwingen)
142
Serienummer auto
241
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
204–207, 209
Sfeerverlichting
22, 75
Signalering onoplettendheid
160–161
Skiluik
76
Slepen
229, 231–232
Slepen van de auto
230
Slepen van een auto
229, 231–232
Sleutel
29, 31, 34–35
Sleutel met afstandsbediening
29, 122–123
Sleutel niet herkend
126
Smartphone
27–28, 70, 184–185
SMS 290
Sneeuwkettingen
139, 190–191
Sneeuwscherm
191
Sneeuwschermen
191
Snelheidsbegrenzer
142–147
Snelheidslimietherkenning
143–144
Snelheidsregelaar
142–145, 147–149
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
144–145
Snelmenu's
26
Spaarfase
192
Sport-stand
136
Starten
224
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
178
Starten van de auto
123–124, 130–133
Starten van de motor
123, 125
Stickers
202
Stickerset
202
Stilzetten van de auto
123–125, 130–133
Stoelen achter ~ Achterbank
55–62, 108
Stoelen verstellen
48, 50, 56–58
Stoelopstellingen
61
Stoelverwarming
51–52
Stop & Start
24, 63, 69, 137–139,
178, 192, 196, 227
Streaming audio Bluetooth
248, 260, 286
Stuurkolomschakelaars
130–133
Stuurwiel (verstellen)
52
Supervergrendeling
30, 33
Synchroniseren afstandsbediening
36
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
36