Navigatie41Selecteer Contacten om een lijst
weer te geven met de namen en
bijbehorende adressen van eerder
opgeslagen persoonlijke contacten.
Selecteer een lijstvermelding om de
routebegeleiding naar het desbetref‐
fende adres te starten.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 42.
Nuttige plaatsen
Een nuttige plaats (POI) is een speci‐
ale bestemming, bv. een tankstation,
een parkeerplaats of een restaurant.
Het navigatiesysteem bevat een
groot aantal voorgedefinieerde POI's,
die op de kaart staan aangeduid
(indien geactiveerd, 3 34).
Een POT op de kaart selecteren
Tik op het gewenste POI-pictogram
op de kaart. De kaart wordt rondom
deze locatie gecentreerd.
Tik nogmaals op het pictogram.
Bij de desbetreffende locatie
verschijnt K in rood en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐ gegeven.Selecteer L om de routebegeleiding
te starten.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 42.
Lijst met POI's rond een locatie
weergeven
Tik op de gewenste locatie op de
kaart. De kaart wordt rondom deze
locatie gecentreerd.
Bij de desbetreffende locatie
verschijnt K in rood en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐ gegeven.
Houd uw vinger op K.
Er verschijnt een lijst met POI's rond
de locatie.
Selecteer de gewenste POI om de
routebegeleiding te starten.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 42.
POI's zoeken op categorie
Selecteer MENU gevolgd door Points
of interest .
Selecteer een hoofdcategorie voor
POI's, zoals Reizen gevolgd door een
subcategorie zoals Luchthaven. Er
verschijnt een nieuw menu.
Selecteer een zoekgebied zoals
Rondom auto de zoekopdracht te
verfijnen.
Selecteer na afloop van de POI-zoek‐
opdracht de gewenste POI.
Selecteer Adres om POI's rond een
andere locatie te zoeken.
Selecteer Zoeken om POI's te zoeken
aan de hand van een trefwoord (zie
onder).
42NavigatieZoeken via een trefwoord
Selecteer MENU gevolgd door
Zoeken , voer een trefwoord in zoals
"Station", type of selecteer een
plaatsnaam en bevestig de invoer.
Selecteer na afloop van de POI-zoek‐
opdracht de gewenste POI.
Ritten met viapunten
Een viapunt is een tussenbestem‐
ming die bij het berekenen van een
route tot de eindbestemming moet
worden meegenomen. Om een rit
met viapunten te creëren, kunt u één
of meerdere viapunten toevoegen.
Selecteer of voer de eindbestemming
van uw rit met viapunten in en start de
routebegeleiding.
Selecteer MENU gevolgd door
Route / Etappes tijdens een actieve
routebegeleidingssessie.
Selecteer Stop inlassen gevolgd door
een optie voor adresinvoer zoals POI
vinden .
Selecteer of voer een nieuw adres in. Het adres wordt toegevoegd aan de
lijst met viapunten.
Voer desgewenst nog meer viapun‐
ten zoals bovenstaand beschreven
in.
Als u de volgorde van de viapunten
wilt aanpassen:
Tik op Ú gevolgd door de getonde
pijlen om omhoog of omlaag te blade‐
ren door de lijstvermeldingen.
Selecteer Berekenen om de route
met de aangepaste volgorde opnieuw te berekenen.
Selecteer Afsluiten om terug te keren
naar het hoofdmenu navigatie.
Selecteer het tabblad Route om een
gedetailleerde routelijst van de rit met
viapunten weer te geven.
Begeleiding
Het navigatiesysteem begeleidt de
route via visuele en gesproken
instructies (spraakbegeleiding).
Visuele instructies
Visuele instructies worden op het
display weergegeven.
Navigatie43
Let op
Wanneer de navigatie-applicatie
tijdens een actieve routebegeleiding
niet is geopend, verschijnen de
afslagen op het display van de
instrumentengroep.
Gesproken begeleiding
Gesproken navigatie-instructies
geven bij het naderen van een krui‐
sing aan welke richting u moet
volgen.
Selecteer MENU in het hoofdmenu
navigatie, gevolgd door Instellingen,
selecteer het tabblad Vocaal en acti‐
veer of deactiveer vervolgens
Spraakweergave navigatieberichteninschakelen om de gespreken navi‐
gatie-instructies te activeren of deac‐
tiveren.
Als de gesproken navigatie-instruc‐
ties zijn geactiveerd, kunt u ook
aangeven of straatnamen wel of niet
moeten worden opgelezen.
Tik op de afslagpijl links op het
scherm om de laatste gesproken
navigatie-instructie te herhalen.
Instellingen voor
routebegeleiding
Selecteer MENU in het hoofdmenu
navigatie en selecteer vervolgens
Navigatiecriteria om het desbetref‐
fende menu weer te geven.
Bij het openen van het menu berekent het navigatiesysteem automatisch
meerdere routes, zoals de snelste
route of de zuinigste route.
Selecteer Op kaart tonen om de
verschillende route-alternatieven op
een kaart weer te geven.
Als u bijvoorbeeld snelwegen wilt
vermijdend op uw route, kunt u de
desbetreffende optie instellen op
OFF .
Rek. houden met verkeer
Wanneer het systeem een route naar
een bestemming bepaalt, houdt het
rekening met verkeersvoorvallen.
44NavigatieBij actieve routebegeleiding kan deroute worden aangepast aan de hand
van ontvangen verkeersberichten.
Er zijn drie opties voor Rek. houden
met verkeer :
Selecteer Automatisch , als het
systeem de route automatisch moet
aanpassen op basis van nieuwe verkeersberichten.
Selecteer Handmatig , als het
systeem u om toestemming moet
vragen alvorens de route aan te
passen.
Selecteer Geen, als routes niet
mogen worden aangepast.
Routebegeleiding starten,
annuleren en hervatten
Type of selecteer een bestemmings‐
adres om de routebegeleiding te star‐
ten 3 38. Afhankelijk van de situatie,
start de routebegeleiding mogelijk automatisch. Het kan ook zijn dat u
bepaalde instructies op het scherm
moet volgen.Selecteer MENU in het hoofdmenu
navigatie gevolgd door Navigatie
stoppen om de routebegeleiding te
annuleren.
Selecteer MENU in het hoofdmenu
navigatie gevolgd door Navigatie
hervatten om een geannuleerde
routebegeleiding te hervatten.
Lijst met afslagen
De volgende afslag wordt aangege‐
ven op de linkerzijde van het scherm.
Selecteer MENU in het hoofdmenu
navigatie, selecteer daarna Route /
Etappes en vervolgens het tabblad
Route om een lijst met alle komende
afslagen op de actieve route te bekij‐
ken.
Tik op het afslagpijlpictogram naast
de desbetreffende lijstvermelding om
een afslag op de kaart te bekijken. De kaart springt naar de betreffende
locatie op de kaart.
Navigatie45Tik op P of Q om de voorgaande of
volgende afslag op de kaart te bekij‐ ken.
Tik op 6 om het weergegeven kaart‐
gebied te vermijden.
Desgewenst kunt u meer te vermijden
kaartgebieden selecteren.
Bevestig uw selectie(s).
Telefoon53Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐ boekvermeldingen uit het verbonden
Bluetooth-apparaat en alle contacten
uit het navigatiesysteem.
Selecteer Contacten gevolgd door
het gewenste lijsttype.Een contact zoeken
De contacten staan op volgorde van
voor- of achternaam. Raak < aan
om de volgorde te wijzigen.
Tik op een letter op de schuifbalk,
S of R, om de lijst door te bladeren.
Tik op Zoeken om een contact te
zoeken via het toetsenbord.Een contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer - naast het contact
gevolgd door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 29, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprek
Als bij een inkomende oproep een
audiomodus actief is, bijv. de radio- of USB-modus, wordt het geluid van de
audiobron onderdrukt totdat het
gesprek wordt beëindigd.Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller.
Tik op w om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op 5 om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op 4 om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.
56TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 38
Afbeeldingen weergeven ..............31
Afbeeldingsbestanden ..................29
Afbeelding via USB activeren .......31
Algemene aanwijzingen .....6, 33, 49
Algemene informatie ..............29, 46
Bluetooth ................................... 29
DAB ........................................... 26
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 33
Smartphone-applicaties ............29
Telefoon .................................... 49
USB ........................................... 29
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 30
Audiobestanden ........................... 29
Audio via USB activeren ...............30
Automatisch volume .....................20
B Balance......................................... 19Basisbediening ............................. 16
Bediening...................................... 51 Externe apparaten ....................29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51Bedieningselementen
Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............20
taal wijzigen............................... 20
Begeleiding .................................. 42
Bel Beltoon ...................................... 51
Functies tijdens het gesprek .....51
Inkomend gesprek ....................51
Telefoongesprek initiëren ..........51
Beltoon ......................................... 51
Beltoonvolume .......................... 20
Bestandsindelingen ......................29
Afbeeldingsbestanden ..............29
Audiobestanden ........................29
Bluetooth Algemene informatie .................29
Apparaat aansluiten ..................29
Bluetooth-verbinding .................50
Koppelen ................................... 50
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 30
Telefoon .................................... 51
Bluetooth-verbinding ....................50
C Contacten ............................... 38, 51
57DDAB FM-DAB-links ............................ 26
Datum instellen ..................................... 20
Digital Audio Broadcasting ...........26
Display-instellingen....................... 31
Displaytaal wijzigen ......................20
E Equalizer....................................... 19
F
Fabrieksinstellingen ......................20
Fader ............................................ 19
G
Gebruik ....................... 12, 24, 34, 47
Bluetooth ................................... 29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51
USB ........................................... 29
Geluidsinstellingen .......................19
Gesproken begeleiding ................34
H
Het navigatiesysteem activeren ...34I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Invoer van de bestemming ..........38
K Kaarten ......................................... 34
Koppelen ...................................... 50
L
Lijst met afslagen.......................... 42
M Menubediening ............................. 16
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................54
Mute.............................................. 12
N Navigatie Bestemmingsinvoer................... 38
Contacten .................................. 38
Huidige locatie........................... 34 Kaart manipuleren .....................34
Kaartupdate .............................. 33
Kaartvenster .............................. 34
Lijst met afslagen ......................42
Recente bestemmingen ............38
Rit met viapunten ......................38
Routebegeleiding ......................42TMC-stations (verkeersinfor‐
matiekanalen) ..................... 33, 42
Verkeersincidenten ...................42
Nuttige plaatsen............................ 38
O
Oproepenhistorie ..........................51
Overzicht bedieningselementen .....8
P Persoonlijke instellingen ...............20
Privacy-instellingen....................... 20
Profielinstellingen .........................20
R
Radio Afstemmen op zender ...............24
Configureren DAB .....................26
Configureren van RDS ..............26
DAB-berichten ........................... 26
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 26
Frequentiebereik selecteren .....24
Gebruik...................................... 24
Inschakelen ............................... 24
Radio Data System (RDS) ........26
Regio-instelling.......................... 26
Regionaal .................................. 26
Voorkeuren................................ 24
Zender zoeken .......................... 24