Page 24 of 93

24Spraakherkenning2. Een pieptoon geeft aan dat despraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool wordt groen.
3. Start met een spraakcommando om een systeemfunctie te starten(bijv. een radiozender afspelen).
Regelen van het volume van de gesproken instructies
Schakel ) het bedieningspaneel in of
druk Y of Z op het stuurwiel
omhoog of omlaag tijdens een gesproken aanwijzing.
Een gesproken instructie
onderbreken
U kunt een gesproken aanwijzing
onderbreken door even op Y op het
stuurwiel te drukken.
Er klinkt een pieptoon en het spraak‐
herkenningssymbool wordt groen. U
kunt nu direct een commando inspre‐ ken.Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse manieren om een
dialoog te annuleren en om de
spraakherkenning te deactiveren:
● Zeg " Annuleren ".
● Druk op 7 op het stuurwiel.
● Of druk op ! op het bedienings‐
paneel.
● Selecteer & of P in het help-
menu.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
● Als u gedurende een bepaalde tijd geen spraakcommando
geeft.
● Als u spraakcommando's geeft die het systeem niet herkent.
Bediening via
spraakcommando's
De spraakherkenning kan directe commando's met de naam van deapp en de handeling erin begrijpen.Voor een optimaal resultaat:
● Luister naar de gesproken aanwijzing en wacht op de piep‐
toon of het groene spraakherken‐
ningssymbool voordat u een
commando uitspreekt of
antwoordt.
● Zeg " Help" of lees een van de
voorbeeldcommando's in het
scherm voor.
● U kunt de gesproken vraag onderbreken door nogmaals op
w te drukken.
● Wacht op de pieptoon en het groene spraakherkenningssym‐
bool en spreek het commando op natuurlijke wijze uit, niet te snel,niet te langzaam. Gebruik korte
en directe commando's.
Let op
Als het systeem diverse suggesties
doet, knippert het spraakherken‐
ningssymbool rood of groen
wanneer u door de lijst bladert. U kunt handmatig of via spraakcom‐
mando selecteren door het bijbeho‐
rende "nummer" of de "regel" uit te
spreken, bijv. "nummer één".
Page 30 of 93

30TrefwoordenlijstAAfstandsbediening op stuurwiel ......6
Algemene aanwijzingen ...............26
Algemene informatie..................... 22
Android Auto ................................. 28
Anticiperende navigatie ................19
Apple CarPlay............................... 28
Audio ............................................ 15
Audio beluisteren ..........................15
Audiobestanden ........................... 15
B Basisbediening ............................. 10
Bediening met display ..................10
Bedieningselementen .....................6
Bluetooth-verbinding ....................26
C Connected Navigation ..................19
D DAB-berichten .............................. 15
E Een telefoon koppelen ..................26
Een telefoon verbinden ................26
G Gebruik ......................................... 23
Gebruikersprofielen ......................13
Geluidsinstellingen .......................15Gepersonaliseerd zoeken en
routebegeleiding .......................19
Gesproken instructies ...................23
H
Hoofdscherm .................................. 6
I
Informatie over brandstofprijzen ...19
Inleiding ......................................... 6
K
Kaartupdates ................................ 19
Koppeling DAB-DAB..................... 15
Koppeling DAB-FM .......................15
L Live Traffic .................................... 19
N Navigatiesysteem ........................18
O Onderste balk ................................. 6
P Parkeerinformatie .........................19
Profielen ....................................... 13
R Radio ............................................ 15
Routebegeleiding .........................18
Page 33 of 93
Inleiding....................................... 34
Basisbediening ............................ 42
Radio ........................................... 49
Externe apparaten .......................56
Navigatie ...................................... 64
Spraakherkenning ........................80
Telefoon ....................................... 81
Trefwoordenlijst ........................... 90Multimedia Navi
Page 34 of 93

34InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............34
Antidiefstalfunctie ......................... 35
Overzicht bedieningselementen ..36
Gebruik ........................................ 39Algemene aanwijzingen
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en accessoires moge‐
lijk niet voor deze auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden staan
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten (bijv. voetgan‐
gersgebieden) met een inrijverbod zijn niet op de kaart gemarkeerd.
In dergelijke gebieden geeft het
Infotainmentsysteem mogelijk een waarschuwing die geaccepteerd
moet worden. In dergelijke gebie‐
den is het zaak om goed op
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten met een inrijver‐ bod zijn te letten.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Page 37 of 93

Inleiding371Info-Display / startscherm .....42
2 Beginmenu ............................ 42
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
of Nav : BringGo ®
app
Navigation : geïntegreerde
navigatie
Instellingen : systeeminstellingen
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ......................46
4 w
Kort indrukken:
telefoonmenu openen ...........84of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) .......................... 62
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 80
5 e
Kort indrukken: naar de
volgende zender gaan
wanneer de radio actief is .....49
of naar het volgende
nummer gaan wanneer
externe apparaten actief
zijn ......................................... 58
Lang indrukken: omhoog
zoeken wanneer de radio
actief is .................................. 49
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ..............58
6 )
Kort indrukken: Infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............39
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............39Lang indrukken: Infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...39
Draaien: volume
aanpassen ............................ 39
7 d
Kort indrukken: ga naar de vorige zender wanneer de
radio actief is ......................... 49
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............58
Lang indrukken: omlaag
zoeken wanneer de radio
actief is .................................. 49
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ......................................... 58
8 !
Kort indrukken: het
startscherm weergeven ......... 39
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ..............62
Page 38 of 93
38InleidingAfstandsbediening op stuurwiel
YKort drukken:
telefoongesprek aannemen
of actieve spraakherkenning
of een instructie
onderbreken en direct een
spraakcommando geven
7 Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren
of spraakherkenning
uitschakelen
of mute (stiltefunctie) van
de audiobron activeren /
deactiveren
L
M Radio: indrukken om
volgende/vorige favoriet of zender te selecteren
Media: druk om volgende / vorige nummer te kiezen
Y Omhoog: volume harder zetten
Z Omlaag: volume zachter zetten
Page 40 of 93

40Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● radiofuncties 3 49
● externe apparaten 3 58
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer - of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● afbeeldingsfuncties 3 59
● filmfuncties 3 61
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 81.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 84.
Page 45 of 93

Basisbediening45het hoogst is. Ook is de rode
markering naar het gewenste punt te
verschuiven.
Let op
De instellingen voor balance en
fader gelden voor alle audiobron‐
nen. Deze kunnen niet apart voor
elke audiobron worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op ! en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Max.
inschakelvolume .
Raak + of - aan om de instelling aan
te passen of verplaats de schuif op de
volumebalk.
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op ! en selecteer dan
Instellingen .Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Automatisch
volume .
Selecteer een van de opties in de lijst
om de mate van volumeaanpassing
te wijzigen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Geluidsfeedbackfunctie voor
bediening activeren of
deactiveren
Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als
een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Druk op ! en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio en blader in de lijst
naar Geluidsterugmelding bij
aanraken .
Druk op de schermtoets naast
Geluidsterugmelding bij aanraken om
de functie te activeren of deactiveren.
Volume van verkeersinformatie Stel het gewenste volume van de
verkeersinformatie in wanneer een
verkeersbericht door het systeem
wordt gegeven. De desbetreffende
instelling wordt dan door het systeem
opgeslagen.