46SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................46
Gebruik ........................................ 47Algemene informatie
Geïntegreerde spraakherkenning Met de geïntegreerde spraakherken‐ning van het Infotainmentsysteem
kunt u diverse functies van het Info‐
tainmentsysteem met uw stem bestu‐
ren. De spraakbesturing herkent
commando's en cijferreeksen, onge‐
acht de desbetreffende spreker. De
instructies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke woorden worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste
commando's geeft de spraakherken‐
ning visuele en / of akoestische feed‐
back en wordt u gevraagd het gewen‐ ste commando te herhalen. Boven‐
dien bevestigt de spraakherkenning
belangrijke instructies en stelt zo
nodig een vraag hierover.
Er zijn verschillende manieren om
commando's voor het uitvoeren van
de gewenste acties uit te spreken.Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in de auto onbedoeld de systeemfunc‐ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
OpmerkingenOndersteunde talen ● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem
beschikbaar zijn, zijn ook
beschikbaar voor de spraakher‐ kenning.
● Wordt de momenteel geselec‐ teerde displaytaal niet onder‐
steund door de spraakherken‐
ning, dan is deze niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere
taal selecteren voor het display
als u het Infotainmentsysteem via spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Om van displaytaal te wijzi‐ gen 3 20.
Spraakherkenning47Adresinvoer van bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het infodisplay in de taal van het
desbetreffende land wijzigen.
Bv. als het display op dit moment op
Engels staat en u de naam van een
stad in Frankrijk wilt invoeren, moet u
de displaytaal naar Frans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 20.Invoervolgorde voor bestemmings‐
adressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de
bestemming ligt.
Als de spraakherkenning het door u ingevoerde adres niet herkent, kunt u het commando herhalen met de
delen van het adres in een andere
volgorde.Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone.
Spraakdoorschakeling is beschik‐ baar bij telefoonprojectie via Apple
CarPlay en Android Auto 3 32.
Gebruik Geïntegreerde spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop Y op het
stuur in te drukken
Druk op Y op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt, u wordt gevraagd een commando te
geven en op het display verschijnen
hulpmenu's met de belangrijkste
commando's die beschikbaar zijn.De spraakherkenning is klaar voor
spraakcommando's, nadat er een pieptoon klinkt.
U kunt nu een spraakcommando geven om een systeemfunctie te star‐ ten (bijvoorbeeld een vooraf ingesteld radiostation afspelen).
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk de volumeknop op het stuurwiel
omhoog (hoger volume) Y of
omlaag (lager volume) Z.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken vraag onderbreken door
even op Y op het stuurwiel te druk‐
ken.
U kunt ook "Dialoogmodus instellen
op ervaren".
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een
commando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Druk op a op het stuurwiel om een
dialoog te annuleren en de spraak‐
herkenning te deactiveren.
48SpraakherkenningAls u een bepaalde periode lang geen
commando geeft of als u comman‐
do's geeft die het systeem niet
herkent, wordt de dialoog automa‐
tisch geannuleerd.
Bediening via spraakcommando's
Volg de gesproken instructies en de
teksten op het display.
Voor een optimaal resultaat: ● Luister naar de gesproken vraag en wacht op de pieptoon voordat
u een commando uitspreekt of
antwoordt.
● Lees de voorbeeldcommando's op het display.
● U kunt de gesproken vraag onderbreken door nogmaals op
Y te drukken.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit, niet te snel, niet te lang‐ zaam.
De commando's bestaan doorgaans
uit één instructie.Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning activeren
Houd Y op het stuurwiel ingedrukt
totdat een spraakherkenningssessie is gestart.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan ) op het bedieningspaneel
of druk de volumeknop op het stuur‐ wiel omhoog (hoger volume) Y of
omlaag (lager volume) Z.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op a op het stuurwiel. De
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
52TelefoonLet op
In de handsfree-modus is bediening van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een
verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op a om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
Let op
Het hoofdmenu telefoon is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 50.
Veel functies van de mobiele telefoon kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het hoofdmenu tele‐
foon.
Bij invoer van cijfers verschijnen
corresponderende vermeldingen in
de contactenlijst in alfabetische volg‐ orde.
Tik op de gewenste lijstvermelding
om een telefoongesprek te starten.
Telefoon53Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐ boekvermeldingen uit het verbonden
Bluetooth-apparaat en alle contacten
uit het navigatiesysteem.
Selecteer Contacten gevolgd door
het gewenste lijsttype.Een contact zoeken
De contacten staan op volgorde van
voor- of achternaam. Raak < aan
om de volgorde te wijzigen.
Tik op een letter op de schuifbalk,
S of R, om de lijst door te bladeren.
Tik op Zoeken om een contact te
zoeken via het toetsenbord.Een contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer - naast het contact
gevolgd door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 29, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprek
Als bij een inkomende oproep een
audiomodus actief is, bijv. de radio- of USB-modus, wordt het geluid van de
audiobron onderdrukt totdat het
gesprek wordt beëindigd.Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller.
Tik op w om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op 5 om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op 4 om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.
54Telefoon
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐ tiveren.
Tik op ý Privé om het gesprek voort
te zetten via de mobiele telefoon
(ruggespraakstand). Tik op Y Privé
om het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan de tele‐
foonfunctie alle inkomende gesprek‐
ken standaard in de wacht zetten.
Selecteer OPTIES gevolgd door
Beveiliging en Oproepen automatisch
in wachtstand zetten om deze functie
te activeren.
SMS-berichten
U kunt verschillende snelle berichten
naar contacten via het Infotainment‐
systeem verzenden.
Selecteer OPTIES en daarna SMS-
berichten om een lijst met snelle
berichten gesorteerd op verschil‐
lende categorieën weer te geven.
Selecteer voor verzenden van een
snel bericht het betreffende bericht en kies het contact.Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kan de typegoedkeu‐
ring van de auto vervallen (EU-richt‐
lijn 95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen.
● Maximaal zendvermogen van 10 W.
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.
56TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 38
Afbeeldingen weergeven ..............31
Afbeeldingsbestanden ..................29
Afbeelding via USB activeren .......31
Algemene aanwijzingen .....6, 33, 49
Algemene informatie ..............29, 46
Bluetooth ................................... 29
DAB ........................................... 26
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 33
Smartphone-applicaties ............29
Telefoon .................................... 49
USB ........................................... 29
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 30
Audiobestanden ........................... 29
Audio via USB activeren ...............30
Automatisch volume .....................20
B Balance......................................... 19Basisbediening ............................. 16
Bediening...................................... 51 Externe apparaten ....................29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51Bedieningselementen
Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............20
taal wijzigen............................... 20
Begeleiding .................................. 42
Bel Beltoon ...................................... 51
Functies tijdens het gesprek .....51
Inkomend gesprek ....................51
Telefoongesprek initiëren ..........51
Beltoon ......................................... 51
Beltoonvolume .......................... 20
Bestandsindelingen ......................29
Afbeeldingsbestanden ..............29
Audiobestanden ........................29
Bluetooth Algemene informatie .................29
Apparaat aansluiten ..................29
Bluetooth-verbinding .................50
Koppelen ................................... 50
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 30
Telefoon .................................... 51
Bluetooth-verbinding ....................50
C Contacten ............................... 38, 51
57DDAB FM-DAB-links ............................ 26
Datum instellen ..................................... 20
Digital Audio Broadcasting ...........26
Display-instellingen....................... 31
Displaytaal wijzigen ......................20
E Equalizer....................................... 19
F
Fabrieksinstellingen ......................20
Fader ............................................ 19
G
Gebruik ....................... 12, 24, 34, 47
Bluetooth ................................... 29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51
USB ........................................... 29
Geluidsinstellingen .......................19
Gesproken begeleiding ................34
H
Het navigatiesysteem activeren ...34I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Invoer van de bestemming ..........38
K Kaarten ......................................... 34
Koppelen ...................................... 50
L
Lijst met afslagen.......................... 42
M Menubediening ............................. 16
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................54
Mute.............................................. 12
N Navigatie Bestemmingsinvoer................... 38
Contacten .................................. 38
Huidige locatie........................... 34 Kaart manipuleren .....................34
Kaartupdate .............................. 33
Kaartvenster .............................. 34
Lijst met afslagen ......................42
Recente bestemmingen ............38
Rit met viapunten ......................38
Routebegeleiding ......................42TMC-stations (verkeersinfor‐
matiekanalen) ..................... 33, 42
Verkeersincidenten ...................42
Nuttige plaatsen............................ 38
O
Oproepenhistorie ..........................51
Overzicht bedieningselementen .....8
P Persoonlijke instellingen ...............20
Privacy-instellingen....................... 20
Profielinstellingen .........................20
R
Radio Afstemmen op zender ...............24
Configureren DAB .....................26
Configureren van RDS ..............26
DAB-berichten ........................... 26
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 26
Frequentiebereik selecteren .....24
Gebruik...................................... 24
Inschakelen ............................... 24
Radio Data System (RDS) ........26
Regio-instelling.......................... 26
Regionaal .................................. 26
Voorkeuren................................ 24
Zender zoeken .......................... 24