233
PEUGEOT Connect Nav
12Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
Wanneer u lang op een punt drukt, wordt
een lijst met POIs geopend.
Naar GPS-coördinaten
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen
te gaan.
Raak het scherm met een vinger aan om naar
het volgende afbeelding te gaan.
Druk op deze toets om de wereldkaart weer te geven.
Selecteer, met behulp van het raster, het
gewenste land of de gewenste regio door hierop
in te zoomen.
Druk op deze toets om de GPS-coördinaten weer te geven of in te voeren.
Er wordt een markeerpunt weergegeven in het midden van het scherm, met de
coördinaten " Breedtegraad " en "Lengtegraad".
Selecteer de soort coördinaten:
GMS voor: Graden, Minuten, Seconden.
GD voor: Graden, Decimalen.
Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
OF
Druk op deze toets om de "Breedtegraad "-gegevens via het virtuele
toetsenbord in te voeren.
En
Druk op deze toets om de "Lengtegraad"-gegevens via het virtuele
toetsenbord in te voeren.
TMC (Traffic Message
Channel)
In bepaalde landen beschikbaar.
TMC (Traffic Message Channel)-berichten
worden gebaseerd op een Europese standaard
voor het uitzenden van verkeersinformatie
via het RDS-systeem op FM-radio, waarbij
verkeersinformatie in realtime wordt
uitgezonden.
De door deze TMC-berichten doorgegeven
locaties worden vervolgens weergegeven op een
GPS-navigatiekaart, en onmiddellijk verwerkt in
de aanwijzingen van het navigatiesysteem zodat
ongevallen, files en wegafsluitingen vermeden
kunnen worden.
Waarschuwingen voor gevarenzones
kunnen al dan niet worden weergegeven,
afhankelijk van de betreffende wetgeving en
op het hebben van een abonnement op de
betreffende dienst.
Online navigatie
Afwerkingsniveau en abonnement op online diensten en opties, afhankelijk van de uitvoering.
Verbinding voor online
navigatie
Netwerkverbinding via het systeem
van de auto
Wanneer u de Peugeot Connect Packs gebruikt, wordt het systeem automatisch
verbonden met het internet en de aangesloten
diensten. In dat geval, hoeft er geen verbinding
via een smartphone te worden gemaakt.
OF
Netwerkverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
Ga naar de landelijke website van het
merk voor een overzicht van geschikte
smartphones.
Schakel het toestel in en voer de instellingen in
voor het delen van de internetverbinding van de
smartphone.
Omdat technologie niet stilstaat, raden
wij aan om het besturingssysteem van
de smartphone en de datum en de tijd op
239
PEUGEOT Connect Nav
12Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand
te brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding
delen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het
systeem.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen ".
Selecteer het tabblad " Activering" om Wi-Fi-
verbinding delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad " Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het
systeem te wijzigen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om alle systemen te beschermen tegen
niet-geautoriseerde toegang en om deze
zo goed mogelijk te beveiligen, wordt het
gebruik van een complexe beveiligingscode
of een wachtwoord aanbevolen.
Verbindingen beheren
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding beheren ".
Via deze functie kunt u zien welke online
diensten u gebruikt en welke beschikbaar zijn,
en kunt u de verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Frequentie".
Druk op een van de toetsen om
automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Zenderlijst" op het
vervolgscherm.
Druk op "Frequentie".
Voer de frequentie in via het virtuele
toetsenbord.
Voer eerst de eenheden in, en klik dan op het
veld voor decimalen om de waarden achter het
decimale punt in te voeren.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door het merk is
goedgekeurd, zoals een USB-lader die is
aangesloten op de 12 V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit
fenomeen is heel normaal bij de transmissie
van radiogolven, en geven in geen geval een
defect van het audiosysteem aan.
Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.
(zie de desbetreffende rubriek).
Druk op "Voorkeuzezenders".
Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan lang ingedrukt.
240
PEUGEOT Connect Nav
De frequentieband wijzigen
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk, om de frequentieband te wijzigen, op
"Band…" rechtsboven op het scherm.
RDS inschakelen/
uitschakelen
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de
radio steeds naar de sterkste frequentie van een
zender, zodat u ernaar kunt blijven luisteren.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het kan zijn dat het volgen van een
RDS-zender niet in het hele land
beschikbaar is, omdat veel radiozenders geen
dekking hebben in het hele land. Daardoor
kan de zender tijdens het rijden wegvallen.
Tekstberichten weergeven
De functie "Radio-tekstberichten" toont
informatie die door de radiozender wordt uitgezonden en die betrekking heeft op de
zender, of op het nummer wat op dat moment
wordt afgespeeld.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen ".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Weergeven radiotekst " in of
uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Verkeersinformatie (TA)
beluisteren
De functie TA (Traffic Announcement) geeft
voorrang aan het luisteren naar berichten
met TA-verkeersinformatie. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede ontvangst
van een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra een verkeersinformatiebericht
wordt uitgezonden, wordt de huidige
geluidsbron automatisch onderbroken voor het
TA-verkeersinformatiebericht. Zodra dit bericht
is afgelopen, wordt het afspelen van de vorige
media hervat.
Selecteer "Berichten".
Schakel "Verkeersinfo " in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio
Digitale radio biedt een betere geluidskwaliteit.
De verschillende "multiplex/bundels" bieden
keuze uit radiozenders die op alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk rechtsboven op het scherm op "Band…"
om de "DAB"-frequentieband weer te geven.
FM-DAB volgen
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt u
met "FM-DAB automatisch volgen" dezelfde
zender blijven beluisteren omdat het systeem
automatisch overschakelt op de desbetreffende
analoge FM-zender (indien beschikbaar).
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
241
PEUGEOT Connect Nav
12Selecteer "Radioinstellingen".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "FM-DAB" in of uit.
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK".
Als "FM-DAB automatisch volgen" is geactiveerd, kan er een onderbreking
van een paar seconden zijn wanneer het
systeem schakelt naar "FM"-analoge radio,
en in sommige gevallen kan het volume
veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale
signaal weer goed is, schakelt het systeem
automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is als
FM-zender (de optie " FM-DAB" wordt grijs
weergegeven), of als "DAB/FM automatisch
volgen" niet is geactiveerd, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de USB-poort, of sluit het USB-apparaat via
een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poort
aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt
ingeschakeld of wanneer er een USB-
geheugenstick wordt ingestoken, worden de
afspeellijsten bijgewerkt. Het audiosysteem
slaat deze lijsten op, zodat deze sneller worden
geladen wanneer ze niet gewijzigd zijn.
AUX-aansluiting (AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (op een hoog geluidsniveau). Stel
dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN ".
Selecteer de geluidsbron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering/afhankelijk van het land.
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
De video kan alleen via het touchscreen
worden bediend.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN ".
Selecteer Video om de video te starten.
Druk om de USB-geheugenstick te
verwijderen op de pauzetoets om de
video te stoppen en verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden
met de indelingen MPEG-4 Part 2,
248
PEUGEOT Connect Nav
- kan het zijn dat de diensten niet in het
systeemmenu zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven.
De POI's zijn niet geselecteerd.
► Stel het zoomniveau in op 200 m, of selecteer de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het
volume is te laag.
► Activeer het geluidssignaal in het menu "Navigatie", en controleer het spraakvolume in
de audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor.
De route-instellingen houden geen rekening met
de actuele verkeersinformatie.
► Configureer de functie "Verkeersinformatie" in de lijst met route-instellingen (geen, handmatig
of automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een
"Gevarenzone" die niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar
kondigt ook alle "Gevarenzones" aan. Deze
worden met een driehoek vóór het pictogram
van de auto weergegeven. Het kan zijn dat het
systeem waarschuwt voor "Gevarenzones" op
dichtstbijzijnde of parallelwegen.
► Zoom in op de kaart om de precies locatie van de "Gevarenzone" te bekijken. U
kunt "Op de route" selecteren zodat u geen waarschuwingen meer ontvangt. Ook kunt u de
duur van de waarschuwing beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.
Na het opstarten kan het een paar minuten
duren voordat het systeem verkeersinformatie
ontvangt.
► Wacht totdat de verkeersinformatie goed is ontvangen (op de kaart worden pictogrammen
met verkeersinformatie weergegeven).
In bepaalde landen is verkeersinformatie alleen
voor de hoofdwegen (autosnelwegen, enz.)
beschikbaar.
Dit is volkomen normaal. Het systeem
is afhankelijk van de beschikbare
verkeersinformatie.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Na het opstarten kan de initialisatie van het
GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4
satellieten correct worden ontvangen.
► Wacht tot het systeem volledig is opgestart zodat het signaal van ten minste 4 satellieten
wordt ontvangen.
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel, enz.) en
het weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van
het systeem is afhankelijk van de ontvangst van
het GPS-signaal.
De verbinding van de online navigatie is
verbroken.
Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
► Controleer of de online diensten zijn geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
► Activeer de functie "" via het snelmenu om het systeem te laten zoeken naar een sterkere
zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
► Laat de antenne controleren door een dealer
.Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd.
Sommige zenders sturen in plaats van een naam andere informatie mee (bijv. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.
► Druk op de toets "Lijst updaten" in het vervolgmenu "Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
► Wis de bestanden die standaard op de USB-geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken.
250
PEUGEOT Connect Nav
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
► Wijzig de instelling van de hoge en de lage tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Wanneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
► Stel de balans in of kies een geluidsverdeling naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
► Controleer of de geluidsinstellingen overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:, Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
► Pas, in alle gevallen, nadat u de geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
► Start de auto om de laadstroom van de accu te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen.
De datum en tijd kunnen alleen worden ingesteld
als u de synchronisatie met de satellieten
deactiveert.
► Menu Instellingen/Opties/Datum en tijd instellen. Selecteer het tabblad "Tijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).
251
Trefwoordenregister
3D digitaal instrumentenpaneel 1012V-accu 164, 186–187, 186–189
A
Aanhanger 73, 155Aanhangergewichten 192–193, 196Aansluiten MirrorLink 216–217, 237Aansluiting 12 V 55ABS 71Accessoires 68Accu 160Accu laden 148, 153, 188Achterbank 47Achterlichten 181Achterruitverwarming 53Achteruitrijcamera 109, 136–137Achteruitrijlicht 181Actief dodehoekbewakingssysteem 130Actieradius AdBlue 21, 164Actieradius AdBlue® 21Active Safety Brake 130–132Adaptieve cruise control met Stop-functie 11 3Adaptieve snelheidsregelaar 11 8AdBlue® 21, 166AdBlue® bijvullen 167AdBlue®-reservoir 167Afmetingen 198Afstandsbediening 31–36Afstellen van de koplamphoogte 62Afzetten van de motor 90, 92Airbags 75–79Airbags vóór 76–77, 80Airconditioning 49, 51–52Airconditioning (handbediend) 49
Alarmknipperlichten 68, 171Alarmsysteem 39–40Algemeen menu 28Allesdragers 159Android Auto verbinding 237Antiblokkeersysteem (ABS) 71–72Antidiefstalsysteem/Startblokkering 33Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 72Apple®-speler 204, 215, 242Apple CarPlay verbinding 217, 236Apps 237Audiokabel 241Automatische airconditioning ~ Airconditioning, automatische 50, 52Automatische ruitenwissers 67Automatische transmissie ~ Versnellingsbak, automatische 97, 99–102, 105–107, 165, 188Automatisch inschakelen verlichting 62Automatisch noodremsysteem 130–132AUX-aansluiting 203, 215, 241
B
Bagageafdekking 58Bagageruimte 39, 58Banden 165, 198Banden oppompen 165, 198Bandenreparatieset 172–173Bandenspanning 165, 175, 198Bandenspanningscontrole (met set) 173, 175Bandenspanning te laag (detectie) 107Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij 37Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen 37
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen
aan stuurkolom 199–200, 210, 225Beladen 159Benzinemotor 162, 193Bijvullen AdBlue® 164, 167Binnenspiegel 46BlueHDi 21, 164, 171Bluetooth (handsfree set) 204–205, 218–219, 242–243Bluetooth (telefoon) 204–205, 218–219, 242–244Bluetooth- verbinding 204–205, 218–219, 238, 242–244Boordcomputer 25–26Boordgereedschap 58, 171–173Brandstof 7, 147Brandstofadditief 165Brandstofniveaumeter 147Brandstoftank 147–148Brandstof tanken 147–148Brandstoftank leeg (diesel) 171Brandstofverbruik 7Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 147Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 147–148Buitenspiegels 46, 53, 128
C
Carrosserie 170Carrosserie-onderhoud 170CD 203, 215CD MP3 203, 215Centrale vergrendeling 35CHECK 24
252
Trefwoordenregister
Claxon 69Configuratie van de auto 29Connectiviteit 236Contact 93, 244Contact aangezet 93Controlelampjes 12–13Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle 20Controlepaneel 150, 152Controles 162–163, 164–166
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 202–203, 214, 240Dagteller 24Dashboardkastje 54Datum (instellen) 221, 247Datum instellen 221, 247Detectie obstakels 134Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 107, 175Dieselmotor 147, 162, 171, 196Digitaal instrumentenpaneel 11Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 202–203, 214, 240Dimlicht 179–180Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer) 24Display instrumentenpaneel 9–10Dodehoekbewaking 128, 130Draadloze lader 55Drive Assist Plus 11 8Dynamische noodrem 95–96
E
Eco-mode ~ Eco-modus 160Eco-rijden (adviezen) 7ECO-stand 104Electronic Stability Program (ESC) 72Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 94–96, 165Elektrische ruitbediening 41Elektrisch verstelbare stoelen 44Elektromotor 5, 29, 92, 148, 197Elektronische remdrukregelaar (REF) 71Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake
Force Distribution (EBD) 71–72Elektronische sleutel 34–35Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 90Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 71–73Energiestromen 29ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma) 71
F
Flacon AdBlue® 167Follow me home-verlichting 33, 63Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 33, 63Frequentie (radio) 240Full Park Assist 141
G
Gekoppeld navigatiesysteem 233–236Geluidssignaal voor voetgangers 69, 88Geprogrammeerd laden 29–30, 150, 153Gereedschap 171–173Gereedschapskist 58Gesproken commando''''s ~ Spraakcommando''''s 227–230Gevarendriehoek 171Gewichten 192–193, 196GPS 233Grootlicht 179–180Grootlichtassistent 63–64
H
Halogeenlampen 62, 179–181Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld 97, 105–107, 165Handopvoerpomp 171Handrem 94, 165Handsfree set 204–205, 218–219, 242–243Helderheid 206, 220Hill-Holder ~ Hill Start Assist 104–105Hoedenplank 58Hoek van de stoel 44Hoek van de stoel verstellen 44Hoofdsteunen achter 47–48Hoofdsteunen verstellen 43Hoofdsteunen vóór 43Hoogspanning 148Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling 45