Page 171 of 292
Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving
M22 – 10 A rood Rechter claxon (hoog/laag)
M23 – 10 A rood Linker claxon (hoog/laag)
M24 – 25 A transparant Ruitenwisser achter
M25 – 20 A geel Brandstofpomp, dieselopvoerpomp – alleen export
M26 – 10 A rood Schakelaar voor elektrische raambediening, raamschakelaar
bestuurderszijde
M27 – 10 A rood Voeding contactschakelaar/draadloze module
M28 – 10 A rood Regelmodule aandrijflijn
M29 – 10 A rood Aandrijflijn
M30 – 15 A blauw Wissermotor voor, voeding diagnosesysteem J1962
M31 – 20 A geel Achteruitrijlampen
M32 – 10 A rood Airbagregelmodule, TT EUROPE
M33 – 10 A rood Regelmodule aandrijflijn
M34 – 10 A rood Parkeerhulp, klimaatregeling, koplampsproeier, kompas
M35 – 10 A rood Verwarmde buitenspiegels
M36 – 20 A geel Voedingsuitgang
M37 – 10 A rood ABS-systeem, elektronisch stabiliteitsregelsysteem, schake-
laar remlicht, relais brandstofpomp
M38 – 25 A transparant Motoren voor vergrendelen/ontgrendelen
169
Page 213 of 292

3. Terwijl u nog steeds het ruitenwisserblad
vasthoudt, duw het wisserblad weg van de
wisserarm om het los te maken.
Het aanbrengen van de ruitenwisser achter
1. Plaats de ruitenwisserscharnierpen in de
opening aan het uiteinde van de wisser-
arm. Pak het onderste uiteinde van deruitenwisserarm met één hand vast en
druk het wisserblad op één lijn met de
ruitenwisserarm totdat het op zijn plaats
vastklikt.
2. Laat het wisserblad neer op de ruit en klik
de wisserarmscharnierdop weer op zijn
plaats.
HET VOERTUIG OMHOOG
TE BRENGEN
Indien het nodig is om het voertuig omhoog te
brengen, ga dan naar een erkende dealer of
naar een servicestation.
BANDEN
Banden — Algemene informatie
Bandenspanning
Voor de veiligheid en goede rijeigenschappen
is een juiste bandenspanning absoluut nood-
zakelijk. Als de bandenspanning niet juist is,
heeft dit gevolgen voor het onderstaande:
• Veiligheid en stabiliteit van de auto
• Slijtage en brandstofverbruik• Bandenslijtage
• Rijcomfort
Veiligheid
WAARSCHUWING!
• Een onjuiste bandenspanning is gevaar-
lijk en kan leiden tot ongelukken.
• Bij een te lage bandenspanning veert de
band te veel in en kan de band te warm
worden en lek raken.
• Bij een te hoge bandenspanning zal de
band schokken op het wiel minder goed
opvangen. Voorwerpen op de weg en ga-
ten in het wegdek kunnen de banden
beschadigen waardoor ze lek raken.
• Banden met een te hoge of te lage span-
ning kunnen het rijgedrag van de auto
beïnvloeden en kunnen een klapband
veroorzaken waardoor u de controle over
de auto kunt verliezen.
• Als niet alle banden dezelfde spanning
hebben, kunnen besturingsproblemen
optreden. U kunt de controle over de
auto verliezen.
Wisserblad verwijderd van de
ruitenwisserarm
1 — Ruitenwisserarm
2 — Ruitenwisserblad
211
Page 226 of 292

LET OP!
gezien deze, wanneer gedroogd, alleen
kunnen worden verwijderd met schu-
rende producten en/of polish, wat abso-
luut niet is aan te bevelen, omdat deze
de karakteristieke glans van de lak kun-
nen aantasten.
• Gebruik geen geconcentreerde ruiten-
sproeiervloeistof voor het reinigen van
de voorruit en achterruit, maar verdun
deze met minstens 50% water. Gebruik
uitsluitend geconcentreerde ruiten-
sproeiervloeistof als dit strikt noodzake-
lijk is vanwege de buitentemperatuur.
Onderhoud aan ruiten van stoffen dak
Het stoffen dak van uw auto is uitgevoerd met
plooibare plastic ruiten waar krassen op kun-
nen komen, tenzij u de volgende instructies
in acht neemt:
1. Gebruik nooit een droge doek om stof te
verwijderen. Gebruik in plaats daarvan
een microvezeldoekje of zachte katoenen
doek met koud of warm, schoon water en wis
hiermee in dwarsrichting over de ruit, niet
op en neer.2.Gebruik nooit heet waterof agressievere
middelen dan een milde zeep tijdens het
reinigen. Gebruik nooit oplosmiddelen zo-
als alcohol of agressieve
reinigingsmiddelen.
3. Spoel altijd grondig met koud water en wis
het oppervlak vervolgens schoon met een
zachte, licht vochtige, schone doek.
4.Gebruik nooit een schraper of chemische
ontdooiingsmiddelenom sneeuw of ijs te
verwijderen. Gebruik uitsluitend warm
water wanneer u de ruit snel moet
ontdooien.
5. Vuil (zand, slijk/modder, stof of zout) door
terreinrijden heeft een groot effect op de
werking van ritsen. Ook normaal wegge-
bruik en het wassen van het voertuig zal
op termijn van invloed zijn op de werking
van de ritsen van de ruiten. Om de ritsen
van de ruiten gangbaar te houden, moet
elke rits regelmatig gereinigd en ge-
smeerd worden. Let erop dat de tanden
van de rits vrij zijn van zand, modder en
ander vuil voordat u het middel aan-
brengt. Reinig de rits aan beide zijden,
nooit slechts aan een zijde. Spoel beidehelften van de rits af met schoon water en
laat ze drogen. Het is mogelijk dat u het
middel meerdere malen moet aanbrengen
voordat de rits loskomt.
6. Plak nooit stickers, plakplaatjes of plak-
band op de ramen. Lijmlagen zijn moeilijk
te verwijderen en kunnen de ruiten
aantasten.
INTERIEUR
Stoelen en bekleding
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om
te reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak
brandbaar en kunnen bij gebruik in afge-
sloten ruimten ademhalingsproblemen
veroorzaken.
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling
kan de stof aantasten.
SERVICE EN ONDERHOUD
224
Page 281 of 292

Aanhangergewicht..............154
Aanhangwagen trekken...........154
Aanvullend veiligheidssysteem - Airbag .102
ABS, waarschuwingslampje.........65
Accessoires..................233
Mopar...................233
Accu...................64, 204
Accu,
laadsysteemlampje............64
Achterklep...................55
Achterklep, zwenkbaar............55
Achtermistlamp...............165
Achterruitwisser/-sproeier..........35
Activeringssysteem (alarmsysteem)....20
Afstandsbediening,
startsysteem................16
Afstandsbediening autoradio.......252
Afstellen, koplampen.............33
Airbag.....................102
Als een airbag wordt opgeblazen . . .107
Event Data Recorder (EDR)......185
Frontairbag...............102
Geavanceerde frontairbag.......102
Kniebescherming............104Onderhoud van het airbagsysteem .108
Versnelde ongevalreactie. . . .108, 185
Vervoer van huisdieren........123
Waarschuwingslampje airbag.....101
Werking airbag..............104
Airbag Lampje..........63, 101, 124
Airbagonderhoud..............108
Airco, filter...............41, 206
Airco, koelmiddel...........205, 206
Aircosysteem..............40, 205
Airco, tips voor gebruik...........40
Alarm (beveiliging)...........20, 65
Alarmsysteem...............20, 65
Antiblokkeersysteem (ABS).........74
Antivries (motorkoelvloeistof).......230
Asolie.....................232
Audio-aansluiting...........239, 246
Automatisch controlelampje Olie
verversen..................62
Automatische koplampen..........32
Automatische temperatuurregeling (ATC) .40
Automatische versnellingsbak.......140
Automatische versnellingsbak,
soort vloeistof..............232
vloeistofpeil controleren........203AutoStick...................140
Autowasserijen................222
Banden.............126, 211, 217
Banden,
aanhaalmoment wielbouten.....228
algemene informatie......211, 217
bandenspanning............211
compacte thuiskomer.........217
controlesysteem voor
bandenspanning.............84
hoge snelheden.............213
levensduur................215
opkrikken..........170, 172, 211
oppompdruk...............212
radiaal..................213
reservewiel.........170, 217, 218
rotatie..................221
slijtagemarkeringen..........214
sneeuwkettingen............220
spinnen.................214
veiligheid................211
veroudering
(levensduur van banden).......215
vervangen................215
INDEX
279