3
HOE GEBRUIKT U DEZE
HANDLEIDING?
Essentiële informatie
Elke keer wanneer er instructies met betrek-
king tot de richting (links/rechts of vooruit/
achteruit) over het voertuig worden gegeven,
moeten deze worden opgevat met betrekking
tot een inzittende op de bestuurdersstoel.
Speciale gevallen die niet aan deze regel
voldoen worden duidelijk aangegeven in de
tekst.
De afbeeldingen in de gebruikershandleiding
dienen slechts als voorbeeld: dit kan bete -
kenen dat bepaalde details van de afbeel -
ding niet overeenkomen met de werkelijke
uitvoering van uw voertuig.
Bovendien is de gebruikershandleiding
gericht op voertuigen met het stuur links;
daarom is het mogelijk dat in voertuigen met
stuur rechts, de positie of de constructie van
enkele bedieningselementen niet exact
gespiegeld is ten opzichte van de afbeelding. Om het hoofdstuk te identificeren waarin de
informatie staat die u nodig hebt, kunt u het
register achter in deze gebruikershandleiding
raadplegen.
De hoofdstukken kunnen snel worden
geïdentificeerd met speciale grafische tabs
aan de zijkant van elke oneven pagina. Een
paar bladzijden verder is er een uitleg om de
volgorde van de hoofdstukken en de bijbeho
-
rende symbolen in de tabs te leren kennen.
Er staat altijd een tekstaanduiding van het
huidige hoofdstuk aan de zijkant van elke
even pagina.
Symbolen
Sommige voertuigonderdelen hebben
gekleurde labels met symbolen die verwijzen
naar voorzorgsmaatregelen die in acht
moeten worden genomen bij het gebruiken
van het betreffende onderdeel. Raadpleeg de
paragraaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw Instrumen -
tenpaneel leren kennen" voor meer infor -
matie over de gebruikte symbolen in uw auto.
WAARSCHUWING VOOR
OVER DE KOP SLAAN
Terreinwagens slaan veel vaker over de kop
dan andere typen auto's. Deze auto heeft een
grotere bodemvrijheid en een hoger zwaarte -
punt dan veel andere personenauto's. De
auto levert betere prestaties in diverse terrei -
nomstandigheden. Als u onveilig rijdt, kunt u
in iedere auto de macht over het stuur
verliezen. Vanwege het hogere zwaartepunt
kan dit voertuig, in tegenstelling tot andere
voertuigen, over de kop slaan als de
bestuurder de macht over het stuur verliest.
Vermijd scherpe bochten, abrupte manoeu -
vres en andere onveilige rijhandelingen die
ertoe kunnen leiden dat u de macht over het
stuur verliest. Als u onveilig rijdt in deze
auto, dan kunt u ongevallen en ernstig of
dodelijk letsel veroorzaken. Ook kan de auto
over de kop slaan. Rijd voorzichtig.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 3
7
KLIMAATREGELING................................. 40
Overzicht automatische
klimaatregeling............................... 41 Functies van de klimaatregeling ....... 47
Automatische temperatuurregeling
(ATC) — Indien aanwezig ................ 48 Aanwijzingen voor de bediening ...... 49
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN — INDIEN
AANWEZIG ............................................ 50
Ramen automatisch volledig
openen ......................................... 50 Windgeruis .................................... 51
INFORMATIE OVER VERWIJDERBAAR
DAK ..................................................... 51
Soft Top — Twee-
en vierdeursmodellen ..................... 51 Freedom Top en Hard Top ............... 55
Dual Top — indien aanwezig .......... 57
ELEKTRISCH SCHUIFDAK — INDIEN
AANWEZIG ............................................ 58
De Power Top openen ..................... 59
De Power Top sluiten ...................... 59
Klembeveiliging.............................. 59
MOTORKAP ........................................... 60
De motorkap openen ....................... 60
Motorkap sluiten ............................ 60
ACHTERKLEP .........................................60
BOORDAPPARATUUR ..............................61
Elektrische aansluitingen ................ 61
Spanningsomvormer — indien
aanwezig ...................................... 62 Extra schakelaars — indien
aanwezig ...................................... 63
IMPERIAAL — INDIEN AANWEZIG ...........63
MILIEUBESCHERMINGSSYSTEMEN —
INDIEN AANWEZIG .................................64
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
DISPLAY IN DE INSTRUMENTENGROEP ....66
Locatie en bedieningselementen
display in de instrumentengroep ...... 66 Indicator voor olieverversing — indien
aanwezig ...................................... 67 Selecteerbare items op display in
instrumentengroep ......................... 67 Schakelindicator (GSI) — indien
aanwezig ....................................... 67 Dieseldisplays ................................ 68
Berichten roetfilter dieselmotor
(DPF) ........................................... 68 Meldingen brandstofsysteem ........... 68
WAARSCHUWINGSLAMPJES EN
MELDINGEN ...........................................71
Rode waarschuwingslampjes ............71
Gele waarschuwingslampjes .............74
Gele controlelampjes .......................78
Groene controlelampjes ...................80
Witte controlelampjes ......................81
Blauwe controlelampjes ...................83
Grijze controlelampjes .....................83
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II ......83
Boorddiagnosesysteem (OBD II) en
cyberveiligheid ...............................84
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ..................85
Antiblokkeersysteem (ABS) .............85
Elektronisch remregelsysteem
(EBC) ............................................86
ONDERSTEUNENDE RIJSYSTEMEN ...........94
Dodehoekbewaking — indien
aanwezig .......................................94 Forward Collision Warning (FCW) met
risicobeperking — indien aanwezig ...97 Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) .......................................100
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 7
71
WAARSCHUWINGSLAMPJE
S EN MELDINGEN
De waarschuwings-/controlelampjes in het
instrumentenpaneel worden indien van
toepassing samen met een speciale melding
en/of geluidssignaal weergegeven. Dit zijn
slechts indicaties en waarschuwingen die
niet mogen worden beschouwd als volledig
en/of alternatief voor de informatie in het
instructieboekje, die u in alle gevallen
aandachtig dient te lezen. Raadpleeg altijd
de informatie in dit hoofdstuk in het geval
van een storingsaanduiding. Alle actieve
verklikkerlampjes worden indien van toepas-
sing eerst weergegeven. Het systeemcontro -
lemenu kan er anders uitzien op basis van
uitrusting en opties en de huidige status van
het voertuig. Sommige verklikkerlampjes zijn
optioneel en worden mogelijk niet weerge -
geven.
Rode waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Dit waarschuwingslampje gaat branden bij
een storing in de airbag. Het lampje gaat ter
controle vier tot acht seconden branden als de contactschakelaar in de stand ON/RUN of
ACC/ON/RUN wordt gezet. Dit lampje gaat
branden met één geluidssignaal wanneer er
een storing in de airbag is gedetecteerd en
blijft branden totdat de storing is verholpen.
Wanneer het lampje niet brandt tijdens het
starten, blijft branden of gaat branden
tijdens het rijden, moet het systeem zo snel
mogelijk door een erkende dealer worden
nagekeken.
- Waarschuwingslampje remsysteem
Dit waarschuwingslampje geeft verschillende
functies van het remsysteem aan, zoals het
remvloeistofpeil en het aantrekken van de
handrem. Als het waarschuwingslampje voor
het remsysteem gaat branden, is het moge
-
lijk dat de handrem is aangetrokken, het
vloeistofpeil in het remvloeistofreservoir te
laag is of dat zich een probleem voordoet met
het ABS-systeem.
Als het lampje blijft branden wanneer de
handrem niet is aangetrokken en het
remvloeistofpeil in het reservoir van de
hoofdremcilinder zich ter hoogte van het
Full-merkteken bevindt, kan er sprake zijn
van een storing in het hydraulische remcir -
cuit of is er een probleem met de rembe -
krachtiging gedetecteerd door het ABS-systeem / elektronisch stabiliteitsregel
-
systeem (ESC). In dat geval blijft het lampje
branden tot de oorzaak is verholpen. Als het
probleem verband houdt met de rembekrach -
tiging, zal de ABS-pomp actief zijn tijdens
het remmen en voelt u mogelijk een trilling
in het rempedaal.
De dubbel uitgevoerde remcircuits zorgen
voor reserve-remvermogen als ergens een
storing optreedt in het hydraulisch systeem.
Als er in één helft van het dubbele remsy -
steem sprake is van lekkage, geeft het waar -
schuwingslampje voor het remsysteem dit
aan; het lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofpeil in de hoofdcilinder is
gedaald tot onder een bepaald niveau.
Het lampje blijft branden tot de oorzaak is
verholpen.
OPMERKING:
Het lampje kan bij het nemen van een
scherpe bocht even knipperen, doordat dan
het vloeistofpeil verandert. Breng de auto
naar de dealer voor onderhoud en laat het
remvloeistofpeil controleren.
Als een storing van het remsysteem wordt
aangegeven, laat de auto dan onmiddellijk
repareren.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 71
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
72
Auto’s die met een ABS-systeem zijn uitge-
rust, beschikken ook over elektronische
remkrachtverdeling (EBD). Bij een storing
van EBD, gaat het waarschuwingslampje
voor het remsysteem branden, samen met
het ABS-lampje. Het ABS-systeem moet dan
onmiddellijk worden gerepareerd.
U kunt de werking van het waarschuwings -
lampje voor het remsysteem controleren door
de contactschakelaar van de stand OFF in de
stand ON/RUN te zetten. Het lampje moet
dan gedurende ongeveer vier seconden
branden. Het lampje moet vervolgens doven,
tenzij de handrem is aangetrokken of een
storing van het remsysteem is gedetecteerd.
Als het lampje niet gaat branden, moet u het
lampje door een erkende dealer laten contro -
leren. Het lampje gaat ook branden als de handrem
wordt aangetrokken wanneer de contactscha
-
kelaar in de stand ON/RUN staat.
OPMERKING:
Dit lampje geeft dan alleen aan dat de
handrem is aangetrokken. Het geeft niet aan
hoe krachtig de handrem is aangetrokken.
— Waarschuwingslampje acculading
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer de accu niet goed wordt opgeladen.
Als het blijft branden terwijl de motor loopt,
is er mogelijk een storing in het laadsysteem.
Neem dan zo snel mogelijk contact op met
een erkende dealer.
Dit duidt op een mogelijk probleem met het
elektrische systeem of een daaraan gerela -
teerd onderdeel.
— Waarschuwingslampje deur open
Dit lampje gaat branden wanneer een portier
niet volledig is gesloten.
OPMERKING:
Als het voertuig rijdt, klinkt er ook een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje voor storing
elektrische stuurbekrachtiging
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er sprake is van een storing in de
elektrische stuurbekrachtiging. Raadpleeg
de paragraaf "Elektro-hydraulische stuurbe -
krachtiging" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje elektronisch
gaspedaal (ETC)
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er een probleem is met het
elektronische gaspedaal (ETC). Als er een
probleem wordt gedetecteerd terwijl de
motor loopt, blijft het lampje branden of
knipperen, afhankelijk van de aard van het
probleem. Schakel het contact uit en weer in
wanneer het voertuig veilig en volledig stil -
staat en de transmissie in de stand PARK (P)
staat. Het lampje moet dan doven. Als het
WAARSCHUWING!
Blijven doorrijden terwijl het rode
waarschuwingslampje voor het remsysteem
brandt, is gevaarlijk. Een deel van het
remsysteem is mogelijk defect. De remweg
wordt dan langer. U kunt een aanrijding
veroorzaken. Laat de auto onmiddellijk
controleren.
WAARSCHUWING!
Blijven rijden met verminderde
stuurbekrachtiging is onverstandig. U kunt
zo de veiligheid van uzelf en anderen in
gevaar brengen. Laat zo snel mogelijk
onderhoud verrichten.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 72
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
74
gebied rechtsboven in het display van de
instrumentengroep een lampje branden voor
de betreffende zitplaats. Dit vervangt tijde-
lijk de configureerbare hoekinformatie. Als
een veiligheidsgordel op de tweede zitrij die
aan het begin van de rit vastgegespt was,
wordt losgegespt, verandert het waarschu -
wingslampje Veiligheidsgordels achterin van
groen in rood en weerklinkt een geluidssig -
naal.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje achterklep
open
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de achterklep is geopend.
OPMERKING:
Als het voertuig rijdt, klinkt er ook een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje
versnellingsbaktemperatuur — indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
te waarschuwen voor een hoge temperatuur
van de transmissievloeistof. Dit kan gebeuren bij veeleisend gebruik, zoals het
trekken van een aanhanger. Als dit lampje
gaat branden, moet u het voertuig stoppen
en de motor stationair of iets sneller laten
draaien met de versnellingsbak in PARK (P)
of NEUTRAL (N), totdat het lampje uitgaat.
Zodra het lampje uitgaat, kunt u weer
normaal rijden.
— Waarschuwingslampje van
alarmsysteem — indien aanwezig
Dit lampje knippert snel gedurende circa 15
seconden, wanneer het alarmsysteem wordt
ingeschakeld, en knippert vervolgens lang -
zaam totdat het alarmsysteem wordt uitge -
schakeld.
Gele waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje
antiblokkeerremsysteem (ABS)
Dit waarschuwingslampje is een indicator
van het ABS-systeem. Het lampje gaat
branden wanneer u het contact in de stand
ON/RUN of ACC/ON/RUN zet en kan daarna
nog vier seconden blijven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden blijft of
gaat branden, wijst dit erop dat het
ABS-gedeelte van het remsysteem niet func -
tioneert en dat onderhoud zo snel mogelijk
moet worden uitgevoerd. Het gewone remsy -
steem zal echter normaal functioneren ervan
uitgaande dat het waarschuwingslampje
remsysteem niet brandt.
Wanneer het ABS-lampje niet gaat branden
als het contact in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet, moet het remsysteem
worden gecontroleerd door een erkende
dealer.
— Waarschuwingslampje ESC actief —
indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje geeft aan wanneer
het elektronisch stabiliteitsregelsysteem
actief is. Het controlelampje van het elektro -
WAARSCHUWING!
Als u door blijft rijden terwijl het bij het
lampje voor de versnellingsbaktemperatuur
brandt, kan de vloeistof overkoken, in
aanraking komen met hete motor- of
uitlaatonderdelen en brand veroorzaken.
LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het lampje
voor de versnellingsbaktemperatuur
brandt, kan de versnellingsbak ernstig
beschadigd of defect raken.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 74
85
(Vervolgd)
VEILIGHEIDSVOORZIENIN
GEN
Antiblokkeersysteem (ABS)
Het ABS-systeem zorgt voor extra voertuig-
stabiliteit en meer remwerking onder de
meeste remomstandigheden. Het systeem
voorkomt automatisch het blokkeren van de
wielen en verbetert de beheersbaarheid van
het voertuig tijdens remmen.
Het ABS-systeem voert een zelftest uit om te
controleren of het ABS naar behoren functi -
oneert telkens wanneer de auto wordt gestart
en wordt gereden. Tijdens de zelftest hoort u
mogelijk ook een zacht klikkend geluid en
enkele hieraan gerelateerde motorgeluiden.
ABS wordt geactiveerd wanneer het systeem
detecteert dat één of meer wielen beginnen
te blokkeren tijdens het remmen. Als de auto
over ijs, sneeuw, grint, kuilen, spoorrails of
voorwerpen rijdt of wanneer u een noodstop
maakt neemt de kans dat ABS ingrijpt toe. Wanneer het ABS-systeem actief is, kunt u
dit als volgt merken:
Geluid van de ABS-pompmotor (deze kan
nog korte tijd blijven draaien nadat de
auto al tot stilstand is gekomen)
de magneetkleppen maken klikgeluiden,
u voelt pulsaties in het rempedaal,
Het rempedaal daalt iets bij de eindaan
-
slag
OPMERKING:
Dit zijn normale kenmerken van het
ABS-systeem.
ABS is ontworpen voor gebruik met originele
banden (OEM). Wijziging kan leiden tot
verminderde prestaties van het ABS.
WAARSCHUWING!
Het ABS-systeem bevat geavanceerde
elektronica die mogelijk gevoelig is voor
storingen van onjuist geïnstalleerde of
krachtige zendapparatuur. Dergelijke
storingen kunnen ertoe leiden dat de
werking van het ABS-systeem volledig
uitvalt. Dergelijke apparatuur mag
uitsluitend door bevoegde vakmensen
worden geïnstalleerd.
Pompend remmen heeft op het
ABS-systeem een averechtse uitwerking.
De effectieve remkracht wordt hierdoor
verminderd en het risico van een ongeval
neemt toe. Pompend remmen verlengt
de remweg. Wanneer u moet afremmen
of stoppen, trap dan alleen stevig het
rempedaal in.
Met het ABS-systeem wordt niet voor-
komen dat de auto onderworpen blijft
aan de wetten van de natuur. De effecti -
viteit van de remmen wordt door ABS
niet verder verhoogd dan de remmen,
banden en grip van de auto toelaten.
Het ABS voorkomt geen ongelukken ten
gevolge van bijvoorbeeld te hoge snel -
heden in bochten, te weinig afstand
houden of aquaplaning.
Gebruik de mogelijkheden van een auto
met ABS nooit op een roekeloze of risico-
volle wijze die de veiligheid van de
bestuurder of anderen in gevaar brengt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 85
VEILIGHEID
86
ABS-waarschuwingslampje
Het gele ABS-waarschuwingslampje gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN staat en kan daarna nog vier
seconden blijven branden.
Als het ABS-waarschuwingslampje tijdens
het rijden blijft of gaat branden, wijst dit
erop dat het ABS-gedeelte van het remsy-
steem niet functioneert en dat onderhoud
nodig is. Het gewone remsysteem zal echter
normaal functioneren wanneer het
ABS-waarschuwingslampje brandt.
Wanneer het ABS-waarschuwingslampje
brandt, moet u het remsysteem zo spoedig
mogelijk laten controleren om weer van de
voordelen van ABS te kunnen profiteren. Als
het ABS-waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN is gezet, moet u het lampje zo snel
mogelijk laten repareren.
Elektronisch remregelsysteem (EBC)
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde
elektronische remkrachtregeling (EBC). Dit
systeem bestaat uit een elektronische
remkrachtverdeling (EB), antiblokkeersys -
teem (ABS), een remassistent (Brake Assist
System (BAS)), Hill Start Assist (HSA), een tranctieregelsysteem (Traction Control
System (TCS)), elektronische stabiliteitsre
-
geling (ESC), elektronische kantelbeveiliging
(Electronic Roll Mitigation (ERM)). Deze
systemen werken samen zodat de auto
stabiel en bestuurbaar is bij verschillende
rijomstandigheden.
Uw auto is mogelijk ook uitgerust met antis -
lingerregeling (TSC), Ready Alert Braking
(RAB), Rain Brake Support (RBS), en Hill
Descent Control (HDC).
Remassistent (BAS)
De remassistent (BAS) is ontworpen om de
remwerking van de auto te optimaliseren
tijdens noodremsituaties. Het systeem
herkent een noodremsituatie aan de hand
van de snelheid en kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt en optimaliseert
de remdruk dienovereenkomstig. Dit draagt
bij aan een verkorting van de remweg. Het
BAS-systeem vult het ABS-systeem aan.
Wanneer u het rempedaal zeer snel intrapt,
is de assistentie van het BAS-systeem opti -
maal. Om van het systeem te profiteren moet
u aanhoudend remdruk uitoefenen tijdens
het stoppen (niet "pompend" remmen).
Verminder de druk op het rempedaal niet,
tenzij u niet langer hoeft te remmen. Zodra u het rempedaal loslaat, wordt het
BAS-systeem uitgeschakeld.
Waarschuwingslampje remsysteem
Het rode waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden wanneer u het
contact in de stand ON/RUN zet en kan
daarna nog vier seconden blijven branden.
Als het waarschuwingslampje van het remsy
-
steem tijdens het rijden aan blijft of gaat
branden, wijst dit erop dat het remsysteem
niet functioneert en dat onmiddellijk onder -
houd nodig is. Als het waarschuwingslampje
WAARSCHUWING!
Met het BAS-systeem wordt niet
voorkomen dat de auto onderworpen blijft
aan de wetten van de natuur en het
systeem zorgt evenmin voor meer grip op
het wegdek. BAS kan geen ongevallen
voorkomen, zeker geen ongevallen die
worden veroorzaakt door te hoge snelheden
in bochten, het rijden op zeer glad
wegdek, of aquaplaning. Gebruik de
mogelijkheden van een auto met BAS
nooit op een roekeloze of risicovolle wijze
die de veiligheid van uzelf of anderen in
gevaar brengt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 86
87
van het remsysteem niet gaat branden
wanneer u het contact in de stand ON/RUN
zet, moet u het lampje zo snel mogelijk laten
repareren.
Elektronische remkrachtverdeling (EBD)
Deze functie regelt de verdeling van het
remkoppel over de voor- en achteras door de
remdruk op de achteras te begrenzen. Dit
wordt gedaan om overmatige wielslip van de
achterwielen en instabiliteit van het voertuig
te voorkomen, en om te voorkomen dat ABS
eerder ingrijpt op de achteras dan op de
vooras.
Electronic Roll Mitigation (ERM)
Door bewaking van de stuurbewegingen en
de snelheid van de auto anticipeert Elec-
tronic Roll Mitigation (ERM) op de mogelijk -
heid dat een wiel loskomt van het wegdek.
Wanneer het ERM-systeem vaststelt dat de
mate waarin de hoek van het stuur verandert,
en de snelheid van het voertuig voldoende
zijn om het wiel op te tillen, wordt er bijge -
remd en kan het motorvermogen worden
verminderd. Zo wordt de kans kleiner dat het
wiel wordt opgetild. ERM kan de kans op het
optillen van een wiel alleen verminderen
tijdens zeer ernstige of ontwijkende rijma -noeuvres. Het systeem kan niet voorkomen
dat het wiel wordt opgetild als gevolg van
andere factoren, zoals de staat van de weg,
het verlaten van de rijbaan of het raken van
objecten of andere voertuigen.
OPMERKING:
Het ERM-systeem is uitgeschakeld wanneer
ESC in de stand "Full Off" (volledig uitge
-
schakeld) staat (indien aanwezig). Raad -
pleeg het hoofdstuk "Elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESC) voor een
uitgebreide uitleg over de beschikbare
ESC-modi.
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC)
Het elektronisch stabiliteitssysteem (ESC)
zorgt onder diverse rijomstandigheden voor
een betere controle over de rijrichting en
meer stabiliteit van het voertuig. ESC corri -
geert over- en ondersturen van het voertuig
door het/de juiste wiel(en) af te remmen. Zo
wordt tegengestuurd bij onder- of oversturen.
Ook kan het motorvermogen worden vermin -
derd om het voertuig te helpen bij het hand -
haven van de juiste rijrichting.
ESC bepaalt met behulp van sensors in het
voertuig de door de bestuurder gewenste
rijrichting. Het systeem vergelijkt deze baan
dan met de werkelijke rijrichting van het
voertuig. Wanneer de werkelijke baan niet
overeenkomt met de gewenste baan, remt
ESC het juiste wiel af om over- of onderstuur
tegen te gaan.
Overstuur — het voertuig draait meer dan
correct is voor de stand van het stuur.
Onderstuur — het voertuig draait minder
dan correct is voor de stand van het stuur.
Het controle-/storingslampje ESC (in de
instrumentengroep) begint te knipperen
zodra het ESC-systeem wordt geactiveerd.
Het controle-/storingslampje ESC knippert
ook wanneer het ASR-systeem actief is. Als
WAARSCHUWING!
Er zijn veel factoren, zoals de belading van
het voertuig en de weg- en
rijomstandigheden, die ervoor kunnen
zorgen dat een wiel wordt opgetild of het
voertuig kantelt. Het ERM-systeem kan
niet in alle gevallen voorkomen dat een
wiel wordt opgetild of de auto kantelt, met
name niet wanneer de rijbaan wordt
verlaten of wanneer er objecten of andere
voertuigen worden geraakt. Gebruik de
mogelijkheden van een auto met ERM
nooit op een roekeloze of gevaarlijke wijze
die de veiligheid van de bestuurder of
anderen in gevaar brengt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 87