
Externe apparaten57Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ! en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het Infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 82.
Bestandsindelingen en mappen
De maximale capaciteit van een door
het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 5000 muziekbe‐
standen, 5000 afbeeldingsbestan‐
den, 500 filmbestanden,
5000 mappen en 15 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16 / FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐
dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het Infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+, ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.

62Externe apparaten
Klok- en temperatuurweergave
Activeer voor het weergeven van tijd
en temperatuur in de volledige-
schermmodus Klok. Temperatuurdis‐
play .
Display-instellingen
Selecteer Display-instellingen om
een submenu voor de helderheid en
het contrast te openen.
Druk op + of - om de instellingen aan
te passen.
Smartphone-applicaties
gebruiken
TelefoonweergaveDe smartphone-apps Apple
CarPlay™ en Android Auto™ geven
de geselecteerde apps van een
smartphone weer op het Info-Display. U kunt ze bedienen met de bedie‐
ningselementen van het Infotain‐ mentsysteem.
Controleer bij de fabrikant van het
apparaat of deze functie op de smart‐
phone te gebruiken is en of de appli‐
catie beschikbaar is in het land waar
u zich bevindt.
Smartphone voorbereiden
Android-telefoon: Download de
Android Auto-app naar de smart‐
phone vanaf de Google Play ™ Store.
iPhone: Controleer of Siri ®
op de
smartphone geactiveerd is.
Telefoonweergave activeren in het
instellingenmenu
Druk op ! om het startscherm weer
te geven en selecteer vervolgens
Instellingen .Blader door de lijst naar
Apple CarPlay of Android Auto .
Zorg ervoor dat de desbetreffende
applicatie is geactiveerd.
Mobiele telefoon verbinden
Sluit de smartphone aan op de USB-
poort 3 56.
Telefoonweergave starten
Druk op ! en selecteer vervolgens
Weergave om de telefoonweergave‐
functie te starten.
Let op
Als de toepassing door het infotain‐
mentsysteem wordt herkend, kan
het toepassingspictogram wijzigen
in Apple CarPlay of Android Auto .
Eventueel kan de functie worden gestart door ! gedurende enkele
seconden in te drukken.
Het getoonde telefoonweergave‐ scherm is afhankelijk van de smart‐
phone en de softwareversie.
Teruggaan naar het startscherm
Druk op !.

Externe apparaten63BringGoBringGo is een navigatie-app voor het
zoeken naar locaties, kaartweergave
en routebegeleiding.
Let op
Controleer alvorens de app te down‐
loaden of BringGo in de auto is geïn‐ stalleerd.
De app downloaden
Voordat een BringGo met de bedie‐
ningsorganen en menu's van het info‐
tainmentsysteem kan worden
gebruikt, moet de desbetreffende
applicatie op de smartphone worden
geïnstalleerd.
Download de app van App Store ®
of
Google Play Store.
BringGo activeren in het
instellingenmenu
Druk op ! om het startscherm weer
te geven en selecteer vervolgens
Instellingen .
Blader door de lijst tot BringGo.
Zorg ervoor dat de applicatie is geac‐ tiveerd.Mobiele telefoon verbinden
Sluit de smartphone aan op de USB-
poort 3 56.
BringGo starten
Druk op ! om de app te starten en
selecteer het pictogram Nav.
Het hoofdmenu van de applicatie
wordt getoond op het Info-Display.
Raadpleeg voor nadere informatie
over het bedienen van de app de
instructies op de website van de fabri‐ kant.

80SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................80
Gebruik ........................................ 80Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op een smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van de smartphone om te
controleren of de smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken, moet de
smartphone op het Infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 56 of via Bluetooth 3 82.
Gebruik
Spraakherkenning activeren Houd w op het bedieningspaneel of
Y op het stuurwiel ingedrukt om een
spraakherkenningssessie te starten.
Er verschijnt een spraakcommando‐
bericht op het scherm.
Zodra er een pieptoon klinkt, kunt u
een commando uitspreken. Raad‐
pleeg voor informatie over de onder‐
steunde commando's de gebruiks‐
aanwijzing bij de smartphone.Regelen van het volume van de
gesproken instructies
Draai aan ) op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op 7 op het stuurwiel. Het
spraakcommandobericht verdwijnt
en de spraakherkenningssessie
wordt beëindigd.

82Telefoonmobiel bellen verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie
veroorzaakt of als er zich gevaar‐
lijke situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificaties
vindt u op internet:
http://www.bluetooth.com.
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Het koppelen en verbinden van Blue‐
tooth-apparaten aan/met het Infotain‐ mentsysteem vindt plaats via het
menu Bluetooth . Het koppelen
bestaat uit het uitwisselen van een
pincode tussen het Bluetooth-appa‐
raat en het Infotainmentsysteem.
Menu Bluetooth
Druk op ! en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth om het Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Belangrijke informatie ● U kunt maximaal tien apparaten met het systeem koppelen.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het Infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.
Een nieuw apparaat koppelen 1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen we u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Druk op ! en selecteer vervol‐
gens Instellingen op het display.
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbe‐
treffende menu weer te geven.

90TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............59
Afbeeldingsbestanden ..................56
Afbeelding via USB activeren .......59
Algemene aanwijzingen .........64, 81
Bluetooth ................................... 56
DAB ........................................... 53
Infotainmentsysteem .................34
Navigatie ................................... 64
Smartphone-applicaties ............56
Telefoon .................................... 81
USB ........................................... 56
Algemene informatie ..............56, 80
Antidiefstalfunctie ........................35
Audio afspelen .............................. 58
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 36
Audiobestanden ........................... 56
Audio via USB activeren ...............58
Automatisch volume .....................45
B Basisbediening ............................. 42
Bediening...................................... 84 Externe apparaten ....................56
Menu ......................................... 42
Navigatiesysteem ......................65
Radio ......................................... 49
Telefoon .................................... 84Bedieningselementen
Infotainmentsysteem .................36
Stuurwiel ................................... 36
Bedieningspaneel Infotainment ....36
Begeleiding .................................. 76
Bel Beltoon ...................................... 84
Functies tijdens het gesprek .....84
Inkomend gesprek ....................84
Telefoongesprek initiëren ..........84
Beltoon Beltoon wijzigen ........................84
Beltoonvolume .......................... 45
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............56
Audiobestanden ........................56
Filmbestanden........................... 56
Bluetooth Algemene aanwijzingen ............56
Apparaat aansluiten ..................56
Bluetooth-verbinding .................82
Koppelen ................................... 82
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 58
Telefoon .................................... 84
Bluetooth-verbinding ....................82
BringGo ........................................ 62
C Contacten ..................................... 70

92Radio Data System ...................... 52
RDS .............................................. 52
Regio-instelling ............................. 52
Regionaal ..................................... 52
Routebegeleiding .........................76
S Selectie van frequentiebereik .......49
Smartphone .................................. 56
Telefoonweergave ....................62
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 62
Snelkiesnummers .........................84
Spraakherkenning ........................80
Startscherm .................................. 42
Stemherkenning ........................... 80
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 58
Systeeminstellingen...................... 46
T Telefoon Algemene aanwijzingen ............81
Beltoon selecteren ....................84
Bluetooth ................................... 81
Bluetooth-verbinding .................82
Een nummer invoeren ...............84
Functies tijdens het gesprek .....84
Hoofdmenu Telefoon ................84
Inkomend gesprek ....................84
Oproepenhistorie ......................84Snelkiesnummer .......................84
Telefoonboek ............................ 84
Telefoon activeren ........................84
Telefoonboek ................................ 84
Telefoonweergave ........................62
TMC-zenders ................................ 64
U USB Afbeeldingenmenu USB ............59
Algemene aanwijzingen ............56
Apparaat aansluiten ..................56
Audiomenu USB........................ 58 Filmmenu USB .......................... 61
V Verkeersincidenten .......................76
Volume Automatisch volume ..................45
Automatische volumeregeling ...45
Beltoonvolume .......................... 45
Maximaal inschakelvolume .......45
Stiltefunctie................................ 39
Volume aanraakpiep .................45
Volume instellen ........................39
Volume TP ................................ 45
Volumebeperking bij hoge
temperaturen ............................. 39
Volume aanraakpiep ....................45
Volume-instellingen ......................45
Volume TP .................................... 45Z
Zenders oproepen ........................51
Zenders opslaan ........................... 51
Zender zoeken.............................. 49