140VerlichtingBij het afslaan gaan, afhankelijk van
de stuurhoek en de richtingaanwij‐
zersignalen, bepaalde led's branden
die het wegdek in de rijrichting
verlichten. Wordt geactiveerd tot een
snelheid van 40 km/u.
Achteruitparkeerfunctie Als hulp bij het parkeren, gaan beide
afbuigverlichtingen en het achteruit‐
rijlicht branden wanneer de koplam‐
pen zijn ingeschakeld en de achter‐
uitversnelling wordt geselecteerd.
Deze blijven korte tijd branden nadat u de auto uit de achteruitversnelling
hebt gezet of totdat u sneller dan 7 km/u vooruitrijdt.
Automatische koplampverstelling
Om te voorkomen dat tegenliggers
worden verblind, worden de koplam‐
pen automatisch versteld op basis
van de hellingshoek, gemeten door
de voor- en achteras, de versnelling
of vertraging en de rijsnelheid.
Koplampen bij rijden in het
buitenland
3 138.Storing in led-koplampsysteem
Wanneer het systeem een storing in het led-koplichtsysteem opmerkt,selecteert het een voorkeuze-instel‐
ling om te voorkomen dat tegenlig‐
gers worden verblind. U ziet een
waarschuwing op het Driver Informa‐ tion Centre.
Alarmknipperlichten Om in te schakelen ¨ indrukken.
De illustraties tonen verschillende
versies.
De alarmknipperlichten worden auto‐
matisch ingeschakeld wanneer de
airbags bij een ongeval in werking
treden.
Richtingaanwijzersomhoog:richtingaanwijzer rechtsomlaag:richtingaanwijzer links
Bij het verplaatsen van de hendel voelt u een weerstandspunt.
De richtingaanwijzer knippert onon‐
derbroken wanneer de hendel voorbij
het weerstandspunt wordt verplaatst.
Het knipperen stopt wanneer het
stuurwiel in tegengestelde richting
312TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 159
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............284, 289
Aanduidingen op banden ..........259
Aanhangerstabilisatie ................231
Aanhanger trekken ....................227
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 233
Accu ........................................... 238
Achterlichten .............................. 243
Achterruitverwarming ................... 45
Achteruitkijkcamera ...................213
Achteruitrijlichten .......................142
Actieve noodrem......................... 198
Adaptieve cruise control .....116, 186
AdBlue ................................ 114, 170
Afmetingen auto ........................295
Afslagverlichting ......................... 138
Afstand tot voorligger .................113
Airbag deactiveren ....................... 67 Airbag-deactivering .................... 112
Airbag en gordelspanners .........111
Airbaglabel.................................... 62
Airbagsysteem ............................. 62
Airconditioning ........................... 146
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 156
Alarmknipperlichten ...................140
Algemene informatie .................. 226Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 158
Andere auto slepen ...................277
Antiblokkeersysteem .................177
Antiblokkeersysteem (ABS) .......113
Armsteun ................................ 56, 58
Armsteun met opbergruimte ........76
Asbakken ................................... 103
Autogegevens ............................ 289
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 135
Automatische versnellingsbak ...173
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 276
Auto stallen ................................. 233
Autostop ..................................... 163
B Bagageruimte ........................ 31, 77
Bagageruimte-afdekking .............83
Bandenreparatieset ...................266
Bandenspanning .......................260
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 115, 261
Bandenspanningswaarden ........297
Baselevel-display........................ 117
Batterijspanning .........................127
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 75